Lekkerder dan seks

Esther (Estherschrijft)

“Poeh poeh, hè hè”, zucht ik terwijl ik me achterover laat zakken. “Dat was lekker!” Gelukzalig staar ik even naar het plafond. De twee grijsblauwe ogen naast me kijken op me neer. “Dat had je niet gedacht, hè?” hoor ik hem zeggen. “Maar ik ben blij dat het je bevalt.” Ik draai mijn hoofd naar hem toe en knik. Hij kijkt op zijn horloge. Anderhalve minuut pauze heeft hij beloofd. “En nu actie. We moeten verder”, maant hij me. In een wip sta ik op de mat waar ik net nog op lag. Het buikspierkwartier is voorbij, op naar de crosstrainer en de loopband. Deze keer doen we het nog samen, volgende keer mag ik het zelfstandig proberen.

Ik doe niet aan goede voornemens – ik neem mij het hele jaar door het beste voor – en toch stond ik een paar dagen na de jaarwisseling in de sportschool. Zomaar ineens. Om een kijkje te nemen. Een klein stapje in werkelijkheid, maar een enorme sprong voor mij. Want ik ben niet zo van de sportieve. Nooit geweest. Ik kan van alles, maar sport hoort daar niet bij. Op de lagere school kreeg ik voor gym steevast een 6-. Voor de moeite. Het had een signaal voor me moeten zijn. Maar ik bleef proberen, omdat sport nou eenmaal ‘bij de opvoeding hoort’, net als muziek en creativiteit, waar ik overigens in uitblonk. Ik was een aantal jaren en een trauma verder voordat ik mezelf toestond het een met het ander te compenseren en voorgoed afscheid te nemen van het actief deelnemen aan een sportieve bezigheid. Dacht ik.

Vriend en vijand kent mij als een fel tegenstander van lichaamsbeweging in georganiseerd verband. Voor mezelf dan, hè. Want wat Wesley Sneijder en Arjen Robben, Nicolien Sauerbreij en Sven Kramer allemaal presteren, mag ik graag vernemen, al hoef ik er lang niet altijd persoonlijk getuige van te zijn. Maar goed, dat is wat anders. Die mensen hebben talent. Nee, hoe pacifistisch ik ook ben, zeg tegen mij dat ik nodig eens moet gaan sporten en je hebt ruzie. Met geen enkel onderwerp kon je me eerder op de kast krijgen. En wat doe je dan als het vastroestende lijf om actie vraagt? Dan ga je heel stilletjes poolshoogte nemen. Niemand zou me geloven. Twintig minuten later stond ik weer buiten, met een inschrijvingsbewijs en een flinke dot goede moed. ‘Je raadt nooit waar ik geweest ben’, sms’te ik naar een handjevol intimi. Dat had ik mooi goed.

Ik ben verkocht. En heus niet alleen door de grijsblauwe kijkers van de sportinstructeur. Twee keer per week hijs ik me in spandex en huppel vrolijk richting sportschool. Daar wacht mijn beloning: een flinke dot energie. Verslavend! ‘Meer, meer’, roept mijn lijf en ik gehoorzaam gedwee.

Twee weken geleden zat ik me in het zweet te trappen op een fiets zonder wielen toen een wat oudere heer die naast me zat, me aansprak.
‘Ik heb jou hier nooit eerder gezien’, merkte hij terecht op.
‘Dat klopt,’ antwoordde ik, ‘ben nieuw hier.’
‘Ik doe dit al bijna 60 jaar,’ vervolgde hij met enige trots, ‘vijf dagen in de week. Volgende maand word ik 70, dan ga ik terug naar vier dagen. ADV, dat heb ik verdiend’, lachte hij.
Ik knikte bewonderend.
‘Maar het is lekkerder dan seks, mevrouwtje.’
Hij stapte af, groette beleefd en beende weg.

Ondertussen dacht ik na over zijn laatste opmerking. Die trek ik dan weer in twijfel. Gelukkig kan ik het er gewoon bij blijven doen.