ff gamen (de vader)

Vincent (titi)


Op een beestachtige manier wordt het avondeten richting mondopening gebracht, met een wazige blik gericht op .... Ja, waarop eigenlijk? Nu zijn er van die momenten dat je het nodig vindt om pedagogisch en didactisch op te treden of op zijn minst achter uit de keel te komen om je ongenoegen duidelijk te maken. Je besluit dat dit niet zo'n moment is en compleet uit je tenen stel je de volgende vraag tegen beter weten in:
'Ga je vanavond nog iets bijzonders doen?'
Antwoorden als huiswerk maken, voetballen of een uitnodiging om een eind te fietsen heb je al tot de onmogelijke wonderen gereduceerd, dus met een plichtmatige open blik kijk je het varken tegenover je aan.
'Ishterwât?'
'Leeg eerst die laadklep van je voordat je gaat praten en ik vroeg of je nog iets bijzonders gaat doen?'
Terwijl de besmeurde mond met de mouwen van zijn vest gereinigd worden, komt het antwoord:
'Ja, een PK trip.'
'Een PK trip?'
'Een people-killing-trip met de clan.'
Je had het kunnen weten en bedenkt dan nog of je iets stichtelijks moet zeggen over het morbide thema dat hij aanroert, maar voor je je mond kunt open doen klinkt er zeer dwingend:
'Begint om zeven uur, maar ik heb wel twintig minuten nodig om me voor te bereiden. Dus....'
Het 'dus' wordt vergezeld met de loop naar de computer.
'Je huiswerk al af en de tas al ingepakt voor morgen?'
'Tas doe ik straks en huiswerk heb ik al op school gedaan.'
De dagelijkse mantra wordt afgespeeld en afhankelijk van het aanwezige geduld van de hoofdrolspelers loopt het uit op een knallende ruzie (soms) of lijdzaam accepteren (meestal).

De drang om met de clan al feestend de wildernis in te gaan op mensenjacht is onweerstaanbaar. Hangend achter de computer, iedere houdingsdeskundige negerend wordt de ruim bemeten vrije tijd kwistig verspild.
Morgen nieuwe kansen.

Zo had je je het als vader niet voorgesteld ruim twaalf jaar geleden. Visioenen met gezamenlijk sporten, fietsen of musea bezoeken dienden zich aan, maar blijken nu fata morgana's van de meest bedrieglijke soort. Uiteraard houd je rekening met het feit dat je nageslacht toevallig houdt van hockey, ballet of de padvinderij. Geen ramp, flexibel als je bent, moet een kind zich kunnen ontplooien naar eigen behoefte en mogelijkheden. Je eigen mislukte voetbaldromen hoeven geen beletsel te zijn voor een gelukkig leven van je zoon. Maar de huidige toestand vergt wel heel veel van je flexibiliteit. Soms te veel.

Vrienden ontmoeten in de virtuele wereld. Te belachelijk voor woorden, temeer daar de gewone dagelijkse omgang in gezinsverband op de proef wordt gesteld en enorm veel inlevingsvermogen vraagt van anderen. Vrienden? Ja, wie zijn dat in de virtuele wereld bij Runescape of World of Warcraft, WOW voor intimi? Eenzame gekken en sociopaten. Mensen die niet in staat zijn tot een normaal gesprek in het dagelijkse leven, maar hun hele ego ophangen aan wat rare figuurtjes waarin ze getransformeerd zijn? Mensen die willens en wetens hun hele hebben en houden overboord gooien in de echte wereld? Dat wens je je zoon niet toe.

Maar wat is de werkelijkheid? Het huiswerk vanaf de eerste week op de middelbare school al verwaarlozend en de prestaties zijn er ook naar. Een vijfje wordt als acceptabel aanvaard en een zes is een regelrechte topprestatie. Een topprestatie die vergelijkbaar is met het behalen van een volgend level bij WoW of Runescape. En dat is hard werken heb ik begrepen, 'hunting', 'fishing' of 'woodcutting' vergt namelijk een eindeloze herhaling van een aantal knopjes op je toetsenbord en een omgekeerd evenredig aantal hersencellen. Goed ik moet toegeven, zijn Engels is van bovengemiddeld niveau. Daarentegen zijn ongeveer alle andere schoolvakken oninteressant en dat is ook te merken aan de gespreksonderwerpen die je kunt aanvoeren, want elke conversatie wordt zeer kundig geleid naar dat speciale wapen, magische voorwerp of dimensie in WoW.
WoW rules zijn wereld, de echte wereld verwaarlozend.

Als de computerjunk dan 's avonds moe en mogelijk voldaan, al heb je daar je oprechte twijfels over, in bed ligt, wil hij de missie voor de volgende dag nog met je voorbespreken.
'Lieve schat, je spreekt echt Chinees voor me.'
'Echt?'
'Echt waar, ik snap er niets van. Ik ben nog minder dan een NOOB (beginneling) in jouw wereld.'
'Ha, maar ik hou wel van je.'
'Ik van jou, tot morgen, denk je wel aan je huiswerk?'