Per seconde keizer

"Vroeger, toen de knaken nog van hout waren. Toen hoefden we niet zo veel geschiedenis te leren. Toen hadden we geen drempels, toen hadden we kuilen!"
Aldus Berry, onze dorpsoudste in zijn meest beschonken toestand. Volgens Berry was vroeger alles vele malen beter. Paard en wagen, telefoons met snoer en draaischijf, Remington typemachines of bier uit een houten vat. Allemaal dingen waar Berry nog dagelijks over mijmert. Noem het woord “antiek” en Berry schiet vol. Noem de naam Johnny Weissmuller en Berry begint als Tarzan aan de kroegbel te slingeren. “Hoezo een rondje geven? Daar deden we vroeger helemaal niet aan!”

Als we Berry mogen geloven, heeft hij zelfs nog de eerste twaalf testvluchten van de gebroeders Wright gesaboteerd. Dat ging hem destijds toch iets te ver, al dat luchtvaartgepionier. Pas op 11 september 2001 zag Berry voor het eerst in zijn leven een modern vliegtuig … en een tv. Terwijl de wereld in diepe rouw gedompeld was bestelde Berry nog een biertje en mompelde: “Ik wist het wel. We zijn gewoon niet gemaakt om te vliegen.”

Ondanks zijn vliegangst staat Berry amper met beide benen op de grond. “Kan iemand Berry even oprapen?” is wellicht de vaakst gehoorde slogan in ons dorpscafé. Hij durft nauwelijks nog de straat op, dus blijft hij in de kroeg zitten. Berry slaakt doodsangsten uit als het over toekomstmuziek gaat. We moesten hem troosten als een zuigeling, toen de wc van de ene op de andere dag vanzelf begon door te spoelen. Bevangen van schrik stelde Berry ons die prangende vraag: “Maar hoe weet die bak dan wanneer ik klaar ben met pissen?” Geen snars, begrijpt Berry van het menselijk streven naar vernieuwingen.   

#

Tja ... Blijf tijden maar met elkaar vergelijken en dan zie je hoe snel alles om de mensheid heen verandert. Maar hoe ziet het eruit dan; de toekomst? Erg lui in ieder geval. Gemakzucht is het sleutelwoord. De doodeenvoudige behoefte van de mens om als een keizer te willen leven blijft zich hoe dan ook ontwikkelen. Je hoeft gewoon niets meer te doen, in de toekomst. Voor alles bestaat een oplossing. Zelfs voor problemen.

Ik heb zelf dus ook een aantal ideeën. Ideeën ja! Noem ze geniaal, noem ze absurd. Het zijn gewoon een aantal concepten. Vrij handig, theoretisch haalbaar en logischer dan een crowdsurfverbod.
Waarschijnlijk bestaan de meeste dingen zelfs al. Zuid-Korea schijnt wat dat betreft nogal HI-TEC te zijn. Daar heb je al robots in ziekenhuizen, vertelde iemand me die er geweest was. Ze zijn in staat om rondleidingen te geven en om pillen rond te brengen. Reuze handig! Maar als ik zelf nog wat add-ons zou mogen bedenken, dan kunnen deze robots over twintig jaar tevens: Uiterst gecompliceerde diagnoses stellen, wekenlang durende openhartoperaties uitvoeren en als klap op de lasershow zelfs bejaarden wassen. Dat laatste is nu nog geen optie, gezien bejaarden van vandaag de dag nogal angstig zijn voor robots. Maar de toekomstige generatie ouden van dagen zijn tegen die tijd al ruimschoots gewend aan de wasrobot. Bijkomend voordeel is de vermindering van het aantal opa-randt-zuster-aan gevallen. Een robot kun je namelijk alles laten doen wat jíj wilt! Een robot voelt geen schaamte, pijn of vernedering. Een robot doet geen aangifte, slaat niet terug en loopt niet te schreien. De robot zal de mensheid gaan dienen. Buigt u allen voor de robot.

De ziekenhuisrobot transformeert, eenmaal in de buitenlucht, tot een traumahelikopter en haalt slachtoffers uit de meest smeulende vulkaankraters. De supermarktrobot haalt je boodschappen uit het schap, brengt ze bij je thuis en sorteert tevens je klimaatkast op alfabet. De mijnwerkersrobot kun je moreel gezien gewoon laten creperen in een ingestorte tunnel. En de klusrobot legt zonder enige vorm van pauze een magneetzweeftreintraject aan terwijl-ie tegelijkertijd zes katoenvelden oogst. Hulde aan de robot!

#

Tot zover de robot. Hoe ziet ons huis er dan uit, in de toekomst? Ook nogal praktisch als het aan mij ligt. De volgende opsomming bestaat uit mijn eigen ideeën. Ik heb “het huis van de toekomst” nog nooit bezocht, maar wellicht treft u enige gelijkenis. Puur toeval!

Dinsdag 6 mei 2031. Het is twee uur ’s middags wanneer Jan Modaal klaar is met zijn werk; dingen bespreken. “Eindelijk weekend!” denkt Jan, vermoeid dat hij is. Hij parkeert zijn vliegende auto zonder tweemaal terug te steken direct binnen de lijnen. Nou ja, eigenlijk parkeert de vliegende auto zichzelf. De vliegende auto weet ook waar Jan woont. Feitelijk hoeft Jan alleen maar in en uit te stappen en een locatie in te spreken.
Met zijn vingerafdrukpincode (tweemaal linkerduim, eenmaal rechterpink, tweemaal linkerwijsvinger) opent Jan zijn voordeur. Hij wordt direct begroet door zijn huisrobot Slavj: “Dag Jan. Welkom thuis.” bliept Slavj.

Nog voordat Jan de voordeur achter zich heeft dicht geseind, heeft Slavj Jans schoenen al ontdaan van mogelijk zand en vuil en zijn anti-ozonpak aan de kapstok gehangen. De deur van de hal naar de woonkamer opent zich soepeler dan een huidige Albert Heijn-deur. In iedere ruimte waar Jan binnenstapt, springt het licht automatisch aan. In iedere ruimte die Jan verlaat, dooft het licht automatisch. Eureka! Een gemotoriseerde massagestoel rolt uit een hoek tevoorschijn en nestelt zich onder Jans achterwerk. De stoel rijdt, met Jan erin, naar zijn favoriete plek in huis; pal in de 3D-projector. Een tv-programma heet vandaag de dag “een simulatie”. Jan kan iedere denkbare situatie laten projecteren in het luchtledige van zijn woonkamer. Een afstandsbediening bestaat niet meer. Als Jan wil zappen, hoeft hij slechts zijn vingers op te steken. Jan steekt zes vingers in de lucht en prompt staat Boukje Paulusma live in zijn woonkamer het klimaat van volgend jaar te voorspellen.
... Terwijl Jan zich live in lusthof Eden bevindt, analyseert een ergonomische scanner in zijn stoel of Jan liever zit, ligt of hangt. Slavj is inmiddels klaar met koken. Uit de armleuningen van Jans stoel verschijnen twee mechanische armen. De linker hanteert een vork, de rechter een mes indien gewenst een lepel. Hier krijgt het begrip “vliegende schotel” een nieuwe betekenis. Jans warme maaltijd dient zich aan via het luchtruim en belandt precies op de plek van bestemming; Jans schoot. “Smakelijk eten!” bliept Slavj, die inmiddels de vloer aan het dweilen is.
Nadat Jan van zijn maaltijd heeft genoten, valt hij plotsklaps in zijn luie stoel in slaap. De stoel merkt dit al snel op en rijdt Jan naar zijn slaapkamer alwaar deze hem subtiel in zijn bed schuift, hem onder de dekens stopt en hem een nachtzoen geeft. (Ja, dat kan een stoel in de toekomst!) Doornroosje zou slechter geslapen hebben.
 
“Goedemorgen wakker Nederland.” Jan wordt gewekt door zijn volautomatische wekker. Een multifunctioneel systeem dat als volgt werkt: Jans bed scant zijn vermoeidheid en stelt daarop de timer in. Op het moment dat Jan het beste wakker kan worden, gaat respectievelijk: zijn bed omhoog, een alarm af, de gordijnen open en de douche aan. Na zijn douche springt zijn klerenkast open en adviseert hem naar aanleiding van Boukje’s klimaatvoorspelling naar zijn beste kledingkeuze van die dag. Jan loopt de voordeur uit, stapt in zijn vliegende auto en mompelt: “Hawaii!” De auto stijgt op …

Jan hoeft dus helemaal niks te doen, in de toekomst!

#

Als ik alleen al aan de toekomst denk, vermoeit me dat. Misschien heeft Berry toch wel gelijk. Want wat zeggen wij later tegen onze kleinkinderen dan? Soms: "Vroeger, toen de stoelen nog geen bestek hadden. Toen hadden we geen vliegende auto's, toen hadden we drempels ..."

©