Mijn geheime idool

Thako (Okaht)

Ik durf mezelf een geëngageerd columnist te noemen. Niet meteen een goede, maar geëngageerd. Ik schrijf een wekelijkse column op FOK Frontpage, waarin ik me doorgaans opwerp voor goede smaak en sociale betrokkenheid. Waarin ik me doorgaans verzet tegen de adoratie van middelmatigheid. Columns waarin ik van tijd tot tijd de draak steek met alles wat zich Volendams en muzikant noemt. Een links bal met smaak, zou je kunnen zeggen.

Daarnaast ben ik een geëngageerd singer/songwriter en instrumentalist. Nog lang niet de beste, maar geëngageerd. Ik speel niet onverdienstelijk gitaar en mandoline. Ik ben één van de weinige volwassen mannen, die zich zonder schaamte en publiekelijk ukulele-speler noemt en zich tevens tot één van de beteren mag rekenen. Mijn eigen muziek probeert zich te onderscheiden van de gangbare muziek en mijn covers zijn vooral vertalingen van de meer bijzondere, bekende nummers van artiesten en groepen als The Who, Nirvana, Iggy Pop, Radiohead of Metallica, naar de ukulele. Dat tekent dus ook meteen wel mijn culturele en muzikale smaak. Kom bij mij niet aan met bagger!

Hoe pijnlijk is het dan, om soms toch enigszins gecharmeerd te zijn van de complete tegenpool van mijn smaak en voorkeuren. Hoe leg ik dit uit aan mijn kinderen? Hoe leg ik het later uit aan mijn kleinkinderen?
Moet ik het brengen als tijdelijke verstandsverbijstering? Een foutje? Was opa fout in de oorlog? Welke oorlogen woedden er ook alweer in 2011? Is opa ook weleens een beetje dom geweest? Heb ik tegen die tijd wellicht een Argentijnse aan mijn zijde, die dit zal bevestigen?
U leest al welk een dilemma ik hier in zie. Terwijl er bij mijn weten nog lang geen kleinkinderen in beeld zijn.

Oké. Daar komt ie dan. Laat me een en ander inleiden met mijn afkeer van dit verschijnsel.

Ooit begon deze man zijn carrière op een woonwagenkamp, van waaruit hij als volleerd colporteur zijn Cd's aan de man bracht. Waarschijnlijk is hij tijdens die colportage per ongeluk de gemeentegrens van Fijnaart gepasseerd, wat uiteindelijk resulteerde in landelijke bekendheid.
In eerste instantie nog geen ramp. De muziek was in mijn ogen bagger, maar ik vermijd normaliter iedere piraat van mijn radio's, dus ik had er weinig last van. De landelijke bekendheid werd echter nationale - later zelfs internationale - beroemdheid en dit heerschap was al snel niet meer van de televisie en radio te rammen.

Met als resultaat: volle zalen, feesttenten, piratenfestivals en zelfs tientallen malen een uitverkocht Ahoy. Concerten, waar ik nog niet dood gevonden wil worden! Een zaal vol met zijn fans! Een dikke rij rolstoelen met begeleiders, aan de voorkant. Daarachter de met goud behangen, ernstig geblondeerde dames, die door de ambulante handel van hun eega's, de beste plaatsen op de tweede ring kunnen betalen. Daarachter meestal de meer mentaal dan fysiek beperkte medelanders, die volledig uit de maat, hun fysieke kunne ten toon spreiden. De rest van de zaal gevuld met trainingspakken, gouden halsbanden en leggings. En als zo'n in legging gehesen reet al enige aantrekkelijkheid zou kunnen bezitten, wordt dit weer met peroxide en te grote, gouden oorbellen verkloot.
En nog altijd bleef het klotemuziek!

Vervolgens wordt deze rotzooi dus ook nog naar Duitsland gebracht. De Nederlandse meute wordt vervangen door lange tafels met chagrijnige, lelijke Duitsers, die verveeld klappen op de maat, maar intussen wel kapitalen betalen voor die pullen bier én voor de muziek. Er waren tijden, dat woonwagenbewoners liever niet onze oostgrens overstaken, maar eerste klas plaatsen in een Boeing 747 en een omzet waar Jody Bernal een spontane erectie van krijgt, maken dan toch weer het verschil.

Maar goed. Het vervolg had mijn gezonde afkeer eigenlijk moeten verhevigen tot pure haat. Dat gebeurde dus niet. Menig real live soap heeft zelfs de grootste artiesten verlaagd tot tuig van de richel. Toen we zagen hoe ze buiten het podium waren, bleken het in dat echte leven pas echte randdebielen te zijn. Darmen worden leeggezogen, dan wel gespoten. Hysterische huilbuien. In het echt bleken ze dommer dan voorspeld. Het “lekker gewoon doen” bleek een slecht geacteerde rol, waar zelfs de beste editors niks meer aan konden verbeteren.
Maar niet Frans Bauer: mijn geheime idool!

De ellende met Frans is, dat ik gewoon zeker weet dat het een prima kerel is. Ik heb zo mijn best gedaan om iets verkeerds aan die man te ontdekken. Ik kon werkelijk niets vinden. Hij is echt gewoon en hij is gewoon echt aardig. Ik heb hem nooit ontmoet, maar als je het na zoveel jaar nog steeds lukt om nooit met ook maar één verkeerde opmerking en zonder ook maar één misstap in het nieuws te blijven, dan kan er niets kwaadaardigs in je zitten. En dan heeft ie vaak nog een enorme dosis humor ook! Misselijk toch?

Laat Frans maar kutmuziek maken en Ahoy vullen. Ik krijg amper tien man enthousiast op een open podium en dan ben ik, buiten dat piepkleine podium, nog regelmatig een enorme eikel ook. Pas als ik in de Arena een onderbroek van de Zeeman in mijn gezicht geslingerd krijg, waag ik me aan een echt kritisch stuk over Fransje Bauer. En dan nog zal ik hem eerst lief vragen of hij het goed vindt.