De goeie dingen blijven over

Wouter (tuvokki)
Ik heb jarenlang samengewoond met een van de liefste meisjes van de wereld. 't Is nu niet dat ze niet meer lief is, ze woont alleen niet meer bij mij. En ergens is dat jammer. We kozen er voor om niet te stoppen voor we het echte geluk hadden gevonden. Nu woont ze ergens anders en is zij nog steeds een van de liefste meisjes van de wereld. En ook al doet de gedachte dat iemand anders straks met een van de liefste meisjes van de wereld samenwoont misschien een beetje pijn, het geluk dat ik haar toe wens telt altijd zwaarder.

Ik heb jarenlang structuur gehad, de droom geleefd die een klein meisje heeft als je haar ziet glunderen bij het zien van een bruidsjurk. Het grote-mannen-gevoel dat je als kleine jongen hebt als je een stropdas om mag, omdat papa die ook altijd aan heeft. Ik fantaseerde er dan een vrouw, huis, kinderen en een Golden Retriever bij. En in mijn fantasie gaat er nooit iets mis. Er borrelde in mijn kinderhoofd nooit een ongemakkelijk moment van stilte op. Nooit haalde het besef dat het voorbij is de gezelligheid van mijn fantasiewereld. Net zoals er geen oorlog is in mijn dromen.

Ik heb een vriend die getrouwd is, een collega die kinderen heeft, en die is stiekem jaloers op me. Hij zei dat ik nu kon genieten. Hij vroeg me waarom ik verdrietig was, ik had immers nu geld, een tof huis en alle mogelijkheden om er iets van te maken. Ik kan zowel mijn woning omtoveren tot de coolste babetrap die hij maar kan verzinnen als de vrouwen versieren waar hij alleen maar naar mag kijken. Als we in de kroeg staan is hij bezig om me te vertellen welke dames beschikbaar, gewillig en net dronken genoeg zijn om mee te nemen. En dat terwijl ik verlang naar een knuffel, of absurde hoeveelheden drank om dat maar te vergeten.

Ik ben nu in de situatie dat ik andermans droom kan gaan leven. Een droom in plaats van een fantasie? Ook andere mensen droomden van het liefste meisje van de wereld. Ik zag die eenzame man kijken als we samen naar de winkel liepen. En ik zag hem kijken als we samen terug liepen. Ik droeg de grote zware tas, zij de keukenrollen en het brood. Hij zat elke dag te wachten op zijn vrouw die nooit thuis zou komen. Ze was de liefste vrouw van de wereld, en het enige wat de buschauffeur had misdaan was te laat komen. Een borrel minder de avond ervoor en hij had haar gezien. Nu was hij net te laat, maar net, en was de liefste man van de wereld ineens de eenzaamste.

Ik heb jaren lang iemand anders droom geleefd, voldaan aan de verwachtingen. Ik heb de stropdas ter hand genomen en gekeken in hoeverre ik kon voldoen aan het beeld dat ik had als kleine jongen. En het is me gelukt. Het is gelukt om alles te laten vallen.