[Tour] Een storm in een glas water

Jan (Bakoenin)

Mark won alweer de massasprint
Zijn ploeg werkte de hele poos
Gelukkig dat die groene won
Want anders wordt hij weer eens boos

Het zou een gevaarlijke etappe worden, want er was een storm en die hadden de renners vooral in de finale schuin van achteren. Nou, we hebben het gezien. Volgens Boogerd stond de wind wel gunstig, maar er gebeurde niets.

Toen ik om kwart over twee de televisie aanzette, keek ik recht in het gezicht van Niki Terpstra. Gelukkig dat er een Nederlander in de kopgroep reed, want anders was de etappe nog saaier geworden. Maar wanneer gaan ze nou weer eens winnen? Ontsnappen lukt wel en de bolletjestrui en de witte trui zijn aardig, maar verder komen de Nederlanders toch eigenlijk alleen maar op alle journaals als ze in het prikkeldraad worden gereden.

Verder hield eigenlijk alleen het landschap me uit mijn slaap. Ik had al verteld dat ik daar over drie weken ga fietsen, dus ik was wel benieuwd hoe het er uitzag. Narbonne en Béziers leken me leuke stadjes, maar ik was toch al van plan om daar een kijkje te gaan nemen. Verder zag ik nog de Côte de Villespassant en zag dat Ignatiev er als eerste boven kwam. Vier procent. Daar kom ik ook wel makkelijk tegenop.
Ik kreeg bovendien de indruk dat sommige ploegleiders belangrijke renners expres wat interessante dingen lieten doen, omdat anders misschien te veel kijkers zouden wegzappen.
Zo ging Gilbert zich ineens laten afzakken naar de ploegleiderwagen om inlegkruisjes in zijn schoenen te laten proppen. Misschien heeft hij last van zweetvoeten.

En ik heb trouwens ook wel eens genoeg van die kop van Lars Bak. Ik kijk steeds tegen die Lars Bakkus aan. Nou is dat toch nog een prettiger gezicht dan het gezicht van Laurens Ten Dam, want hij lijkt nu wel wat op the Elephant Man.

Heel veel later dan dat colletje kwam de tussensprint en deed ik weer even één oog open. De gebruikelijke drie en in de gebruikelijke volgorde.
Op dertig kilometer van het einde dacht ik ineens dat er echt iets ging gebeuren. De kopgroep ging ineens soepel ronddraaien en het peloton werd nerveus. Er waren plotsklaps drie treinen op eenzelfde spoor. HTC, Trek en BMC en die hadden wat Saxo en Europcar wagonnetjes, Maar het peloton ging niet op de kant. Sterker nog, op een gegeven moment zag het peloton eruit als een propje papier. Soms zie je een sliert van bijna een kilometer lengte en nu was het een propje van hooguit dertig meter. En dat zonder valpartij!

De rest was voorspelbaar. Terpstra en Ignatiev gingen er vandoor, dus ik was benieuwd wie van de drie overgebleven Fransen uit de kopgroep het rode rugnummer zou krijgen, maar Dumoulin zakte zelfs door het peloton, dus die kon dat rugnummer meteen al op zijn buik schrijven.

HTC kon trouwens niet eens het gat met Terpstra dicht krijgen, maar gelukkig voor Mark was de ploeg van Farrar zo stom om het laatste zetje te geven, zodat Cavendish toch nog kon winnen en wij, Nederlanders, weer met lege handen stonden.
Gilbert sprong nog weer even op het verkeerde moment weg en kreeg nu dus helemaal geen punten voor de groene trui.
Terpstra had tenminste nog wel iets aan de rit overgehouden: Een kus van een mooi Frans Tourmeisje. Maar in plaats van een rode kop kreeg hij een rood rugnummer.

In het zonnetje

Vandaag Delaplace maar eens in het zonnetje. Wat een strijdlust heeft die jongen. De jongste renner van het peloton. Hij moet nog 22 worden. Maar ik weet nu waarom hij er zo graag invliegt. Hij is op 11 september jarig.

Morgen is er weer een rustdag. Die kunnen de renners wel weer goed gebruiken. Hopelijk herstelt Gesink nog wat meer van zijn verwondingen. Ik ga morgen tijdens de rustdag wat uitgebreider op Gesink in, want ik vind dat er nogal stom geluld wordt over zijn mentale weerbaarheid.
Zou Johnny nog gaan trainen? Kan hij nog een beetje herstellen op deze rustdag?
In ieder geval hou ik geen rustdag morgen, maar kom weer gewoon met een column.
Per slot van rekening komen er nu een aantal zeer interessante ritten. En dan bedoel ik niet alleen de rit naar Alpe d’Huez, maar juist die naar Gap en naar Pinerolo. Dat zijn gevaarlijke, onvoorspelbare etappes.

Een kijkje in de omgeving

In 2008 fietsten mijn vrouw en ik door de Drôme op weg van het meer van Genève naar de Middellandse Zee. Er zijn toen campings weggespoeld, maar wij zaten in een hotel in Bourg St.Andéol op dat moment. De volgende dag regende het alleen ’s morgens wat en dat was onze eerste regendag in tien dagen. Het viel voor ons dus reuze mee.
Had ik toen maar geweten dat daar een naturistenstrand is.  
De Drôme is bekend om zijn lavendelvelden en de olijfboomgaarden. Er zijn vijf verschillende gebieden: de Provencaalse Drôme, de vallei van de Drôme, de Drôme des Coullines, de Roya-Vercors en de vlakte van Valence. Ik weet niet precies waar de renners verblijven, maar eigenlijk is het daar overal wel mooi. Valence is het stadje met de muziekkiosk die is nagetekend door de beroemde tekenaar Peynet.
In de Drôme kun je vooral in het voorjaar lekker kanoën en raften, omdat er dan wat meer water in de rivier staat over het algemeen. Je hebt er het natuurpark ‘Parc du Vercors’, een landschap dat gedomineerd wordt door reusachtige kalkrotsen, naald- en beukenwouden, en een vrijwel ongerepte natuur. Een waar paradijs voor wandelaars. Zij kunnen kiezen uit 180 beschreven wandelingen. De bekende Côtes du Rhône wijnen komen hier vandaan.
Een van de gerechten uit de streek is de ravioli. Een zachte tarweverse pasta, gevuld met witte kaas en peterselie. Andere typische producten uit de streek: truffels, noga van Montelimar, olijfolie uit Nyons, parelhoen, Picodon en noten van de Royans. Een heerlijke streek dus.
Echt een streek om eens lekker uit te rusten.