Geile boerka

Bert (superworm)

Als de linkse boomknuffelende communisten op de ene flank, en de colonne zionistische fascisten op de rechter het met elkaar eens zijn, dan moet dat wel een behoorlijk vaststaand feit zijn. Iets als een natuurwet of de samenstelling van aspartaam. Maar op een paar politieke punten kunnen ze het ook met elkaar vinden; bijvoorbeeld het tolereren van het koningshuis of het erkennen van Amerika als Grote Broer. Onverwacht wellicht schudden Halsema en Wilders elkaar evengoed de hand als het gaat om boerka's.

De boerka en de niqaab, door rechtse lui tendentieus 'tenten' genoemd, worden hier in het Westen misschien wel terecht veracht. Het sluit vrouwen op, letterlijk en figuurlijk, het is abject, onvrij en al met al toonbeeld van middeleeuwse denkbeelden die we hopen te hebben ontstegen. Sommige Europese landen hebben inmiddels zelfs al besloten tot eveneens onvrije wetten, maar dubbel min lijkt hier plus, die het dragen van zulk een ding in het openbaar of volledig verbieden.

Toch begrijp ik diep van binnen stiekem al die heisa niet. Wel als het gaat om de positie van de vrouw, maar niet om het ding zelf. Een grote, aan elkaar genaaide, glanzend zwarte lap met mouwen, getooid met een dichte capuchon met een gat of gaasje voor de ogen. Van de vrouw is feitelijk helemaal niks te zien, ze zou naakt onder het ding kunnen zijn, ze zou bij wijze van de hele dag vingerend door de supermarkt kunnen lopen en niemand zou het opmerken, en juist die fantasie doet mij weifelen.

Want is het in deze post-postmoderne maatschappij niet zo, dat ons vrouwbeeld exact tegenovergesteld is van dat van radicale moslims? Je hoeft de tv maar aan te zetten of je ziet een film met Sophie Hilbrand die zichzelf vingert, Oh Oh Cherso haalt anderhalf miljoen kijkers, elke nacht is er op tien zenders seksreclame en MTV behoeft niet eens een uitleg. De clipjes immer vol naakt, reclames vol suggestie. Op bushokjes en billboards steevast prachtige dames in ondergoed. Er wordt helemaal niets aan de verbeelding overgelaten.

Een gemiddelde Westerling zal in zijn leven honderdduizenden, zo niet miljoenen van dat soort dingen voorbij zien komen. Een man kan een schaarsgeklede vrouw al naakt intekenen, voor ze de weinige kledij uittrekt. Niets is meer verrassend, elk paar mooie benen, borsten of billen een variërende kopie van al die andere. Toen ik laatst in een vlaag van verstandsverbijstering de tweede halve finale van het Eurovisie Songfestival bekeek, werd mijn punt opnieuw bevestigd: het was een ware vrouwelijke vleesparade.

Ik was daarom ook volkomen uit het veld geslagen door het prachtige, in klederdracht getooide meisje dat voor Slovenië een liedje kwam zingen. Alleen haar handen en gezicht waren zichtbaar, de rest was een wolk van wijde rode plooien. Maar die perfecte kaaklijn, het sluikse bruine haar, het eveneens betoverende gezichtje, deden mij meer dan al die tieten van de oostbloklanden voor haar gedaan hadden. Alsof ze naast me stond te zingen werd ik haast verliefd op deze verschijning, in die drie minuten.

En dat gevoel versterkt zich met die wijde, glimmende kleren, vaak gebloemd of in allerhande deprimerende kleuren, meestal getooid met een hoofddoekje. Wat zit eronder? Is een vrouw in lingerie niet ook opwindender dan een al volledig naakte? Telkens als zo'n moslimvrouwke aan mijn oog voorbij trekt, voel ik 'm groeien. In deze maatschappij van vleeskeuring doet het mysterie van zoveel kledij mijn hart sneller kloppen. Ik stel me het haar voor van Fajah Lourens in de FHM van een paar jaar geleden, het lichaam van Katja in De oesters van Nam Kee, de borsten van Yolanthe.

Soms 'doe ik een dagje Den Haag' met Omniversum, Kamer of strand, en altijd als ik maar even in de gelegenheid ben pak ik dan de tram naar één van die nare buurten – ik ken de namen niet, maar ik stap gewoon op het minst aantrekkelijke gedeelte uit. Dan probeer ik ze te zoeken, verlang ik naar een tentententoonstelling. Het is nog best moeilijk, er zijn er maar een paar duizend in heel het land en ze komen natuurlijk gemiddeld weinig op straat.

Maar áls er dan, in een straat waar ik als blanke een absolute minderheid ben, vol geuren en kleuren en talen die mij onbekend zijn, ook maar één voorbijloopt, zo'n zwarte gedaante die in langzame tred langs me schuifelt, haar ongetwijfeld prachtige, reebruine ogen neergeslagen, de vormen van het lichaam die ondanks de vele lappen stof zichtbaar zijn als ze haar ene been voor het ander zet, dan gaat de luidruchtige en geurige omgeving in het niet op, en zijn wij samen, de boerkadraagster en ik, dan gaan mijn ogen telkenmale de gestalte af, schuifel ik er nonchalant achteraan, de wind blaast het geval tegen haar warme lichaam aan, is het mijn verbeelding of is de boerka een beetje doorzichtig, de ronding van billen lijkt zichtba–

Ik sta plots stil, kijk haar weemoedig na. Te laat. De wereld doemt weer op en ik scheur mijn blik los van het zwarte geval. Ik zoek de omgeving af naar een café, een restaurant, een snackbar of kebabzaak, in ieder geval een plek waar ik me even kan verschonen. “Kan ik hier naar de wc?” Alleen als ik wat bestel. “Een cola alsjeblieft.” Op de wc probeer ik de ergste schade weg te vegen en de muffig herfstige kastanjegeur te verbloemen met een busje Axe. Gelukkig heeft het niet op mijn broek gevlekt. In de dubbeldekker naar Utrecht terug zit ik beschaamd maar voldaan in het trapportaal na te mijmeren.

Deze houding, gekweekt in onze eigen maatschappij, zou wellicht de ultieme uitkomst bieden voor het hele probleem van al dan niet zelfverkozen vrouwenonderdrukking binnen de islam. Ik heb er goed over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat als álle mannen zodra een vrouw meer-dan-Westers is bedekt, er schalkse, verlangende blikken naar werpen, luidruchtig met vrienden converseren over hoe geil het ze toch maakt, hoe de kracht van suggestie meer doet dan een volledig naakte vrouw, dat het dan snel over is met de 'kopvodden' en de 'tenten'.

Zodra niqaabmadames zich dan nog op straat vertonen, al die Ollandse meneren zien kwijlen, broeken overal zien groeien, een horde geilende zombies achter hen aan, velen met colaatjes van de kebabzaak op de hoek, dan hoeven we niet langer politiek te bekvechten over een eventueel verbod of belasting, en lost het probleem hoogstwaarschijnlijk in ijle, ietwat naar champignons ruikende lucht op.

  Otis Redding - I've Been Loving You Too Long (1965)