Nederlandse arrogantie in Vancouver

Frank (drulovic)

Enkele weken geleden schreef ik een objectief stukje over schaatsen, de paria der wintersporten. Ik scoorde er in mijn naaste omgeving geen punten mee. Dat was natuurlijk te verwachten. Hoe durfde ik onze nationale sport zo af te kraken? Het was een schande. Zaterdag zat half Nederland (4.7 miljoen mensen!) weer voor de televisie om het minst interessante onderdeel van de hele Olympische Spelen te bekijken. Het werd de zoveelste slaapverwekkende ontknoping. Sven Kramer ging er met de gouden plak vandoor. Wie had dat kunnen denken! Mijn gelijk bleek eens temeer toen ik ontwaakte uit mijn remslaap, en naast onze nationale troetelbeer een kleine Koreaan op het ereschavot zag staan. Het baasje was als shorttracker niet goed genoeg en besloot daarom enkele maanden geleden uit wanhoop eens klapschaatsen onder te binden. Met zilver als resultaat. Het is de zoveelste vingerwijzing van het failliet der langebaanschaatsen. Zie je iemand die vandaag voor het eerst op ski’s staat al binnen een half jaar Lukas Bauer, Gregor Schlierenzauer of Didier Cuche verslaan?

Na afloop werd pijnlijk duidelijk dat ‘onze’ Sven buiten de landsgrenzen een nono is. Een Amerikaanse journaliste begon haar interview met de vraag of hij zich even wilde voorstellen en vertellen wat hij nou eigenlijk zojuist gewonnen had. Met de neus op de feiten gedrukt noem ik dat. ‘Ze is gek!’, vond de gouden recreant. En heel Nederland met hem. Maar zouden die mensen het ook zo ridicuul vinden als Jeroen Stekelenburg hetzelfde aan Alexandre Bilodeau of Jason Lamy Chappuis zou vragen? Ja? Maar iedereen weet toch dat deze helden zondag goud wonnen op respectievelijk de moguls en de noordse combinatie? Niet? De Amerikanen weten dit wel. Typische misplaatste Nederlandse arrogantie dus.

En dan Nederland 1. De zogenaamde Olympische sportzender. Oké, dat ik zaterdag moest uitwijken naar een andere zender om van het door mij zo geliefde biatlon (7.5km sprint dames) te genieten zie ik door de vingers, aangezien de 5000m schaatsen nog bezig was (dat laat onverlet dat ik het onbegrijpelijk vind dat mensen liever naar die nonsporters kijken dan naar sportvrouwen). Maar toen op zondagavond een voorbeschouwing van de 3000m vrouwen voorrang kreeg boven de prachtige biatlonsprint mannen, brak m’n ski. Dat noemt zich een sportzender? Schaatszender zul je bedoelen. Als de achternicht van Martina Sáblíková en de vroedvrouw die Ireen Wüst op de wereld heeft gezet de revue zijn gepasseerd, worden tegen half drie ’s nachts alle echte sporten binnen 5 minuten erdoorheen gejaagd. Vind je het gek dat ik ZDF voorlopig op kanaal 1 heb gezet?

Op die bewuste 3000m was er trouwens weer staaltje te zien van misplaatste Nederlandse arrogantie. Want de Canadezen dweilden niet zoals ‘wij’ het doen. Reden voor die verschrikkelijke Wopke de Vegt en Gerard Kemkers om met veel misbaar een discussie aan te gaan met de Canadese ijsmeester en consorten. Wat een aandachttrekkerij. De angst was van hun gezichten af te lezen. Zou Renate Groenewold, die in de 18e eeuw weleens wat amateurs uit Vaticaanstad had verslagen, wel voor middernacht binnen zijn? Uiteindelijk finishte het fossiel net voor Jilleanne Rookard, die tot voor kort nooit had geschaatst en haar geld verdiende door in een restaurant op rolschaatsen het eten te serveren. Bravo. Wees toch blij dat er niet meer op een gescheurde en besneeuwde buitenbaan hoeft te worden gereden. Dat zouden de huidige breekbare poppetjes niet overleven.

Maar goed; genoeg over schaatsen. Want er zijn natuurlijk belangrijkere dingen in het leven. De vaste lezers zullen vast wel begrijpen waar ik op doel. Nee, niet het WK-poepluier verschonen, waar ik topfavoriet ben. Ik bedoel natuurlijk het langlaufen. Vanaf maandag 15 februari 19.00 uur op alle sportzenders. En tussen 3.24.36 en 3:24.48 op Ned 1. Zet het bier maar koud.