Gadver, schaamhaar

Jan (Bakoenin)

"Girls will be boys and boys will be girls
It’s a mixed up muddled up shook up world"

- 'Lola' (The Kinks)

 

Lia opent langzaam haar ogen nadat de wekker heeft aangegeven dat het half zeven is. Ze soest nog even na, maar ze weet dat ze niet al te lang kan blijven liggen, want de school roept. Ze moet dus wel opstaan. Opstaan, douchen en aankleden is de laatste tijd een straf voor haar. Ze wordt dan weer hard geconfronteerd met haar ontluikende lichaam.
In de spiegel kijken durft ze sowieso al een tijdje niet meer. Dan ziet ze hoe verschrikkelijk ze er uitziet. Ze krijgt namelijk al bobbeltjes en dat wil ze niet. Die zijn zo ontzettend lelijk!
En naar haar schaamstreek durft ze nog minder te kijken. Ze heeft namelijk al kleine haartjes op haar handen gezien, dus ze zou ook al wel van die vieze schaamhaartjes hebben en dat vindt ze helemaal niets. Ze begrijpt trouwens de andere meisjes bij haar in de klas niet. Die zijn er juist trots op dat ze schaamhaar krijgen, maar gaan het al snel daarna afscheren.
Lia gaat met gebogen hoofd de badkamer binnen. Dan hoeft ze niet in de spiegel te kijken. Ze doucht met haar ogen half dicht en kijkt niet terwijl ze zich van onderen wast.
Na het ontbijt gaat ze schoorvoetend naar school. Zou ze weer meteen bij aankomst gepest worden? Of zou dat pas gebeuren als ze in de pauze met de jongens gaat voetballen?
“Ben je nou een meisje of een jongen?” Dat is door de andere meisjes in de klas al zo vaak gevraagd. Lia houdt nu eenmaal van jongensspelletjes en draagt ook liever jongenskleren en dat valt op.

‘VU medisch centrum’ leest Lia op het bord dat bij het gebouw staat waar ze samen met haar moeder naar binnen gaat. Ze weet heus wel dat ze niet ziek is, maar het klinkt toch wel een beetje naar, vindt ze.
Ze heeft best een drempel moeten overwinnen om naar dat centrum te gaan, maar haar moeder had haar weten te overtuigen en nu zet ze ook door, dat is zeker.
Ze krijgt een gesprek en als dat goed verloopt voor Lia dan gaat ze een traject in. Dat had haar moeder haar tenminste verteld. Er worden daar meer kinderen zoals zij behandeld en dat schijnt heel goed te verlopen. Je krijgt puberteitsremmers en dat vindt Lia fijn, want dan duurt het langer voor die vervelende bobbels groter worden, want dat wil ze absoluut niet.
Wat het verder allemaal gaat worden, weet Lia niet echt. Ze krijgt een soort psychologische behandeling en komt lichamelijk onder controle, maar wat dat allemaal betekent, daar heeft ze nog geen idee van. Het maakt haar ook eigenlijk niet zo uit, als het maar helpt om van dat vervelende lichaam af te komen. Ze weet zeker dat ze zich dan een stuk beter zal gaan voelen dan nu.

Frank zit in een donker hoekje van het speelplein en huilt.
Voor de zoveelste keer is hij door de jongens uit de klas gepest.
Aan het woord ‘mietje’ is hij al wel gewend, maar laatst hadden ze in het fietsenhok zijn broek en onderbroek uitgetrokken om te zien of hij wel een jongetje was. Hij had fel tegengestribbeld, maar had het toch niet kunnen voorkomen.
“Kijk, hij heeft wel een lul,” had Aad gezegd. Daarna hadden ze hem zo laten liggen en waren lachend weg gelopen.
Het heeft ook weinig zin om er met de schoolleiding of zijn ouders over te praten, want die zeggen dan dat hij zich niet zo meisjesachtig moet kleden. Dan gaat het vanzelf over.
“Als je een roze naveltruitje en een paarse broek aantrekt, dan kun je dat verwachten,” had zijn vader gezegd. Maar Frank vindt dat nu juist mooie kleuren.
Zijn vader vindt het ook maar niks dat Frank vaak naar zijn buurmeisje Nadine gaat om met  haar Paola Reina poppen te spelen.
“Ga toch lekker voetballen met de jongens.” Dat had hij al vaak tegen Frank gezegd, maar Frank houdt helemaal niet van voetballen.
Toch weet hij zeker dat hij geen homo is. Het is veel erger. Hij wil niet eens meer in de spiegel kijken, zo lelijk vindt hij zichzelf. Die jongens van school hadden gezien dat hij een lul had, maar eigenlijk heeft hij die liever helemaal niet. Het is een lelijk ding en het hoort niet bij hem. Hij heeft een grote hekel aan zijn eigen lichaam, maar wat moet hij daar aan doen? Hij heeft er al wel eens met zijn moeder over gepraat, maar die weet geen raad met zijn probleem. Frank wordt steeds depressiever en nu, in zijn donkere hoekje, wil hij eigenlijk liever dood zijn.
 
“Dat gaat niet gebeuren! Alleen God beschikt over je lichaam en geest en niemand anders! De puberteit hoort bij je en die mag je niet uitstellen. Dan ga je tegen Gods wetten in en dat gebeurt alleen over mijn lijk!” Franks vader is woedend.
Na de laatste pesterijen had Frank een poging gedaan tot zelfdoding, maar die was mislukt. Ten einde raad hadden zijn ouders maar besloten om de dokter in te schakelen.
Er waren een paar gesprekken met Frank en zijn moeder geweest en daarna had de dokter geconstateerd dat Frank waarschijnlijk een transgender kind was. Hij had moeder gewezen op een behandelmethode van het VU medisch centrum in Amsterdam, waarbij de puberteit wordt uitgesteld tot Frank op een leeftijd is, dat hij een goede beslissing over zijn lichaam kan nemen en als hij dan nog niet tevreden is met zijn eigen lichaam dan kan men een behandeling starten met hormonen van het gewenste geslacht. Maar met name de rem van de puberteit is de vader van Frank in het verkeerde keelgat geschoten. Dat is tegen het gereformeerde geloof.

Wat moet er gebeuren als kinderen hun eigen lichaam haten? Als ze de overtuiging hebben dat ze in het verkeerde lichaam zijn geboren? Moet je dan afwachten of ze die overtuiging als volwassene ook nog hebben of moet je ze de kans geven om hun lichamelijke ontwikkeling stil te zetten tijdens de puberteit om te zien of ze nog steeds een ander lichaam willen als ze achttien zijn?
Laat je ze aan hun lot over zoals in het geval van Frank, dan loop je de kans dat ze zo depressief worden dat ze zichzelf zullen proberen van het leven te beroven. Komen ze wel de puberteit door, dan blijven ze toch psychisch belast en gaan misschien op latere leeftijd een geslachtsaanpassende operatie in Thailand laten uitvoeren, zonder nazorg en controle.
Maar de puberteit uitstellen is nogal wat.
Volgens het VU medisch centrum zijn er geen blijvende veranderingen in het lichaam als het kind halverwege de behandeling stopt met de remmers, maar de puberteit is er niet voor niets. Kinderen hebben die fase in hun leven zowel geestelijk als lichamelijk nodig. Bij een evaluatie bleek dat een groot aantal van de kinderen die de puberteitsremmers gebruikten een betere psychische gezondheid hadden dan voorheen, ook al bleven ze een afkeer van hun lichaam houden. Maar de behandelmethode is nog jong.
In de puberteit zorgen hormonen ervoor dat niet alleen de organen gaan groeien, maar ook het lichaam. Verder vindt er een belangrijk psychisch proces plaats waarbij het kind zich bewust gaat worden van de eigen identiteit. Wat zal er op latere leeftijd gebeuren als je die lichamelijke en geestelijke processen tijdelijk afremt?
Zijn de kinderen die in het medisch centrum van de VU worden behandeld nu de proefpersonen van deze tijd? Zal Lia gelukkiger worden dan Frank? De toekomst zal het leren. In ieder geval zijn er de ouders volgens mij voor om het probleem van het kind te onderkennen en goed te begeleiden. Laat zo’n kind niet in de steek, omdat je zelf niet met het probleem om kunt gaan.