Sfeer moet je laten vergeten dat je een game speelt

WesleyB (Wesley Akkerman)

Wat een hobby voor de één is, is het leven van een ander. Het zorgt voor brood op de plank van energiedrankleveranciers en chipsfabrikanten. Als je uren op een dag gamet, dan ben je dus op één of andere manier die game ingezogen. Ontwikkelaars halen steeds meer fratsen uit de kast om dat te bewerkstelligen. World of Warcraft houdt je in zijn greep door je alsmaar te laten grinden (steeds dezelfde beestjes doodmaken om in level te stijgen) en Rock Band geeft je steeds meer het idee in een echte band te spelen (met de meest recente toevoeging van het keyboard, naast de gitaar, basgitaar, drums en mic).

Een ander foefje is de sfeer. Oh, dat is zo belangrijk in een spel. Elk spel pakt dat anders aan. In het tweedimensionale landschap van de Super Nintendo kwam aan het eind van zijn levensjaren nog de game Donkey Kong Country uit. Scherpe graphics for the win en 1337 en zo en de concurrentie dacht zelfs dat Nintendo een compleet nieuwe spelcomputer ontworpen had. Maar niets was minder waar: het was niet meteen de gameplay van de Kong die ons omver blies, maar de sfeer. De rustieke, soms mysterieuze maar o zo realistische sfeer. De uniciteit drukte een stempel op de populariteit van ook de twee daaropvolgende games, met evenzo onwijs gave grafische kwaliteiten. Maar wanneer je dan naar het vervolg kijkt, dat vandaag uitkomt, schrik je toch een beetje.

Hoewel het natuurlijk goed nieuws is dat er een nieuwe Donkey Kong-game in de Country-serie verschijnt, heeft het spel – op de naam en de gameplay na – niets te maken met de originele spellen. Het hoge niveau van realisme op de SNES, waar wel statische achtergronden voor nodig waren, is ingeruild voor interactieve en constant bewegende rommel van cartooneske afleidingen en ingevingen. Van de sfeer uit de jaren negentig is niets overgebleven en dat mag je de ontwikkelaar achter de Metroid Prime-trilogie, waar sfeer nóg hoger in het vaandel staat, aanrekenen. Het zou zomaar de grootste teleurstelling van het jaar kunnen worden, ware het niet dat ontwikkelaar Retro Studios goed heeft gekeken naar wat deze nieuwe sfeer voor het spel, misschien wel voor het genre, kan betekenen. Bekijk de onderstaande screen en stel je hem eens bewegend voor.

Even gaat het niet om die vijanden die je het leven zuur maken. Je geeft niets meer om die bananen die in de lucht zweven – hoe ze dat ook moge doen. Dat je kleine vriendje constant achter je aanrent en moeite heeft jou bij te houden, doet je ook niets. Het gaat om dit moment. Het rennen door het landschap nabij de kust van, laten we zeggen, Afrika. Het zand dat onder je voeten zijn weg langs je hiel omhoog maakt. De zon staat laag op het water, de lucht kleurt oranje en dat zorgt ervoor dat de voorgrond compleet in koesterende duisternis verhuld wordt. Het is een heel apart gevoel om daar te rennen – je bent even niet meer met het spel bezig, maar juist met het genieten van een wereld die eigenlijk niet bestaat. Ondanks dat deze levels schaars zijn, zal het Donkey Kong Country Returns redden van een potentiële nederlaag. De sfeer in een game moet je laten vergeten dat je eigenlijk aan het gamen bent. Dan ben je als ontwikkelaar geslaagd in je presentatie.