Mis!

webiconWat een abominabel sportjaar heeft ons virtuoze landje toch weer achter de rug. 2010 was ongetwijfeld het jaar van de grote missers. Sven Kramer die een spekglad buitenbochtje miste. Arjen Robben die een bijna open kans op eeuwig Hollandse glorie miste. Yuri van Gelder die zijn neusbotje moet missen. Giovanni van Bronckhorst die … ach nee, die was trouwens raak. Die geklofte hengst in de kruising, die ja! Maar toch, het was tegen Uruguay. Dan had het net zo goed een mooie goal tegen San Marino kunnen zijn. Uruguay … het klinkt toch een beetje als ‘U-are-gay’.

Wie misten er nog meer het afgelopen jaar, zit ik te denken. Ach ja, die bange boppert van een Edwin van Calker. Die durfde op het moment suprême zijn 4-manscabrio niet door de Olympische glijbaan te loodsen. De noodlottige motoriek  van een Georgische rodelaar had hem een tamelijk angstig gevoel bezorgd. Of beter gezegd, tamelijk ijzingwekkend gemaakt. De heren remmer en duwers waren gladweg paraat voor de afdaling van hun leven. Een slopende poos geoefend en dan was daar eindelijk dé Olympische spelen. Maarliefst twintig teams die zich wisten te plaatsten voor de 4e run, maar Edwin durfde niet. Team Jamaica – “Ya man. I’m not smoking, I’m breathing” - stond te springen om in te mogen vallen. Maar Edwin durfde niet. In zo’n bobslee gaat toch nog aardig wat broekpoep als je het mij vraagt. Ach tja, je wilt als overgebleven team ook niet op het allerlaatste moment die Arend Glas uit zijn Lebensraum laten overvliegen. Linkerhandje aan de stuurteugels, rechterhandje de lucht in, nee dat zal veilig zijn. “Edwin man, you wanna kiss my egg?”

Het waren niet alleen de sporters, maar zelfs ook fanatieke sportaanbidders die dit jaar flink wat gemist hebben. Pastoor Vlaar, een zonderling figuur die een inmiddels fameuze basiliek exploiteert, moest verplicht van het bisdom een aantal missen missen. De enige pastoor die het nota bene voor elkaar schopte anno 2010 een kerk vol te krijgen. “Ik zal eens wat doldwaze WK-pret scheppen in dit monotone gebedshuis.” dacht pastoor Vlaar. “Slingertje hier, vlaggetje daar. Iedere kapelaan zijn eigen rugnummer. Een oranje koormantel? Ach waarom ook niet? En de hosties, daar kan wel wat E160a aan worden toegevoegd voor de gelegenheid.” Speciaal voor zijn gasten oreerde pastoor Vlaar een joelende psalm uit 1974. De mis werd zelfs nog ludiek afgesloten met een geluidsfragment waarop een gelukzalige bede van Jack van Gelder te beluisteren was. Tot acht keer toe galmde “DENNIS BERGKAMP! OOOH, DENNIS BERGKAMP!” door het echogevoelige huis van God. Pastoor Vlaar, ondanks dat ik niet katholiek ben wil ik in 2011 graag eens een sinaasappeltje komen eten in uw oranje biechtstoel. Het zal een lange biecht worden, dat ongetwijfeld. Dat kan dan mooi tijdens de dameshockey Champions Trophey. Hopelijk missen ze geen enkele strafcorner tegen minderwaardige hockeylandjes zoals bijvoorbeeld Argentinië.


Ach, voor de verandering waren er afgelopen jaar ook nog sporters die wel iets raakten. Nigel de Jong bijvoorbeeld. Verder is mij het sportjaar 2010 grotendeels ontgaan. Waarschijnlijk heb ik toch een hoop gemist.