Supermodel

Vincent (titi)

Al enige jaren is het in de mode om heel hard te schelden op het poldermodel dat in de ogen van velen gesymboliseerd wordt door de verfoeilijke Paarse Kabinetten van Wim Kok. Inderdaad is er toen flink gepolderd, want het onmogelijke is gebeurd, namelijk de sociaaldemocraten en de toen nog liberalen is het gelukt om een regering te vormen. De eerste regering van Kok kwam met veel steun terug, maar een tweede regering Kok is in het zicht van de haven opgebrand als gevolg van een algehele apathie jegens Kok en de zijnen. Ze hadden het economische tij mee, maar vergaten dat een mens meer is dan een individu. De PvdA kreeg bij de Fortuynrevolutie de grootste klappen en zijn die electoraal nog niet te boven. Eigen schuld dikke bult, want als je je oor te luister legt bij de filosofie van neoliberalisme en marktwerking, dan ben je inderdaad vervreemd van je eigen achterban. En de VVD kon na het debacle van Balkenende 1 weer gewoon verder met wat ze de afgelopen kwart eeuw al doen, regeren en de PvdA de schuld geven als er dingen fout gaan.
Goed, nu anno 2007 zitten ze dan in de oppositie de wonden te likken als gevolg van een gespleten fractie, waarbij Mark Rutte verwoede pogingen doet om nog stoerder te doen dan zijn 'ijzeren lady' onder hem. Maar hoe zuurder het mondje van Rutte, des te meer het duidelijk is dat de ingeslagen weg van Balkenende 4 met als motto 'Samen werken, samen leven' eigenlijk heel hard nodig is. Hoe ferm de VVD en SP nu hun best doen om als de olijke tweeling barsten te schieten in het nieuwbakken kabinet, Balkenende 4 is weer het ultieme bewijs dat polderen in Nederland nodig is. Een traditie die al terug gaat tot in de middeleeuwen waar vriend en vijand elkaar nodig hadden om de gezamenlijke vijand, het water, te keren. Overleg, overleg en nog eens overleg om te komen tot compromissen die de regeerbaarheid van het land ondersteunen en de tegenstellingen niet tot uitbarstingen laten komen. Het poldermodel in optima forma dus.

Hoewel, de fractievoorzitter van het CDA van Geel introduceerde een voor mij nieuw model namelijk 'het tulpmodel' die de visie van het CDA over het huidige kabinet moet symboliseren. Letterlijk zegt van Geel: 'Het CDA wil dynamiek koppelen aan geborgenheid. Wij streven naar een maatschappij die individuele kracht aan collectieve identiteit verbindt, en economische concurrentie aan sociaal welzijn. Welvaart, zekerheid en respect zijn hiervan voor ons de kernbegrippen. Ik heb gezocht naar een bloem als symbool voor deze lijn. En kwam uit op de tulp: mooi, creatief en vernieuwend, symbool van onze internationale oriëntatie en ondernemingszin. Maar de tulp bevat ook een waarschuwing. De windhandel in tulpen in de 17e eeuw waarschuwt ons voor lichtzinnig handelen en roept op tot degelijkheid. Kortom, het tulpmodel betekent een Nederland dat bloeiend maar stevig geworteld vanuit traditie en kracht de wereld tegemoet treedt'.

Na het poldermodel is dit qua taalgebruik een aangename verfrissing. Hoewel we in Nederland nog lang niet uitgepolderd zijn, ben ik het woord polderen wel helemaal moe geworden. Hoe zal de oppositie gaan reageren? Komt Geert Wilders met een onvervalst 'klompenmodel' met als achterliggende visie zijn onbehouwen spraakgebruik te symboliseren? Zal Mark Rutte het 'kaasmodel' gaan uitvinden? Stinkend voor de vreemdeling, maar o zo geliefd in eigen huis? En Femke? Natuurlijk introduceert zij het 'wietmodel' hemelfietsend, sky high en o zo groen. En Jan Marijnissen kan dan niet achterblijven. Onder het motto, we willen niet mee doen en verantwoordelijkheid dragen, maar we houden onze kiezers nog steeds die worst voor ogen, de enige echte worst uit Oss van Zwanenberg. Het 'worstmodel' is dus geboren.

Al strijdend over de typische Nederlandse symboliek wil ik me voorlopig wel conformeren aan de symboliek van Van Geel, het tulpmodel. Kunnen de Turkse Nederlanders, al dan niet met een dubbel paspoort, zich er ook nog in herkennen. Komt alles toch nog goed en naast de buitenlanders, zullen de Nederlanders de tulp ook weer weten te waarderen.