Kerstrood op mijn kaken

Trudy (Zonnetje40)

“En?” vraag ik nieuwsgierig, als mijn man terugkomt van zijn ochtendwandeling met de hond. Hij schudt zijn hoofd. “Nee, ze staan er nog niet.” Ik baal. We hadden ons erop verheugd om vandaag een kerstboom te halen en op te tuigen, maar dat plannetje valt nou mooi in duigen. Maandag is mijn vrije dag, de rest van de week moet ik werken. We besluiten om al wel vast de andere kerstversieringen tevoorschijn te halen, zodat alleen de kerstboom nog maar hoeft.

’s Middags moet mijn man weg. Ik begin ondertussen vast met het uitzoeken van de kerstspullen. Eigenlijk zou het leuk zijn om alles klaar te hebben, als hij weer thuiskomt. Dan doen we samen de kerstboom wel van de week. Ik werk hard door. De gewone accessoires stop ik zolang  in een doos om ruimte te maken voor de sfeervolle kaarsenhouders, de mooie miniatuur grachtenpandjes met verlichting en het kerststukje dat we hebben gekregen. Ik stof planken af en zeem de ramen. Ondertussen denk ik na over spullen die ik nog aan wil schaffen. Ik houd ervan om mijn man te verrassen. Dit jaar vieren we voor het eerst Kerst als echtpaar. In het verleden liggen voor ons beiden kerstervaringen die weinig met Vrede op Aarde te maken hadden. Daardoor beseffen wij des te meer hoe luxe het is dat wij het zo goed hebben met elkaar. Daarom vind ik het ook altijd weer een genot om zijn blije gezicht te zien als ik hem verras.

Ik besluit om even de stad in te gaan. Eens kijken bij de Blokker, of ze nog meer van die leuke huisjes en winkeltjes met verlichting hebben. Dat zal mijn man een geweldige verrassing vinden! Maar helaas, bij Blokker zijn ze allemaal uitverkocht. Er is nóg een Blokker, maar dan moet ik weer een heel eind de andere kant op. De man achter de toonbank is bereid om even het andere filiaal te bellen of zij de huisjes nog in voorraad hebben, en gelukkig blijkt dit het geval.

Gehaast en in gedachten verzonken loop ik door de stad. Eigenlijk wil ik nog kijken voor een leuke raamdecoratie, en ook een paar mooie kerststerren voor op tafel, en ik wil dat het allemaal klaar is voordat mijn man thuiskomt, want dan is de verrassing pas echt groot. Ondanks het gemis van de kerstboom hebben we dan al wel de sfeer in huis waar we beiden zo van houden in deze tijd van het jaar. Warm, licht en gezellig.

Bij de andere Blokker hebben ze ook niet veel keuze meer, maar gelukkig kan ik nog wel twee huisjes bemachtigen. Maar de andere zaken die ik op mijn lijstje had staan hebben ze niet. Uitverkocht. Het is potverdorie 14 december, en alle kerstspullen uitverkocht? Belachelijk. Ik word er een beetje chagrijnig van als ik in andere winkels ook nul op het rekest krijg. Gelukkig vind ik nog wat leuke raamdecoraties, maar een mooie ster om voor het raam te hangen is nergens te vinden en de rode kerststerren waar ik naar op zoek ben, hebben ze alleen nog maar in het wit. Nou, die hoef ik dus niet.

Inwendig mopperend loop ik richting huis. Teleurgesteld, omdat ik maar de helft van mijn lijstje heb kunnen afwerken. En ik moet nog opschieten ook, wil ik alles klaar hebben voordat mijn man thuiskomt. Het begint al te schemeren en ik heb het koud. Diep duik ik weg in de kraag van mijn warme jas. Stom, dat ik mijn handschoenen niet heb aangetrokken.
Dan word ik ineens staande gehouden. “Mevrouw? Mevrouw?” Ik kijk op. Een man kijkt mij met een smekende blik aan. Overduidelijk een zwerver. Nou heb ik in Amsterdam niet zoveel op met die brutale zwervers die je rustig vragen of je misschien twee euro voor ze hebt. Áls ik al wat wens te geven, mag ik dan tenminste nog zelf bepalen hoevéél dat is? Erg toeschietelijk reageer ik dus niet.
Maar deze man is niet uit op geld. De wanhoop straalt uit zijn ogen. Hij ziet er verkleumd uit. “Weet u misschien waar deze straat is? Ik moet nog een slaapplaats zien te vinden voor de nacht en ik moet opschieten, het wordt al donker.” Hij laat mij een groezelig papiertje zien waar diverse adressen op geschreven staan. Een aantal heeft hij er al doorgestreept. Ik zie zijn handen, rood van de kou. “Nee, ik ken die straat niet. Maar de 2e van der Helsstraat ken ik wél!” Maar hij schudt somber zijn hoofd. “Daar hoef ik niet naar toe te gaan. Ze vragen € 3,50 voor een maaltijd en een nacht, en ik heb geen geld.”

Ineens voel ik me een beetje belachelijk. Daar loop ik dan, met tassen vol kerstballen, raamversieringen, en andere leuke spulletjes. Er zit niets in mijn tassen wat nodig is om in leven te kunnen blijven. Alleen maar luxe artikelen. Terwijl ik me met stomme verbazing loop af te vragen waarom de rode kaarsen bij de HEMA zijn uitverkocht, is deze man alleen maar bezig met de belangrijkste basisbehoeften: eten en slapen. Waar kan ik een hapje te eten krijgen, en hoe kom ik aan onderdak voor deze nacht? Om over liefde en aandacht nog maar te zwijgen.

Ik pak mijn portemonnee en geef de man het geld dat nodig is om een maaltijd te kunnen gebruiken en de nacht door te brengen in de opvang voor zwervers. “U... U bent een goed mens!” stottert hij, terwijl hij het geld dankbaar aanvaardt.

Maar ik loop met het kerstrood op mijn kaken beschaamd naar huis…