Zelfmoord, help je mij?

Dick (Bornfree)

Is het de morele of zelfs menslievende plicht een ander te helpen bij zijn of haar zelfdoding? Als je alleen kijkt naar ‘het leven’ zoals de meesten van ons ‘leven’ ervaren, dan zeg je nee. Probeer die ander, die dood wil, een inzicht te geven zodat die persoon weer zin krijgt in zijn leven.

Mies Bouman, Paul van Vliet en nog een paar van die bekende Nederlanders zetten zich in, via een handtekeningenactie, mensen vanaf zeventig jaar te helpen bij zelfdoding wanneer ze daar sterk de behoefte aan hebben. Een duidelijk initiatief met een duidelijke motivatie. Er schijnen veel mensen ‘te wachten’ op hun dood. Deze mensen zitten niet meer te wachten op leven maar op ‘de dood’. Ze ervaren een dodelijk saai leven. Een leven waarbij in een constante geestelijke pijn wordt geleefd.
En dit wachten is zoiets als wachten op een specialist in een ziekenhuis. Deze mannen en vrouwen maken er een gewoonte van je minstens twee uur te laten wachten. Zonder laptop of leeswerk is het een vreselijk saaie bedoening. Zo moet wachten op de dood ook voelen, volgens mij.

Maar Nederland zou Nederland niet zijn als er niet een commissie was die weer gaat beoordelen of je de wens van je eigen dood wel goed overwogen hebt. Net zoiets als je droomauto kiezen en kopen en dat er dan iemand zegt: “Is dit nu werkelijk de auto die je wilt hebben?”  Volgens mij zou je alleen moeten vaststellen of de persoon in plaats van een doodswens een antidepressivum bedoelt. Maar zinnen die gaan over of je wel weet wat je doet, of je wel weet wat je de levenden aandoet? Bullshit!  De vraag van de levende die dood wil, is dezelfde vraag als die de man of vrouw die bij de specialist komt stelt:”Kunt u mij helpen menswaardig door te leven?”

Tijdens je leven wachten tot er eindelijk iemand wakker schrikt in de hemel en zegt:”Goh, wacht je nu al zo lang? Ik kom je halen.”
Voor allen die wachten en het heft niet zelf in handen durven te nemen, is deze actie van Mies, de moeder van Nederland, een goede. Want laten we eerlijk zijn: een aanstormende trein is iets anders dan een pilletje. Van een flat af springen, is ook alweer iets anders dan een spuitje. En ik weet het wel: who cares? Wij, de levenden, zien niet wat die levende ziet in die paar seconden voor zijn dood. En zij zullen er ook niet meer mee zitten op het moment dat de trein of de grond zich aandient. Dus, wat moet je ermee? Nou kijk, wij zijn als mens geclassificeerd omdat we menselijke eigenschappen hebben. Tenminste, dat hebben heel slimme mensen ons de voorgaande eeuwen gemeld. Deze menselijkheden laten zich vertalen via je eigen mens zijn. Want laten we eerlijk zijn, wat heb je er aan mens te zijn als je de existentie ervan niet kunt laten zien aan de andere mens?

Vandaar dat we dit soort acties hebben. We erkennen leven en de daarbij behorende dood zonder dit in de geloofswaanzinnige sfeer te trekken. Want zeggen dat er een god op je wacht, is nogal wat als je door een trein geraakt wordt. Je stapt dan uit ‘Gods trein’ in delen. Nogmaals: heel iets anders dan het spuitje of het pilletje. Dan kom je netjes aan, zullen we maar zeggen. En wat nog belangrijker is: de treinmachinist en de passagiers hoeven jou in je laatste hoedanigheid niet op hun netvlies mee te dragen voor de rest van hun leven. Wel zo humaan, zullen we maar zeggen. En wat te zeggen van de politieman die er vaak jaren op getraind is jou op andere gedachten te brengen, en je springt toch? Bij een spuitje of pilletje weten zij vaak van je intenties, bij de trein en het hoge flatgebouw vaak niet. Wat dacht je van de geliefden die je achterlaat zonder iets te zeggen, omdat zelfmoord voor de meesten onbespreekbaar is? Gewoon omdat dood niet geaccepteerd wordt door hen die van leven houden. De levenden zouden cursus moeten krijgen in de acceptatie van dood omdat alle twee aan je kont kleven, iedere dag weer.
Je hebt niets in de hand, wanneer je gaat leven niet en zeker je eigen natuurlijke dood niet. Mag een mens verdomme één zaak wel in eigen hand houden? En willen jullie levenden daarbij dan helpen?