Niet-christenen hebben geen argumenten

Johan (kuifkrullen)

“Wij geloven nergens in
Daarom zijn we bang”
BLØF – Wij geloven nergens in

“'Cause I feel something, is it you that I feel?
Hold me and show me you're real”

Neal Morse – I’m willing

Kerst is achter de rug, de te uitgebreide maaltijden bijna verteerd. Het was leuk, denk ik. (Ik schrijf deze column op kerstavond, maar ik heb het vermoeden dat het leuk gaat worden.) Met kerst en de dagen daar om heen denk ik altijd weer wat meer na over het geloof. Uiteindelijk vieren we de geboorte van Christus. Moeten mensen die het geloof een belachelijk sprookje vinden deze viering eigenlijk niet boycotten?

Ik begrijp dat dit niet helemaal opgaat. Ik ben niet gelovig en toch vier ook ik kerst. Maar meer als een fijn samenzijn dan als de geboorte van Jezus. Ik ben niet gelovig, omdat ik God niet ervaar. Ondanks dat ik uitgebreide pogingen heb ondernomen om te bidden en dat ik echt geprobeerd heb te geloven. Ik voel het niet, het werkt niet voor mij.

Ik heb er echter geen enkel probleem mee dat mensen wel geloven. Er zijn meerdere mensen in mijn omgeving die er veel geluk en rust in vinden. Met sommige van deze mensen kun je interessante gesprekken voeren. Met een aantal anderen moeizamer, omdat die toch al gauw de drang tot bekeren hebben, vaak niet eens bewust.
Precies ditzelfde geldt voor niet-christenen. Met sommigen kun je interessante gesprekken voeren. Anderen doen er alles aan om je duidelijk te maken dat geloven iets is voor idioten met een te grote fantasie is.
Het is boeiend dat christenen zich vaak enigszins moeten verantwoorden voor hun geloof. Niet-christenen veel minder. En als zij daar al vragen over krijgen, worden deze vaak afgedaan als een poging tot bekering.

Wanneer ik een niet-gelovige vraag waarom hij niet gelooft, hoor ik nog wel eens de fantastische zin: "ik geloof wel dat er iets is, maar geen God ofzo." Wat zou er dan in vredesnaam moeten zijn? Iets of iemand met een totaal zinloze functie. Want er is dan wel iets, maar het doet niets.
Hij is er of hij is er niet. Het gaat nergens over om te melden dat er wel iets is maar dat dat een beetje functieloos boven de wolken zweeft.
Er zijn én er niet zijn, is onzin.

In gesprekken tussen gelovigen en niet-gelovigen wordt vaak het argument gebruikt: “hoe kan er zoveel onrecht in de wereld zijn als er een God over ons waakt?” Dat lijkt een solide argument, maar gaat goed beschouwd nergens over. Ik kan doen wat ik wil. Recht of onrecht. Wat ik doe, is gebaseerd op mijn waarden en normen. Daarin zijn gelovigen echt niet anders. Alleen zijn hun waarden en normen vaak geloofgerelateerd en juist daardoor worden deze wat strakker nageleefd.
We doen iets niet, omdat het niet strookt met de regels die we van God hebben mee gekregen. Of we doen iets niet, omdat het niet strookt met de regels die de wet of wij onszelf hebben opgelegd.

Ook tsunami’s en andere rampspoed, dodelijke ziekten, honger in Afrika, ongeneeslijk zieke mensen worden aangehaald als bewijs dat God niet bestaat. Immers, als hij zou bestaan zou dat allemaal nooit gebeuren.
Maar als hij dan niet bestaat, waarom gebeurt het dán? Ik ken niemand die dat kan verklaren.

Op FOK! worden gelovigen nog wel eens betiteld als mensen die feit en fictie verwarren.
Maar kan een ongelovige deze scheiding wel maken? Ik moet de eerste ongelovige nog tegenkomen die geheel feitelijk aan mij kan uitleggen waarom geloven bespottelijk is.
Ik ben ongelovig, maar ik kan het niet.

Er geloven ongelooflijk veel mensen. Dan is het vreemd en ongeloofwaardig om te zeggen dat het allemaal gelul is. Dat we het niet begrijpen, dat is een ander verhaal.
Christenen kunnen geen harde bewijzen aanleveren voor hun geloof. Maar niet-christenen kunnen evenzogoed niet bewijzen dat het niet waar is.
Mijn beste vriend, tevens niet-gelovig, zei een tijdje geleden: “ik geloof dat mijn opa veilig bij God in de hemel is. En er is niemand die mij kan bewijzen dat het niet zo is.”

Ik kan het niet. Ik kan wél proberen de zaak eens van een andere kant te bekijken. En eigenlijk is het dan best een mooie gedachte.