A very merry Christmas

Bert (superworm)

Ik heb het niet op Kerst. Terwijl anderen tijden uitkijken naar het vieren van de geboorte van onze heiland, zie ik er elk jaar weer tegenop. Dit niet omdat ik gezelligheid veracht of kerstliedjes mijn keel voel uitkomen, maar om aantoonbaar relevantere redenen.

De afgelopen jaren wist ik het klaar te spelen om met Kerst tweemaal gedumpt te worden en tweemaal met lede ogen mijn vriendinneke vreemd te zien gaan. Van '05 tot '09 waren mijn kerstdagen derhalve steevast een Murphiaans tranendal. Dit jaar, met weer een nieuwe liefdevolle relatie op de rails, grepen de zenuwen mij dan ook aan. Eerste Kerstdag -vorig jaar nog tot uiting gekomen in de woorden 'Bert, we moeten praten', zou ik bij mijn nieuwe schoonouders in Renesse verblijven. In gedachten zag ik hetzelfde scenario alweer ontvouwen – hoewel vriendinlief geen enkele aanwijzing of aanleiding had gegeven om te twijfelen aan de onvoorwaardelijkheid van haar liefde.

Hoe anders dan heimelijk verwacht bleek het te kunnen gaan. Inmiddels zit ik in de trein naar mijn zus in Almere, alwaar ik de kerst uit ga luiden met een stevig potje gourmetten. En ook kerstavond en Eerste Kerstdag bleken dit jaar, als uitzondering op een belabberde regel, volstrekt kerstachtig te verlopen. We hebben riant ontbeten, cadeautjes uitgepakt en gedichten voorgelezen (iets wat ik met mijn gereformeerde achtergrond ook nog nooit had gedaan), en in de middag liepen we over de ijzige sneeuwresten naar Lara's opa en oma.

Daar bevond zich de locatie van mijn vuurdoop; twee ooms en tantes en enkele neefjes en nichten zaten al klaar om mij al dan niet goed te keuren. Vuurdoop, zeg ik, maar Lara had een veel ergere al met vlag en wimpel doorstaan; op mijn moeders verjaardag in oktober kwamen op één broer, schoonzus en kinders na alle acht kinderen inclusief aanhang langs, vanzelfsprekend Lara (goed)keurend.

Het is altijd wennen met lui die je niet kent - wat kan je zeggen en wat niet? Welke verwachtingen leven er? Toen ik reeds enkele krachttermen had gehoord voelde ik me al meer op mijn gemak. Het bleken net zulke mensen als ik! Toen ik volkomen ongevraagd van mijn nieuwe oma een kerstenvelop toegedeeld kreeg, die ik voor het laatst als zevenjarige in 1996 had mogen ontvangen omdat het jaar erop mijn laatste grootouder overleed, was ik blij verrast. En toen tijdens het monopoly'en en het erop volgende kerstdiner de eerste geintjes over me werden gemaakt, was het regelrecht thuiskomen. Als mensen je beginnen af te zeiken ben je geaccepteerd, immers.

Voor de zus van Lara's andere oma, tante Nellie van 86, verliep Kerst helaas minder perfect. Ze was net twee keer geopereerd, kon slecht meer zien en horen, had erg veel pijn en was vanwege de narcose ronduit vergeetachtig aan het worden. 's Ochtends werd ze nog gekscherend door Lara's pa en broertjes geïmiteerd, maar toen ze op de avond van eerste kerstdag met hevige pijn en een prop in haar longen weer met de ambulance naar Goes werd gereden viel het direct stil met de grappen.

"Iedereen heeft zijn tijd", werd gemompeld. "Ze is al 86 hè." Die ochtend waren Lara en ik nog bij de opa en oma langs geweest die op het ouwe bessie pasten en had ze nog wat met ons geconverseerd; nu ligt ze, er slecht aan toe, nog zeker tot Nieuwjaar in het ziekenhuis. Maar ook de achteruitgang van tante Nel kon uiteindelijk niets afdoen van mijn gevoel: dat van mijn eerste geslaagde Kerst in jaren.

Volledig in mijn nopjes -terwijl ik niet eens voetbal- wil ik daarom ook hierbij van de gelegenheid gebruik maken al mijn vaste én losse lezers een net zo fijn uiteinde te wensen, alsmede een bizar fantastisch 2011. Als volgend jaar voor mij een even stijgende lijn zal hebben als het huidige -van winterdepressie en gedumpt zijn tot een tor in de details geweldig einde- móet ik haast wel gaan trouwen, de Nobelprijs toegekend krijgen of eindelijk bij een krant gaan werken. You never know. Dat blijkt maar weer. Nogmaals bedankt voor al dat lezen en het aller-, állerbeste!