Waarom ik nooit meer Budweiser drink

jorrit.smink

Het is drie uur voor de wedstrijd Nederland - Spanje, als ik op het punt sta het complex van het Soccer City stadion op te lopen. Vijfhonderd meter voor het stadion waar de WK-finale wordt gespeeld staan al de eerste entreepoortjes met zwaar bewapende politiemensen eromheen.

Ik zie een Nederlander staan met een kartonnen bordje. `I need tickets´ staat erop. Ik stap op hem af en vraag hem wat de kaarten nu doen. Drie uur voor de wedstrijd blijkt dat nog altijd 1.500 dollar te zijn. Ik wens hem veel succes en loop het terrein op.

Ik heb ernstig met hem te doen. De Nederlander had net als ik duizend dollar bij zich om een kaart te bemachtigen. Zal het hem lukken? Mij is het wel gelukt. Ik heb zes uur eerder voor dit bedrag een finalekaart gekocht van een Mexicaan, die het me door een Engelsman liet bezorgen. Ik had het via internet geregeld en de overdracht bij een duur hotel laten doen. Had die Nederlander ook moeten doen. Duizend dollar om Nederland de finale te zien winnen. Op zich geen geld.

De Engelsman zei nog dat ik geluk had gehad. Hij kende andere Engelsen die tweeduizend dollar voor finalekaarten hadden betaald. Dat was voordat Engeland het tegen Duitsland verneukte. Wat een geluk had ik!

Ik was voor deze wedstrijd speciaal vanuit Santiago de Chile naar Zuid-Afrika gereisd. Ik zou uiteindelijk maar 34 uur in het land zijn. Meer dan genoeg ook, want het lukte de Zuid-Afrikanen in die korte tijd mijn filmcamera te stelen en mij een gruwelijk enge taxirit te bezorgen.
Hoe dan ook, ik voelde me speciaal. Ik was een topfan. Ik was op de bonnefooi naar Zuid-Afrika gereisd, gewoon om Nederland wereldkampioen te zien worden. Ik verdiende het ook om bij de finale te zijn. Ik heb alle wedstrijden van Oranje gezien tijdens Euro2004 en Euro2000 bijvoorbeeld. En niet als pers, gewoon via de supportersclub. Daarna ben ik naar Chili verhuisd. Mag ik nu verdomme eens een keer de finale bekijken? Ik weet alles van voetbal. Ik hoor daar te zijn!

In Johannesburg werd ik een dag eerder getipt door een Nederlander die een vriend had met vier kaarten. Hij zou ze voor de kostprijs wegdoen: 900 dollar het stuk. Uiteraard zou hij er niks meer voor vragen. Hij had die tickets allemaal van Budweiser gehad. Bovendien had hij toch een goeie baan, hij werkte in Dubai werd me verteld.

Aan die Nederlandse Budweiser-man moet ik nog even denken als ik definitief richting het stadion loop. De dag ervoor wilde hij plotseling 1.500 dollar per kaart hebben. Hij had immers op teletekst gelezen dat dat op de zwarte markt werd betaald. Ik zei dat ik duizend had en een groot fan was. Hij verkocht me niet. Wat een vuile teringhond had ik hem gevonden, waarschijnlijk had hij nog nooit zelf voor een kaart betaald. In niets leek hij op een voetbalsupporter.

Je landgenoten voor een WK-finale gaan lopen naaien, met kaarten die je hebt gekregen van een WK-sponsor. Je moet er maar opkomen. Ik kijk nog een keer om. De man met het `I need tickets´-bord staat nog steeds voor het hek. Ik loop naar het stadion. Ik vind de Budweiser-man een steeds grotere lul.

Eenmaal binnen krijg ik dorst. Frisdrank, koffie of Budweiser. Koffie dus. Nooit maar dan ook nooit zal ik meer Budweiser drinken. In naam van alle echte Oranje-fans die het stadion uiteindelijk niet binnenkwamen.

Meer over het WK 2010 en het Zuid-Amerikaanse voetbal op www.jorritsmink.com