Corruptie in Brabant

Jan (Bakoenin)

Onlangs is de vastgoedfraudezaak Klimop van start gegaan voor de rechtbank in Haarlem.
Justitie heeft een schikking getroffen van veertig miljoen euro met Haagse Harry Hilders. Met dat bedrag heeft Hilders in feite justitie afgekocht en wordt niet langer vervolgd in de Klimopzaak.
Harry had smeergeld betaald aan een directeur van het pensioenfonds van Philips. Daarna heeft hij vastgoed gekocht voor een veel te lage prijs en dat weer doorverkocht voor een veel te hoge prijs. Wel slim, maar je mag nou eenmaal geen mensen omkopen.

Op zich stel ik niet zoveel belangstelling in dit soort criminele activiteiten. Het is allang bekend dat de vastgoedsector bestaat uit maffiosi die heel veel geld verdienen door heel erg te sjoemelen. Maar toen ik het op het journaal zag, kwam ineens weer een herinnering bij me boven.

Het was in 1987. Ik was net een jaartje manager van een grote afdeling bij het bedrijf waar ik werkte en gedurende dat jaar had ik deelgenomen aan een managercursus. Die managercursus was een interne cursus van het bedrijf. De deelnemers waren medewerkers die nog maar korte tijd manager waren. We waren nog met tien managers over, want er waren een paar deelnemers gedurende het jaar weggestuurd omdat ze eigenlijk niet voldeden als manager.
De laatste cursusdagen vonden plaats in een cursuscentrum in de buurt van Oisterwijk.
Er stonden een overlevingstocht en een managerspel op het programma. Wat dat laatste inhield was me niet duidelijk. Voor mij was zo’n ‘overlevingstocht’ ook al een spel. De cursusleiding zou namelijk nooit tien managers van het bedrijf echt in een overlevingssituatie durven brengen, dus het zou wel meevallen. En het viel ook mee.
De cursus was van dinsdag tot en met donderdag en werd gegeven door twee docenten: Frank en Sandra. Met Sandra had ik gedurende het jaar een vrij innige vriendschap opgebouwd. We hadden al acht blokken van een paar dagen samen in hotels en bungalowparken doorgebracht en al vanaf het begin was er een sterk band tussen ons. Ze kwam dan ook regelmatig bij mij op de kamer vast het programma voor de volgende dag doornemen en dan werd het om de een of andere reden niet laat dat ik in bed lag, maar wel laat eer ik sliep. Een ding was zeker, Sandra was wel mooi, maar niet erg sportief. Dat bleek ook nu weer.

We werden de eerste morgen om zes uur wakker gemaakt. Dat was voor mij wel overleven, want ik ben een avondmens en heb een gruwelijke hekel aan vroeg opstaan. Na het ontbijt moesten we van Frank en Sandra tien rondjes om het bungalowcomplex gaan hardlopen. Sandra zou met ons meelopen. Wij hielden dat makkelijk vol, maar Sandra haakte al na twee rondjes met een rood hoofd af.
Daarna moesten we aan een lang koord dat bij iedere deelnemer om het middel was geknoopt zodat we allemaal aan hetzelfde koord vastzaten, in een rij langs een sloot lopen. Het was daar erg drassig en je zakte soms aardig weg in de modder, maar we vonden het prachtig. Frank en Sandra hadden natuurlijk gedacht dat er halverwege een paar cursisten terug zouden willen en de anderen door, zodat een conflictsituatie zou ontstaan, maar we liepen heerlijk te soppen en hadden het uitstekend naar de zin. Opdracht mislukt.
Daarna werden er paartjes uitgezocht. Ik werd gekoppeld aan Bram. De bedoeling van de leiding was, dat er een redelijk dominante cursist samen met een enigszins onderdanige cursist een opdracht zou gaan vervullen in de bossen daar dichtbij. Nou zijn managers over het algemeen al niet onderdanig, maar volgens eerdere rapporten van de cursusleiding waren zowel Bram als ik dominant, dus wij vonden het wel vreemd dat we aan elkaar werden gekoppeld. Maar wel leuk.
En daar liepen we samen midden in het bos. Ik moest een blinddoek voor en Bram moest me leiden zodat ik niet zou vallen. Bovendien was mijn linkerbeen aan zijn rechterbeen gebonden dus we liepen nogal vreemd. Halverwege moesten de rollen worden omgedraaid. Het was een doordeweekse dag, dus we kwamen niemand tegen, maar op een gegeven moment moesten we wel langs een paar wegwerkers die heel vreemd keken. Dat zei Bram natuurlijk, want ik zag niets.
“Goedemiddag.” zei Bram en groette ze met een vriendelijk knikje, terwijl hij mij leidde.

Dit heeft natuurlijk allemaal niets met fraude te maken, maar het volgende onderdeel van de cursus wel. Dat was het spel dat ik eerst niet begreep.
Het bleek een opdracht. We moesten een gezamenlijk project bedenken en dat ook uitvoeren alsof het een echt project was. We verzonnen een beautyfarm.
 
De hele morgen hadden we besteed aan de inrichting van de farm en de planning om de farm te realiseren. We moesten naar de bank voor een lening, we moesten een reclamebureau inschakelen om te kijken wanneer, welke reclame moest worden gemaakt en we moesten naar de Gemeente om naar een geschikte locatie te informeren. Afspraak met de cursusleiding was wel, dat we net moesten doen of het echt was en we de instanties niet over de cursus mochten informeren.
Bram en ik gingen naar het gemeentehuis van Oisterwijk.
We hoefden niet lang te wachten of we werden ontvangen door de gemeentevoorlichter.
We legden de man uit dat we in de omgeving van de gemeente Oisterwijk een beautyfarm wilden beginnen en dat we een geschikte locatie zochten.
De voorlichter vroeg ons wat de activiteiten zouden zijn binnen de farm en we legden uit wat er zoal in onze farm te vinden zou zijn. We zagen aan zijn ogen dat hij zeer geïnteresseerd was. Blijkbaar had zijn vrouw ook een opknapbeurt nodig.
Nadat we ons verhaal hadden gedaan liep hij naar een bureau, trok een la open en haalde er een map uit. Uit die map kwam zowaar een bestemmingsplan.
“Kijk,” zei de man, “dit is het bestemmingsplan van een gebied hier dicht in de buurt. Daar is een golfbaan gepland. Het zou natuurlijk een prima locatie zijn voor die beautyfarm.” Hij wees op een laan, die achter de geplande golfbaan lag.
“Hier komt ook een restaurant en er is nog plaats genoeg voor de beautyfarm. Ik kan echter nog niets echt beloven, want dit bestemmingsplan is nog niet goedgekeurd en de milieuorganisaties hier moeten er nog naar kijken, maar dat regel ik wel voor jullie.”
Ik kreeg bijna een kleur. We hadden ons verhaal zo goed gebracht dat hij zijn boekje volledig te buiten ging. Een bestemmingsplan dat nog niet is goedgekeurd zomaar aan buitenstaanders met commerciële belangen laten zien en al met hen een locatie plannen kan natuurlijk helemaal niet. Bovendien was dit een gewone voorlichtingsambtenaar. Als die zo sprak, dan was het beslist niet de eerste keer dat hij met zoiets te maken kreeg en dan wist hij ook zeker dat hij het echt kon regelen. Zo’n man had dus blijkbaar de hele gemeenteraad in zijn zak. Ook Bram keek onzeker. Maar we mochten natuurlijk niet vertellen dat het een spel was, dus deden we net of we heel enthousiast waren. We kregen gewoon een kopie van kaart met de locatie waar dat golfterrein zou komen van hem en toen we weer vertrokken, kregen we ook nog een visitekaartje van een aannemer in handen gedrukt.
“Met hem kun je goed zaken doen.” Hij gaf ons een knipoog. We wisten genoeg.
Toen we het gemeentehuis verlieten, zagen we meteen brasserie ‘de Swaen’.
“Daar zal die man wel vaak met projectontwikkelaars hebben gezeten.” lachte Bram.
Als we gewild hadden, dan hadden we beslist die beautyfarm op die prachtige locatie kunnen krijgen. Alleen de cursisten die naar de bank waren geweest, hadden geen lening los gekregen.
“Laat eerst maar eens een plan van aanpak zien.” Dat was het antwoord van de bank geweest en dat plan van aanpak hadden ze natuurlijk niet. Destijds gaven banken nog niet zomaar een lening.