Kutgaatjes

Johan (kuifkrullen)

Niet al te lang geleden vertelde ik al over mijn bij vlagen iet wat knullige klustechnieken en over mijn, toen bijna, nieuwe stulp. Ondertussen is het zover, ik heb de sleutel en het grote klussen is begonnen.
(Overigens is de tafel in de hierboven gelinkte column nagenoeg af. Hij is schitterend geworden, al zeg ik het zelf. Nog een paar details en hij is klaar voor eindeloze avonden eten, drinken en gezelschapspelletjes.)

Ik had gehoopt dat er niet zo heel veel hoefde te gebeuren in het huis, dat de woningbouwvereniging zijn werk goed had gedaan. De vorige bewoner was echter een zodanige 'Eppo' dat het niet grappig meer was: hij had het huis in een niet al te beste staat achter gelaten. Er moest veel schoongemaakt worden, geschilderd en gerepareerd. Allemaal werk voor de woningbouwvereniging.
Ze hebben gedaan wat binnen hun takenpakket paste, iets minder nog. Een paar zaakjes komen ze een dezer dagen nog regelen. De rest is voor mij.

Ik treur daar niet om. Ik zou bij de pakken laminaat neer kunnen gaan zitten en balen van al het werk in het verschiet. Ik kan ook zeggen: nu heb ik een reden om het echt in een keer goed en mooi te maken. Een nieuw huis brengt altijd enige euforie met zich mee en ik heb gekozen voor de laatste optie. Positief er tegenaan.

Met een positief gemoed aan de slag gaan bij grote kluswerkzaamheden is geen probleem. Ik heb een duidelijk beeld van hoe ik het wil hebben. Het is veel werk, maar ik heb geen haast. We beginnen bovenaan, bij het plafond, en werken langzaam naar beneden. Met een positief gemoed aan de slag gaan is geen probleem, positief blijven is een heel ander verhaal.

Mijn plafonds zijn van beton. Ik weet niet precies hoe het kan, het zal wel iets met luchtbelletjes te maken hebben, maar over het hele plafond verspreid zitten allemaal kleine gaatjes. Zwarte stipjes in een wit plafond. Dat wil ik niet. Mogelijk valt het me over een tijdje niet meer op als ik er niets aan doe, maar ik heb er al zoveel (denk)tijd aan besteed dat het nu dicht of onzichtbaar móét worden. Het is een principezaak geworden. Kuifkrullen versus het plafond.

Het zijn er teveel om dicht te plamuren. Als ik alles met een plamuurmesje en een tubetje plamuur ga behandelen, ben ik niet klaar in 2009. Ik heb weliswaar geen haast, maar ook daar aan zitten grenzen.
Gelukkig is er altijd nog mijn vader. De man die alles kan als het op bouwgerelateerde zaken aan komt. Hij adviseerde me om een zak Rotband Knauf te kopen. ‘Niet al te dik aanmaken, rustig uitsmeren en dan zit het zo dicht.’ Zelfs de klank van zijn stem maakte me duidelijk dat het een fluitje van een cent was.
Mijn vader kan geweldig klussen. Ik redelijk. Maar wanneer we samen klussen, voel ik me altijd zo vreselijk dom. Omdat hij alles weet en ik over alles een poos na moet denken. En het waarschijnlijk dan alsnog minder strak doe dan hij. Het is kinderachtig, maar als het op klussen aankomt, wil ik graag dingen zelf doen en dan achteraf heel trots aan mijn vader de creatie tonen.

Ik ben enigszins eigenwijs, ik doe nooit direct wat mensen me aanraden. Dus toen ik in de Praxis stond om Knauf te kopen, vroeg ik toch nog maar even welke mogelijkheden er nog meer waren. Mogelijk waren er nog goedkopere opties, of eenvoudigere. Positief blijven én een gesprek voeren met een Praxismedewerker is onmogelijk. Ik zal een stukje citeren.
‘Hallo, ik heb het volgende probleem: [Uitleg over gaatjes in plafond.] Daar zoek ik dus iets voor, maar geen plamuur, daarvoor zijn het teveel gaatjes.’
"Hmmm, ik heb daar niet veel verstand van, misschien kan je het proberen met plamuur.:
Uiteindelijk ging ik naar huis met een zak Knauf over mijn schouder en de intentie altijd naar mijn vader te luisteren wanneer het op dit soort zaken aan komt.

De Knauf was gemakkelijk aan te maken. Het aanbrengen daarentegen viel nog lang niet mee. Dat spul is grijs, dat maakt het goed zichtbaar. Zo kan je op een wit plafond eenvoudig zien welk stuk je hebt behandeld. Ik koos een strook aan de linkerkant van het plafond uit om als eerste te doen. Structuur is belangrijk.
Omdat de werkzaamheden zich allemaal boven mijn hoofd afspeelden, was ik al gauw doodmoe. Ik had de eerste laag erop gesmeerd. Een tijdje gewacht en toen de overtollige Knauf eraf gehaald met een plafond-afsteek-en-glad-maak-ding. Het gevolg was een schitterend grijs plafond met welgeteld acht gaatjes minder dan eerst. Ik glimlachte wel, maar als een boer met kiespijn.

De tweede laag die ik erop smeerde, was iets dikker. Ik wist dat Knauf eenvoudig te schuren was en veronderstelde dat wanneer ik het er iets dikker op zou smeren, de gaatjes zeker dicht zouden zitten en ik het altijd weer glad zou kunnen schuren.

Ik liet het een nacht drogen en ging de volgende dag met veel vertrouwen naar mijn nieuwe huisje. In het gedeelte dat ik behandeld had, was inderdaad nauwelijks een gat te zien. Met een van het werk geleend schuurmachientje begon ik driftig te schuren. Het plafond was weer glad. Ik zette koffie, dronk het op en ging weer terug naar boven om het resultaat eens rustig te bekijken.
U voelt het misschien wel aankomen, maar ik kon het niet geloven. Alle gaatjes waren wederom geopend en perfect zichtbaar. De gebieden eromheen waren schitterend glad en mooi Knaufgrijs. Dat dan weer wel.

En nu, nu staar ik nog naar het plafond. Denkend over hoe ik dit ga oplossen. Ik kan toch verdorie zelf wel een paar van die kutgaatjes dicht smeren?
Er is een eenvoudige oplossing. Mijn vader bellen en vragen of we het samen kunnen doen, of hij me wil helpen. Maar die oplossing probeer ik zolang mogelijk uit te stellen.