Ga toch scheiden!

Esther (Estherschrijft)

Het moet vorig jaar zomer zijn geweest dat ik hem voor het eerst tegenkwam. Steeds als ik de hoek om kwam, was hij daar, stond hij daar breedgeschouderd en wijdbeens in het bushokje. In het begin schrok in nogal van hem. Hij was een imponerende gestalte en ik wist niet wat ik met hem aan moest. Met kreten als ‘Ik zit in je bumper’ en ‘Ik zit in je dashboard’ jaagde hij me de stuipen op het lijf. Een stalker? Wat moest hij van me? Het had geen zin het hem te vragen, hij zei geen woord terug. Op een dag besloot ik dat ik antwoorden wilde en stapte op hem af. ‘Plastic Hero’ stond er dwars over zijn knaloranje borst. Maar wat wilde die abriposter in het bushokje me nu vertellen?

Het antwoord kwam niet veel later, met nieuwe abriposters waarop de Plastic Heroes zichzelf en hun doel uit de doeken deden. Een oproep om plastic afval apart te houden. Begin er alvast mee, vanaf 1 januari 2010 is het toch verplicht.

Goed idee, vond ik. Doe ik graag. Voor mijn kinderen, die van mijn zus, die van de buurvrouw en voor de hele volgende generatie. En misschien krijg ik nog eens ooit kleinkinderen. Doe ik het ook voor hen. Kleine moeite, groot plezier. Je zou toch met jezelf moeten leven, wetende dat je nazaten straks op jouw afvalhopen moeten wonen. En daarom schafte ik nog maar een afvalbak aan; een van plastic, voor het plastic afval. Al snel volgde een voorspelbare eyeopener: hoe voller de plastic afvalbak raakte, hoe leger mijn kliko bleef. Totdat ik me realiseerde dat meer dan de helft van mijn wekelijkse afval bestond uit plastic, waarvan ik meer dan de helft als overbodig en ongewenst ervaar. Hoog tijd dus voor recycling. En nu drentel ik één keer in de week naar de knaloranje afvalcontainer drie straten verderop om mijn bijdrage aan een beter milieu te storten.

‘Ga toch scheiden!’, riep ik tegen vrienden en bekenden die het allemaal te veel moeite vonden. Ik snap het niet. Met liefde en plezier kruipt men in Nederland 55,5 uur op een fiets om een kind aan de andere kant van de wereld te redden, maar voor onze eigen kroost vinden we alles ‘te veel moeite’. Ze kwamen wel met sterke argumenten, dezelfde als die nu door een aantal gemeenten, waaronder Rotterdam, worden gehanteerd: Nederland kan nog niets met het ingezamelde afval en de milieuwinst is nog onduidelijk.

Tja, daar raak je als welwillende burger toch danig van in de war. Want milieuwinst, dat is toch waar het ons allemaal om te doen is, nietwaar? Gelukkig zeggen mensen die er verstand van hebben dat die milieuwinst nogal subjectief is. Het is maar hoe je ertegenaan kijkt. Of welke mening het luidruchtigst wordt verkondigd. Zoiets als wat je krijgt met het vloeistofniveau in een glas, als dat precies tot de helft komt. En als we nu eens heel snel stoppen met ons plastic afval naar Duitsland te brengen, omdat wij zelf de balans naar de negatieve kant uit laten slaan, verlossen we het milieu van behoorlijk wat transportschade. 1-0 voor de positivo’s. En ik voorzie nog meer scoringskansen.

O ja, er is ook nog iets met dure investeringen die niet zouden renderen. Na alle milieutechnische voors en tegens, of de onduidelijkheid daarover, rolt dit sneue argument er zomaar uit. En daarom doet Rotterdam – ondanks de verplichting – niet mee. Ligt het nou aan mij, of is dat nou echt een antiproductieve houding die niet meer van deze tijd is? ‘Dan zorg je maar dat je er goed in wordt!’, riep mijn vader vroeger altijd als ik te snel piepte dat iets me niet lag. Hoe essentiëler de aan te leren vaardigheid, hoe harder hij riep. Ik zou willen dat hij er nog was. Wat zou hij hard schreeuwen!

En daar sta je dan, als bereidwillige Jan met de Pet, in je hemd gezet door een gemeente als Rotterdam die zo’n initiatief al in de kiem smoort omdat zij bij het woord ‘milieuwinst’ de klemtoon te zwaar op de laatste lettergreep leggen. En natuurlijk, alle begin is moeilijk, maar zonder begin komen we nergens. Dat daar, op z’n Hollands, nog een debat over geld aan te pas komt, is ook iets waar we ons bij neer moeten leggen. Maar dan vraag ik me toch ineens af wat er gebeurt met de verpakkingstaks die wij in 2008 door ons strot geduwd kregen. Of was dat toch gewoon een kutsmoes om de prijzen op te schroeven?

Tegenwoordig krijg ik een heel ander gevoel als ik weer eens zo’n abriposter passeer. Die Plastic Heroes, dat zijn wij, consumenten die wel geloven in recycling en de doorontwikkeling daarvan. En daarom mijn oproep: ‘Ga tóch scheiden’. Laat zien hoe ‘plastic fantastic’ onze samenleving eigenlijk is. Geef met die enorme berg recyclebaar plastic een signaal af: recycling moet, recycling is goed. Net zolang tot het dat ook is.