Tour 3: Een plasje olie

Jan (Bakoenin)

Een renner uit Châtellerault
Die had aan de finish veel jool
Niet ver van de meet
Lag de rest op z’n reet
En hij speelde de eerste viool
 

 

“Mijnheer Armstrong, mag ik even plassen?”
“Natuurlijk jongen, maar niet te lang weg blijven, hoor.”
“Mijnheer Cancellara, mag ik even vooruit rijden om mijn familie te begroeten?”
“Nou, vooruit dan maar, maar niet stiekem weg blijven, anders word ik boos.”
“Mijnheer Cancellara, er zijn er een paar gevallen, mag ik doorrijden?”
“Wie liggen er bij, jongen?”
“Bijna iedereen mijnheer Cancellara. Armstrong, Contador, de gebroeders Schleck, maar ik niet en ik ben ook kanshebber.”
“Ben jij helemaal besodemieterd. Je profiteert niet van de val van een andere renner.”
“Maar mijnheer, als ik val wachten die anderen toch ook niet? Dat zag je vorig jaar wel. En als andere renners vallen, dan wacht er ook niemand.”
“Wil jij soms oorlog knulletje? Bel maar eens even met de ploegleiding.”

Wat een prachtige etappe had kunnen worden, werd een kutetappe. Chavanel was uiteraard een renner die verdiende te winnen, want hij was het, die de vlucht inleidde en stand hield. Samen met zeven andere vluchters bouwde hij een voorsprong op die tot ongeveer zes minuten opliep. Daarna bracht Cervélo de achterstand terug tot ongeveer drie minuten. Het was duidelijk dat Hushovd iets van plan was. Hij wist dat hij de laatste colletjes kon overleven als er in een hoog tempo naar boven werd gereden en dat Cavendish dat niet kon. En dat bleek de juiste tactiek. Hushovd kwam na de afdaling van de Stockeu inderdaad met de eersten van het peloton beneden. Hij kan namelijk zeer goed dalen. Maar toen die renners achter zich keken, zagen ze een gapend gat. In de afdaling van de Stockeu had olie op de weg gelegen en bijna het hele peloton was daar over de weg gestuiterd.
Beneden werd de schade opgenomen. En wie waren niet op hun mooie konten gegaan? Gesink en Menchov. De beide Raborenners. Ook Freire was er nog.
Ik ging er eens even goed voor zitten. Die zouden natuurlijk samen met de helpers van Hushovd de paar koplopers die er nog voor reden gaan inhalen en dan mochten Hushovd en Freire het samen uitzoeken voor wat betreft de winst van de etappe en Gesink en Menchov zouden goede zaken doen. Maar wat bleek? Er gebeurde niets. Men wachtte op de rest en ging later gezamenlijk in een slakkengangetje de finish over, bijna vier minuten na Chavanel.
In het interview met Gesink na afloop bleek dat hij eigenlijk liever gewoon door had gereden. Het zal dus wel weer door de ploegleiders zijn bedisseld en in de oortjes zijn getoeterd dat ze niet mochten doorrijden. RadioShack van Armstrong, Astana van Contador en Saxobank van Cancellara en de gebroeders Schleck zijn gewoon de baas in het peloton en bepalen wat er gebeurt. Want wat zou er gebeurd zijn als Menchov en Gesink onderuit waren gegaan en de rest niet?
Cancellara schijnt naar de auto van de jury te zijn gereden en zou met hen hebben afgesproken de wedstrijd stil te leggen. Wat is dat voor gelul. Sinds wanneer bepaalt een jury of renners wel of niet mogen doorrijden na een valpartij?
Ik hoop dat Armstrong, de gebroeders Schleck, Cancellara en Contador morgen allemaal hard op hun bek gaan op de kasseien, maar dat zal wel een droom zijn die niet uit gaat komen.

De lul van de dag:

Eigenlijk was bijna iedereen de lul vandaag. De een wat meer dan de ander en Delage is uitgevallen en dus nog iets meer de lul. Maar voor mij was Herbert Dijkstra de lul van de dag.
Hij dacht met een nieuwtje te komen.
“Mijn favoriet voor vandaag is Vinokourov, want de president van Kazachstan is vandaag jarig en hij wil hem de overwinning cadeau geven.” zei hij.
Nazarbajev is 6 juli jarig lul Dijkstra. Dat is morgen. Je moet hem dus voor morgen opschrijven als ze over de kasseien gaan fietsen.
Daar zal ik het meteen even over hebben. 

Morgen krijgen de renners kasseistroken te verwerken. De favorieten doen het nu al in hun broek vanwege die bonkige beulen. Kinderhoofdjes worden ze ook wel genoemd. Nou, ik zou niet graag een kind zijn met zo’n hoofd. Dan nog liever een waterhoofd.
Het zal er zwart zien van de mensen, maar dan niet vanwege de hoeveelheid mensen. Het is de streek van de ‘gueules noires’, de zwartsnoeten. Het is wel lang geleden natuurlijk dat de mensen er in de mijnen werkten, maar het blijft gewoon in je huid zitten. En het zit zo diep dat het ook in de genen zit en dus zijn de kinderen ook zwart.
Het vreemde geluid langs de kant van de weg daar, komt ook van die voormalige mijnwerkers. De meeste van hen hebben namelijk stoflongen en halen piepend adem.
De streek heet in wielertermen ‘de hel van het Noorden’, maar er was vroeger ook een onderaardse hel waar vrouwen en kinderen kolenwagentjes van 650 kilogram voortduwden.
Later zijn er Noord-Afrikanen te werk gesteld. Die waren toch al enigszins zwart.
Bij Arenberg ligt het beruchte Bos van Wallers-Arenberg, ontdekt door de Franse wielrenner Jean Stablinski. De enige renner die de hel van het Noorden zowel onder als boven de grond heeft meegemaakt, want hij was er mijnwerker voordat hij wielrenner werd. Morgen ligt deze beruchte strook kasseien trouwens niet in het parcours. Maar er blijven nog genoeg andere kasseistroken over.

Het kan dus goed zijn dat zich op die kasseien hevige gevechten tussen de kanshebbers gaan afspelen. Dat zal dan niet voor het eerst zijn, want in die regio is er behoorlijk wat afgevochten. Je kunt er de sporen aantreffen van bijna elke oorlog die in Europa woedde.
Er zijn in het nabijgelegen Valenciennes oorlogsgraven uit zowel de eerste als de tweede wereldoorlog.
Op de begraafplaats St.Roche in Valenciennes is nog iets opmerkelijks te vinden. Er is een plaquette van een tuinman die in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd opgepakt, omdat hij geallieerde vliegeniers hielp ontsnappen. Zijn naam? Robert Armstrong. Toeval? Benieuwd of zijn naamgenoot morgen de kasseien overleeft. Robert heeft het in ieder geval niet overleefd, want hij stierf in een kamp in Duitsland.

Het gebied ligt niet ver van de grens met België en de Vlaamse invloed is goed te merken. Een van de streekgerechten is: Carbonade de boeuf à la Flamande. Een Vlaams gerecht.
De oven voorverwarmen op 150 graden en een kilogram magere runderbout in blokjes snijden en in boter op een hoog vuur rondom braden en dan op een schotel leggen. In het braadvet met een lepel olie toegevoegd vier fijngesnipperde uien tien minuten stoven, een teentje knoflook en wat bruine basterdsuiker toevoegen en de uien dan op een schaaltje leggen. Voeg aan het braadvet wat vocht toe dat uit het vlees is gelekt en roer er een eetlepel bloem door. Neem de pan van het vuur en roer er beetje bij beetje 500 ml bier door en breng het op smaak met zout en peper. Zet de vlam hoger en laat het vocht wat indikken. Leg het vlees en de uisnippers in een stoofpan. Steek twee laurierblaadjes en vier takjes tijm tussen de lagen, giet het vocht over het vlees, dek de pan af met een deksel en zet hem gedurende drie uur in de oven tot het vlees mals is. Verwarm de grill voor en rooster acht stukjes stokbrood aan beide kanten. Bestrijk de broodjes met dijonmosterd en leg de stukjes stokbrood op het vlees met de mosterdkant naar boven. Zet de hele pan nog een minuutje onder de grill en geniet daarna van dit streekgerecht voor vier personen. Neem er een lekker rood wijntje bij om op de renners te proosten.

Kanshebbers voor de etappe?
Cancellara, Ballan, Breschel, Flecha, Maaskant en Vinokourov. Normaal gesproken zou ik Terpstra er ook bij hebben gezet, maar hij schijnt niet in orde te zijn en bovendien is hij gevallen, maar dat waren er wel meer. Tot nu toe is dit een Tour de chute.