Mijn brief aan God

Thako (Okaht)

Beste God,

Als Henk Krol namens de Sodomisten van de Gaykrant een brief aan je kan schrijven, zal het geen probleem zijn als deze heteroseksuele atheïst wat leesvoer onder je neus schuift. Qua marketing ben ik sowieso een interessantere klant voor je dan Henk Krol. De kans dat je mij weer terug in de kerkbanken krijgt is minimaal de helft groter, daar ik geen onderscheid maak tussen seks met gelovige of ongelovige vrouwen. Kut is kut. De herenliefde is aan mij in ieder geval niet besteed, dus dat kun je me ook niet afpakken.

Vergeef me dat ik tutoyeer. In theorie heb je me al in meer beschamende posities gezien, dan wie dan ook in mijn leven. Die kunstmatige afstand, die de gemiddelde gelovige in acht lijkt te willen nemen, zet ik daarom gemakshalve toch maar liever gewoon opzij. Wie me al zo vaak heeft zien schijten, noem ik gewoon je, jij en jou hoor.

Eerste punt van gesprek is natuurlijk de paradox  van het schrijven van deze brief. Ik geloof je niet, maar ik spreek je wel persoonlijk op zaken aan. Ik geloof niet eens in je bestaan, maar ik stuur je wel een gerichte brief. Maar ik durf die contradictie wel aan hoor.
Ik spreek mezelf regelmatig in de derde persoon aan op allerlei zaken, terwijl ik weet dat ik het toch echt tegen mezelf heb. Ik schrijf regelmatig columns voor een fictieve schare fans, terwijl ik weet dat ik niet bepaald een Theo van Gogh ben. Het kost me dus niet bepaald moeite om jou als fictieve vertegenwoordiger van allerhande gelovige clubs toe te spreken.

Ik zeg allerhande groepen, daar de term God nu eenmaal door een veelvoud aan overtuigingen wordt geclaimd. Een aantal hebben het dan weer over meerdere Goden, maar zelfs die lui spreken toch altijd wel weer een voorkeur uit voor een favoriete Dame of Heer, of komen uiteindelijk met de theorie dat alles weer kan worden teruggebracht tot die ene Grote Energie, waar alles en iedereen deel van uitmaakt. Vaak schrikt men er zelfs niet voor terug om onderdelen van andere religies op te nemen binnen de eigen visie.
Hoewel dat naar mijn mening ook weer gewoon een stukje marketing is.

Tweede punt is dat ik absoluut niet weet waar ik het feitelijk met je over zou moet hebben.
Het is altijd wat gemakkelijk om alle ellende in de wereld in jouw schoenen te schuiven. Ik vermoed dat dit ook wel het standaard gesprek met jou is en dat dit gezeur je intussen de strot uit komt. Maar ik besef ook al te goed wat voor zooitje de mensheid er zelf van maakt. Ik wil me daarom niet bezondigen aan dat soort gezeik.

Als ik het juist wat kleiner wil houden, kom ik al snel op mijn eigen gezeik uit. Enkele jaren terug heb ik echter beloofd daarmee te stoppen en gewoon zelf mijn leven in handen te nemen en te houden. Volgens mij zijn wij in die tijd ook wel zo'n beetje uitgepraat geraakt.

Maar hé! Is dat niet juist een hele rake redenering van mij? Toen ik zelf besloot om verder een beetje normaal te gaan doen en er niet meer zo'n puinhoop van maakte, had ik jou niet meer zo hard nodig. Jij had niet meer zoveel werk om bij mij de boel steeds maar weer op de rit te zetten. Steeds minder lastige vragen om te beantwoorden. Niet meer dat gezeik van mij aan je kop. Ik heb geen last meer van dat onbestemde en ongefundeerde schuldgevoel dat nergens op is gebaseerd.
Een win-win situatie zou ik zeggen!

Dus. Voordat ik je werkelijk dringende vragen heb kunnen stellen, heb ik mijn antwoorden alweer binnen. Volgens mij is dat wat sommigen bidden noemen. Gewoon eventjes het gezonde verstand laten werken en al het overbodige gelul negeren. En verder goed naar jezelf luisteren.
Laten we dus afspreken dat ik je in de toekomst alleen nog maar lastig zal vallen met dit soort fictieve brieven. Of je ze leest is helemaal aan jezelf. Als ik mijn antwoorden verder maar zelf mag verzinnen, komt alles toch wel goed.

Als jij dan straks die maagden, de melk en de honing regelt, hebben wij een prima deal.

De groeten,

Thako