Een zwarte vogelvlucht

Ron (Breinpijn)
Laatst had ik een droom en in die droom was ik de ultieme pessimist. Ik benaderde en behandelde iedereen als waren ze rotte peren, oud vuil, stof voor de bezem. Ik zag alles zwart in en overal had ik kritiek op.
Toen ik wakker werd voelde ik dat daar wellicht een column is zou zitten.
Het onderwerp waar ik dit gegeven op zou kunnen toepassen is makkelijk aan te wijzen zo in het begin van een nieuw jaar. Laat ons eens in vogelvlucht het komende sportjaar overzien en daar ons licht, in dit geval onze donkerste zwartheid, op schijnen.
Degenen onder u, beste lezers, die niet tegen kritiek, zelfspot, zwartgalligheid, sarcasme, ironie, doemdenkerij of allerlei andere vormen van zwarte humor kunnen, moeten hier maar afhaken. Ik heb mijn pen namelijk in de allerzwartste inkt gedoopt die ik maar kon vinden.

Het begint in januari al met de wereldkampioenschappen darts te Frimley Green (ergens in een veredeld feestcafé).
Dat je wordt blootgesteld aan zwetende, vette pijltjesgooiende bouwvakkers, kroegbazen en postbodes moet eigenlijk al genoeg zijn om elke kijker spontaan gevarengeld aan te bieden. Je bederft je ogen door te kijken naar die randdebielen in het publiek die, in hun zatlapperij, de meest stompzinnige tekstjes op een papieren bordje krabbelen en dat “trots” voor de camera showen. En maar brullen en brallen als leeghoofdige viswijven.
‘Onehundredandeighty!’ ja, honderdtachtig kilo zul je bedoelen! Die Martin Fitzmaurice is niets meer dan een volgevreten hangbuikzwijn die zijn geld opstrijkt door een praatje te houden en af en toe wat getalletjes om te roepen. Hoe gemakkelijk wil je het verdienen?
Over dat getalletjes roepen weet ik er ook nog wel een. Er loopt er eentje rond, Russ Bray heet ie, en die noemen ze “the Voice”. Je kunt de stembanden van die kerel als schuurpapier gebruiken. Hoe dan ook, als je een mastercaller hebt staan, neem dan tenminste iemand die te verstaan is.
De vete tussen de twee bonden, de BDO en de PDC, doet de naam van de sport ook al geen eer aan. Bij de PDC schijn je nóg meer pegels te kunnen vangen dan bij de BDO en daar zijn heel veel pijltjeswerpers dan ook voor gezwicht. Ik zeg: ‘Beide bonden bij elkaar en de heren af en toe een pilsje toeschuiven moet toch genoeg zijn. Nee, darts is topsport zeggen ze.’
Hoe aardig zou het zijn als je alle darters in twee rijen tegenover elkaar zet en dan hun pijltjes op elkaar laat werpen. En dat dan daarna alle callers en mastercallers aan de beurt zijn. Oh ja en het publiek natuurlijk!

Het eerste van die dodelijk saaie tennistoernooien start half januari.
Tennis, wat gebeurt er nu helemaal? Een verwend voormalig rijkeluiskind dat probeert een harig balletje over een netje te slaan. Dit moet hij doen buiten het bereik van het ettertje aan de andere kant van dat netje. Mijn advies: sla de bal het stadion uit dan ben je er zeker van dat die andere gozer of dame hem niet terug kan slaan.
De puntentelling is ook zo achterlijk. Ze beginnen bij vijftien en dan dertig, veertig en de nul noemen ze “love”. Nou, er is niks liefdevols aan als je de nul weet te houden hoor! Stuur nu eerst al die scheidsrechters terug naar school en leer ze hardop tellen: "één, twéé, dríe."
Het is ook een erg arbeidsintensieve sport. Achtentachtig scheidsrechters en lijnrechters die de boel in de gaten moeten houden. Die mensen moeten ook betaald worden!
Over betalen gesproken: de bedragen die deze gasten “verdienen” zijn al helemaal buitensporig. Menig premiertje zou wat graag tennisser zijn geworden voor die bak met centen.

Dan krijgen we natuurlijk de eerste maanden van het jaar al dat schaatsleed over ons uitgestort. Nederlandse, Europeesche en wereldkampioenschappen, hoe ver wil je het uitsmeren? Kampioenschappen rondjes rijden op bevroren water kun je het beter noemen. Afstanden: vijfhonderd, duizend, vijftienhonderd, vijfduizend of tienduizend meter? Wil je wat aardigs zien: bind alle deelnemers Friese doorlopers onder (liefst twee verschillende maten), zet ze achter een streep en zeg dat driehonderd kilometer verder een pot met goud staat; spektakel verzekerd!
Dan heb je dat gezeik over al die hulpstukken nog. Klapschaats, snelle schaatspakken, aerodynamische streepjes op de benen. Mensen waar hebben we het over? Bind een motortje op je rug of bestel een taxi. Of nog beter; laat al dat ijs smelten, gooi dertig kuub zand in de ring en laat de mannen hardlopen als ze zo nodig een rondje 34,2 willen maken.

Waar iedereen het nu al over heeft zijn de wereldkampioenschappen voetbal in Zuid-Afrika. Jezus, iedere keer hetzelfde geneuzel en gezever over hoe we het gaan doen. Ik heb het al helemaal niet op geanalyseer voor, tijdens en na wedstrijden maar als er zo’n kampioenschap aankomt, stijgt het percentage analytici en  analyseprogramma’s tot ver boven míjn kookpunt.
Ik zal het alvast omroepen: Jongens, we worden GÉÉN wereldkampioen. Nu niet, over vier jaar niet en zelfs niet over vierhonderdtachtig jaar!
Voetballers en zeker Nederlandse voetballers, hebben geen mentaliteit, geen karakter. Het zijn allemaal grootverdieners dus waarom zouden ze een stap extra zetten voor een lullig bekertje? Voor de eer roepen ze dan. Mijn reet met je eer; die eer moet je aan jezelf houden. Beschouw je jezelf als topsporter dan zeg je: ik voetbal dat kampioenschap helemaal voor nop. Dan pas kun je van eer spreken als je wint.
Voetbal op zich is trouwens ook een domme sport. Tweeëntwintig mannetjes die een bal in een doel proberen te schieten. Zijn twéé van die grootverdienende patjakkers niet genoeg om de handen op elkaar te krijgen? Kost de sponsoren ook een stuk minder aan salarissen.
Dit verhaaltje geldt natuurlijk ook voor onze nationale (kol)eredivisie, Champions league, Europa league of wat voor achterlijke namen ze er ook aan geven. Geld is waar het om draait.

Eens kijken: dan hebben we nog het Europees kampioenschap honkbal. Met een stuk hout een balletje een eind weg rossen. Dan gaan er mannetjes hardlopen om een veldje en die proberen dan niet getikt te worden. Het lijkt wel een kinderspelletje.
Hebt u wel eens naar die tekens die ze elkaar geven gekeken? Ze staan daar als spastische trekpoppen over hun lichaam te vegen, de broek uit te kloppen en in hun kruis te graaien. Dat moet dan iets betekenen in de trant van: laat hem vier wijd worden dan heb je een vrije doortocht naar het eerste honk en hebben we straks alle honken bezet.
En wat is dat toch met die smerige gewoonte van honkballers om te pruimen? Staan ze daar te pas en te onpas om zich heen te fluimen en als het geen tabak is, dan is het wel kauwgom. Dat spul moet allemaal weer opgeruimd worden.
Mijn advies voor het honkbal: pak allemaal de knuppel en ga eropuit om drugsbaronnen in elkaar te beuken, doe je nog wat nuttigs voor je geld.

Ik heb het nog niet gehad over hockey. Wereldkampioenschappen voor dames en heren dit seizoen.
Ik had het even tevoren over rijkeluiskinderen en dat woord is ook stevig van toepassing op de meisjes en jongens die deze belachelijke sport beoefenen. Luister alleen al naar de namen: Roderick Weusthof, Floris Jan Bovelander, Taeke Taekema, Taco van den Honert of Madzy Rollin Couquerque; alsof het nazaten van middeleeuwse graven en hertogen zijn.
En dan het spelletje natuurlijk. Er schijnen om de een of andere duistere reden heel veel spelletjes te zijn waar het de bedoeling is om balletjes in allerlei vormen in doeltjes te schieten, gooien, deponeren of te slaan. Bij hockey moet je dit met een kromme stok doen, ja je moet toch wat verzinnen. Ruk een tak van een boom en knal dat balletje over het kunstgras zo hard mogelijk de tribune in. Een beenbreuk hier, een gekneusde oogkas daar; menselijk leed sells tenslotte.
Oh ja, ook zoiets, er wordt bij de wat “betere” clubs bijna uitsluitend op kunstgras gespeeld. Als je daarop uitglijdt, kun je gelijk naar het ziekenhuis om de remsporen te laten behandelen.
En het publiek maar scanderen: ‘Druk hem er in Arend Roeland Alexander.’

Ook voor de dames en de heren is er het WK volleybal. Wederom een netje waar een bal overheen moet, maar nu wat hoger dan bij tennis. Er staan aan iedere kant een aantal lange slungels de bal heen en weer te hengsten en anderen springen bij het net op om te blokken. De bal moet op de grond terechtkomen voor een puntje. Tip: raap hem op, wandel er mee onder het netje door en leg hem daar weer zachtjes neer, waarom zo moeilijk.
Term om te onthouden: netfout. Haha, zou het net verkeerd hangen dan, zit er een gat in of hebben ze het verkeerd geweven of zo?
Hilarisch om te zien als men gaat wisselen. Grote kerels die een piepklein bordje vasthouden en dat naast het net overhandigen aan de speler die er uit gaat. Één keer opslaan of blokkeren en de arme jongen mag er weer uit. Ja, op die manier krijg je het spelletje wel onder de knie. Idioterie!

Nou, dan hebben we alle stupide wielerrondes nog. Ronde van Italië, van Spanje, van Zwitserland, van Frankrijk. Er beginnen nu ook steeds meer andere rondes ingevoerd te raken. In landen waar ze bijkans nog nooit een fiets hebben gezien moet opeens ook een of andere ronde worden gereden. Colombia, Cuba, Senegal, Eritrea, Qatar of China bijvoorbeeld hebben er ook een. Waarom laten renners zich überhaupt verleiden om in zulke landen te gaan fietsen? Leuk zeg om in Eritrea door duizend kilometer stof te trappen, onderweg de negertjes groeten en aan de meet een blikje cola als prijs krijgen.
Ook wielrennen blinkt niet uit in originaliteit. Op je fiets een paar honderd kilometer rondrijden maar niet naar het landschap mogen kijken want je moet het snel doen.
De termen die bij wielrennen horen zijn al helemaal stompzinnig. “Waterdragers”, heeft u die gasten al eens zien rondfietsen met een vaatje water op de rug? “Meesterknecht”, klinkt voor mij als een vooraanstaand slaafje van Sinterklaas. Weet iemand wat “stoempen” betekent? Nigeriaans voor soep koken denk ik zelf. “Slechte benen hebben”, alsof ze met een prothese fietsen. Een “wandeletappe”, het woord alleen al!
Naast alle mogelijk denkbare rondes hebben we de zogenaamde “Klassiekers” nog. De Waalse Pijl, klinkt als een gebruiksvoorwerp van een Belgische boogschutter. Amstel Goldrace, kijk, hier komt de sponsor om de hoek fietsen. Een wielerronde om bier te promoten! Omloop het Nieuwsblad: fietsen om in de krant te komen dus. De rest van al die klassiekers kan ook al niet origineel zijn en noemen zichzelf naar de steden waar ze beginnen of aankomen. Nee, fietsen is niet mijn ding, zelfs de hometrainer laat ik liever links liggen.

Beste lezers, ik vrees dat het een erg lang sportief 2010 gaat worden. Ik kijk er nu al reikhalzend naar uit!