Bebloede tegels

Redactie
Column door Aurelianus

Een grijze lucht, een groene vuilnisbak en wat rode spetters op de tegels. Een kleurrijk panorama. Was dit het werk van een hevig menstruerend vrouwmens? Zou ze hebben gedacht aan de eens zo grijze tegels? Een reguliere tegel kennen we niet veel betekenis toe; het is een grijs, rechthoekig gevaarte dat zich tussen soortgenoten bevindt, waar we maar al te graag overheen lopen. En dat doen we ook vaak. Versierd met bloed dat afkomstig is uit een baarmoeder kunnen we de tegel echter beschouwen als een subject, met betekenis dus. Het is niet meer het passieve object waar onze voetzolen dikwijls kennis mee maken, maar een van trots vervulde tegel, ditmaal versierd, ditmaal opgemerkt door voorbijgangers. De mens staat nu stil bij de tegel, de ogen er strak op gericht, alsof Arthur Docters van Leeuwen op je Perzisch tapijt ligt te masturberen met een kastanje in zijn mond.

Mensen klagen al vlug dat ze niets meemaken; ze hebben het mis. Hun ogen zijn nog slechts gesloten voor wat er zoal te aanschouwen is in het dagelijkse leven. Als je jezelf uren per dag confronteert met verwrongen beelden van de realiteit, afkomstig uit een grijs of zwart apparaat in de huiskamer, verdoem je jezelf als mens al snel tot frustratie. Je gaat verlangen naar het kunnen 'slappen' van 'bitches' in videoclips, naar wervelende vakanties in tropische gebieden en naar het streven naar succes ten koste van je menselijkheid. Maar de diepere betekenis van een stofzuiger zal je ontgaan, een telraam zul je slechts als instrument zien en de vreugde bij het zien van een scheve lantaarnpaal zul je niet ervaren.

Een wijs man zei ooit dat hij naar het toilet moest, maar dat zou geen rem mogen vormen in dit betoog. Wijsheid is immers als een drol.

Alles heeft in zekere zin al een betekenis als we er woorden voor hebben; in die woorden schuilen reeds veronderstellingen, concepten, oordelen. Taal is eigenlijk een achterbaks instrument; we denken de wereld te kunnen ordenen in onze hersenen door middel ervan, maar een realiteit is niet in woorden te vatten. We schieten tekort en we hebben het amper door. Nietzsche zag taal al als een sleutelcomponent als het ging om het proces van menselijke zelfdeceptie. Het is de wil om controle uit te oefenen over de ongrijpbare chaos van de realiteit die ons de oogkleppen doet behouden, ons door doet zetten en ons voortsleept in een heilloze onderneming die enkel kan leiden tot desillusie.

Voor die ontgoocheling ben ik reeds gewaarschuwd door Otto, een minzame jongeman die graag zo veel mogelijk mensen vertelde over zijn exorbitant grote piemel. Destijds woonde hij nog in Zundert, waar hij bejaarden negeerde en tegen stoplichten schreeuwde. Op een kille novemberavond bezocht ik hem en werd ik oprecht geraakt door zijn wereldbeeld. 'De mensheid is als een tennisbal,' zei hij, 'het lijkt een bepaalde vorm te hebben, maar die vorm wordt slechts in stand gehouden door leegte.' Vervolgens negeerde hij een passerende bejaarde. Ik keerde terug uit Zundert als een herboren mens.

Ik fantaseer graag over naakte vrouwen. Dat zal niemand verbazen, mij ook niet meer. Naakte vrouwen, gepenetreerd door een dozijn samengebonden markeerstiften. Dat zal enkelen wellicht nog verbazen, zelfs choqueren. Maar dat deert niet, want ik weet van de tennisbal.

We geven op verschillende manieren betekenis aan zaken, we zijn actief, we zijn passief, we vermoorden elkaar, we hebben elkander lief, we schreeuwen naar stoplichten, we spelen accordeon, we bezoeken exposities van middelmatige kunstenaars, we liegen onszelf voor, we aanbidden trivialiteiten, we geloven nog steeds in morele vooruitgang, we gebruiken af en toe een atlas, we verbloemen onze tekortkomingen en we eten broccoli alsof ons leven er vanaf hangt.

Wij zijn de mensheid. Wij zijn de tennisbal.