Weekmenu: Babi pangang met nasi

Frank (drulovic)
\"'Uw saldo is ontoereikend' prijkt er op het pinkastje voor me.
'Misschien staat er nog wat op m'n chip' probeer ik tegen beter weten in.
1 euro 68, net niet genoeg voor mijn halfvolle kar.
'Hé, schiet eens een beetje op, er staan nog meer mensen in de rij' klinkt het geagiteerd achter me.
'Ja sorry mevrouw' zeg ik terwijl ik me omdraai, 'maar ik heb helaas geen geld bij me'.
'Dat is dan jammer voor je!' snauwt de bontkraag me toe.
Ik reken een pak melk en twee energiedrankjes af en verlaat beschaamd de supermarkt.
Hij is weer begonnen, de babi pangang week.

Het begon bij één dag per maand.
'Ah, wat leuk dat je komt eten, wat vind je lekker?' vroeg vriend A.
'Babi pangang is m'n lievelingseten.'
Ja, toen nog wel.

Het werden er twee, drie.
Drie dagen op rij bij vriend A aanschuiven zou de ware reden van mijn bezoek (een discrepantie tussen de toegeeflijkheid van de bank en mijn uitgavenpatroon) aan het licht kunnen brengen. Dus breidde ik mijn eetronde uit naar vriend B en vriend C.
'Je houdt van babi pangang hoorde ik?'
'Eh, ja, dat klopt.'
En zo at ik drie dagen babi pangang. Maar ook daarbij hield het dus niet op. Iedere maand vond mijn pinpas z'n Waterloo een dagje eerder, zodat babi pangang met nasi inmiddels tot weekmenu is verheven.

Elke avond eet ik van een ander bord, zit ik aan een andere tafel in een ander huis. Maar altijd ligt er weer hetzelfde voer voor me te dampen. De tijd dat het m'n lievelingseten was ligt ver achter me. Sterker nog, ik kan geen babi pangang meer zien.

De komende week is het weer zover, babi pangang week. Alleen al de gedachte aan de weeë geur doet me kokhalzen.
'Zo gaat het niet langer' zeg ik tegen mezelf, 'vandaag trek ik de stoute schoenen aan!'
En dus breid ik het (voorgeprogrammeerde) smsje naar vriend A zal ik vanavond bij je komen eten uit met eens iets anders proberen dan babi pangang?
Geheel gerust op het slagen van deze missie ben ik niet. Naast de traditie die zal worden gebroken, heb ik ook bemerkt dat hij zelf wel erg verknocht is geraakt aan het voedsel. Net als vriend B tot en met H trouwens. Maar ja, weten zij veel dat ik een week lang babi pangang door m'n keel moet stouwen? Hun gezellige maandelijkse 'Chinese avondje' is voor mij niets minder dan overleven.
De opluchting is dus groot als er ja hoor, is prima. Ik zal iets anders bereiden op het beeldscherm van mijn telefoontje verschijnt.

'We kunnen meteen aan tafel!' zegt hij me als ik op de stoep sta.
Ik hang mijn jas op en trek mijn schoenen uit. Ondertussen vraag ik me af welk culinair hoogstandje hij heeft bereid. Een biefstukje? Pepersteak? Nou ja, gehakt is ook goed. Al komt er macaroni op tafel, of lasagna. Zelfs brood is prima.
'Je vindt het toch niet erg om een keer iets anders te eten?' roep ik bij het passeren van de afgesloten keuken.
'Nee hoor, helemaal niet, een beetje afwisseling kan geen kwaad.'
Ik loop naar de woonkamer en neem plaats aan de eettafel.
Met een zwiep gaat de deur open.
'Tadaaaa, speciaal voor jou, ajam pangang!'


Toch maar wat zuiniger leven?