Zondag in een forensendorp

Robin (petertjeprik)

Hans pakt de afstandbediening,  zet de televisie aan , zapt langs alle zenders en zet het apparaat weer uit. Vervolgens loopt hij een aantal rondjes door de huiskamer, blijft staan bij de openhaard  en kijkt naar de klok op de schouw. Met zijn hoofd dichtbij de plaat aanschouwt Hans hoe de wijzers krampachtig steeds een millimeter verschuiven. Gehypnotiseerd door het tikkende geluid blijft hij zeker vijf minuten staren. Dan pakt Hans een boek uit de kast, leest twee bladzijden,  zet het terug en laat zijn ogen vallen op een konijn van kristal, dat voor de boeken op de plank staat. Hans pakt het beestje op en loopt naar de keuken waar hij het dier aan de rand van de eettafel plaatst. Voor de tafel loopt hij heen en weer en spreekt: ‘U bent schuldig aan verraad. Een verhaal of enig ander vorm van vermaak van uw kant, blijft al enige weken uit, heer Oryctolagus Cuniculus. Wat is uw commentaar op deze aantijging?’ 
Het stuk edelsteen zwijgt in alle talen. Hans neemt twee boterhammen uit de vriezer, ontdooit ze in de magnetron en besmeurt de sneetjes met  dikke lagen pindakaas. Na drie grote happen poogt hij met volle mond de letter P middels een bekend poplied  zo overdreven mogelijk uit te spreken ‘P-p-p-p-p-p-p-poker…FACE! ‘ Spetters pindakaas en brood vliegen door de keuken. ‘Ruim ik zo wel op’, mompelt hij en spoelt de laatste stukjes brood weg met koude koffie. Terug in de huiskamer pakt hij papier en pen uit de secretaire en somt een aantal woorden op. Het lijkt een boodschappenlijst voor te moeten stellen:

- Kaarsen
- Chocoladesaus
- Aardbeien
- Komkommer
- Vaseline
- Condooms
- Schaar
- Punaises

Hans grinnikt, maakt het A4 tot een prop en werpt het nonchalant de kamer in.  Dan gaat hij zitten op de fauteuil en reikt naar de mobiele telefoon in zijn broekzak. ’Geen sms’jes, geen telefoontjes’, verzucht hij. Vervolgens gaat over tot het beluisteren van de muziek op zijn mobiel . Ode to Joy, Sex on fire, Five sport after Dark, White Rabbit en Billie Jean komen in een tijdbestek van minder dan een minuut voorbij. Bij het horen van ‘Death is not the End ’ rolt er dikke traan over Hans’ wangen. Hij stelt het lied in als Ringtone voor het nummer van zijn overleden oma  en schuift de telefoon in zijn broekzak. Hans loopt weer naar de keuken. In het zwart geklede mannen met hoge hoeden vergezeld van vrouwen in rokken tot aan hun kuiten passeren het keukenraam.  Buiten klinken de klokken van de kerk. Hans gaat naar het konijn op tafel, pakt het, loopt terug, houdt het stuk  kristal voor het raam en zegt: ‘Kijk Cuni, mooie meisjes! Misschien moet ik toch ook maar eens naar de kerk.’