Groeten uit Grolloo

Jan (Bakoenin)

Ik heb van 1963 tot en met 1970 in diverse Haagse bands gespeeld. Den Haag was in die tijd het Mekka van de popmuziek in Nederland en dat kwam niet alleen omdat the Golden Earring en the Motions uit Den Haag kwamen.
In iedere wijk was wel een bandje te vinden en er waren zalen zat om op te treden. Ik woonde in Duindorp en maakte daar met een paar vrienden muziek. We speelden allemaal gitaar en waren geïnspireerd door Cliff and the Shadows en the Everly Brothers. Maar toen in de jaren zestig the Beatles en the Stones de hitparades gingen beheersen waren ook wij snel bezeten van de beat. Een van ons ging in Willy and the Giants spelen en een ander in the Haigs, samen met Barry Hay. Ik speelde na mijn diensttijd in the Insounds en later in Gain en Power Circus. Geen bekende bands, maar wel met veel werk.
Hits waren namelijk helemaal niet belangrijk in die tijd. Je kon als onbekende band overal optreden in het land als je uit Den Haag kwam en beatmuziek speelde.

Mijn verbazing was dan ook groot toen ik op een dag het nummer ‘Somebody will know someday’ hoorde. Een van de jongens van de band had het album ‘Groeten uit Grolloo’ gekocht en was helemaal gek van dat album; en terecht.
Er waren buiten Den Haag wel meer bekende bands. The Outsiders en The Bintangs onder andere, maar dit was echte blues. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat een bluesband zich staande kon houden in een tijd dat beatmuziek de hitparade domineerde?
Dat kon alleen als je een uitzonderlijk goede band had.

Koebie, het hondje van de buren van Harry Muskee is wel de beroemdste Nederlandse hond geworden. Zijn naam is door Harry veranderd in Cuby, want Koebie and the Blizzards was natuurlijk geen optie.
De band bestond wat mij betreft uit pure muziekbeesten. Niet alleen Harry ademde muziek, maar ook gitarist Eelco Gelling maakte destijds al arpeggio’s waar je als gewone gistarist gek van werd. Later kwam daar ook nog Herman Brood bij. Persoonlijk vind ik nog steeds ‘Groeten uit Grolloo’ een van de beste albums ooit door een Nederlandse band uitgebracht.

Een paar jaar geleden fietste ik met mijn vrouw langs het Pieterpad van Eijsden naar Pieterburen. De laatste overnachting was in Gasselte, een leuk plaatsje in Drenthe. De route liep vanaf het Twentse plaatsje Vasse naar Gasselte. We kwamen al aardig in de richting van Gasselte toen we een dorpje naderden. Het plaatsnaambordje gaf aan dat het Grolloo was.
Meteen moest ik aan Cuby and the Blizzards denken. En even later vonden we ook het bronzen beeld van Harry Muskee. Ik wist niet eens dat hij een standbeeld had gekregen, maar het was beslist verdiend.

Ik heb tot vorig jaar ook nog in bands gespeeld. We oefenden in Musicon in Den Haag. Je hebt daar verschillende oefenruimtes voor bandjes.
Op een avond had onze band even pauze en ik liep naar beneden om een drankje aan de bar te gaan drinken. In de overige ruimtes kon je bandjes horen oefenen en ineens hoorde ik het nummer ‘Somebody will know someday’. Dat nummer zal niet vaak gecoverd zijn, dacht ik. Het werd foutloos gespeeld, maar toch miste ik iets en ik wist ook wat.
Toen het nummer afgelopen was ben ik naar binnen gegaan. De band bestond uit jongens die beslist nog op de middelbare school zaten, dus ik vroeg hoe ze erbij kwamen om dat nummer te coveren.
Het bleken fans van Cuby and the Blizzards. Ze speelden meer oude nummers van Cuby.
Ik gaf ze een complimentje voor het spel. Het was foutloos en dat is al heel wat.
Maar ik gaf ze ook nog een tip.
Als je de blues wilt spelen zoals Harry Muskee en zijn band, dan is het niet voldoende dat je foutloos speelt.
Harry bestond uit blues. De pomp in zijn lichaam die hart wordt genoemd stootte met iedere hartslag de blues zijn slagaderen in. De blues stroomde op die manier door zijn hele lichaam.
Hij speelde niet alleen blues, maar was het ook.
Blues is niet alleen muziek, het is ook emotie. Als je blues foutloos speelt, maar je legt er geen emotie in dan is het geen echte blues.
Cuby and the Blizzards speelden niet alleen blues, maar waren het ook. Harry Muskee ademde blues, at blues, neukte blues, droomde blues, lachte blues en huilde blues.
Ik weet niet of mensen een ziel hebben, maar als dat zo is, dan bestond die van Harry uit blues.

Gelukkig heb ik tot nu toe nergens gelezen dat Harry Muskee dood is. Harry Muskee is overleden. Ook het NOS Journaal gaf dat aan.
Dat is maar goed ook, want Harry Muskee is beslist niet dood. Sterker nog, hij is onsterfelijk. Zijn lichaam doet het niet meer, maar de blues die hij in zich had zweeft voor altijd boven de wereld. Zijn ziel is naar de blueshemel, waar hij met zijn oude vriend Herman Brood spetterende concerten kan gaan geven zodat de engelen hun harpen inruilen voor gitaren, drums en piano’s.

The window of his eyes is closed, but the blues in his soul is still alive.
R.I.P. Harry Muskee.