De Twijfel
Genoeg Libelle-psychologie. Wat ik mij altijd wel afvraag, is waarom de Twijfel dan nuttig is. De Twijfel overkomt je, soms op de meest onverwachte momenten. Laatst zat ik helemaal relaxed op een terrasje in de zon en een koud goudgeel wonder der natuur aan de lippen, geen enkele aanleiding tot haast, zorg, opdracht of andere stressfactor in de buurt en dan gebeurt het: een ingeving, geheel zonder aanleiding. Hoe zou seks zijn met Ilse de Lange? Ze is geheel in en in geëmotioneerd als je haar ziet spelen, maar toch merk je dat ze er niet bij is. Een aantrekkelijke vrouw, vol met smart en passie, en dan toch... Hoewel ze zegt dat ze klaar is gekomen blijf je dagen erna twijfelen.
Een andere vorm is de Plaatsvervangende Twijfel. Zoveel voorvechters van een multiculturele samenleving kijken samen met miljoenen andere Neanderthalers naar hoe een voorbeeld-voetballer-succesvol-opgestaan-uit-de-sloppenwijken een Roomse achter-achter-achter-achter-achter-neef van een kruisridder volgens Moors ritueel tegen de aarde kopt. Wat voelen ze? Hoe leg je dat uit? Ze vragen zich af wat er gebeurd was als hij een vlindermes in z'n scheenbeschermer had verstopt. Ik zag Rita in haar legging op de bank liggen en denken: "Dat heb ik mooi voorkomen."
Ik heb ook Twijfel waar je gewoon niet achter kan komen. Niet zozeer of een boterham nu wel of niet een voor- of achterkant heeft, maar zoiets van: Heeft Floortje Dessing nu wel of niet haar borsten vergroot? Nachtenlang zit ik op internet te Google-en om het bevrijdende antwoord te vinden. Met ingenieuze grafische programmas maak ik integraalberekeningen van vóór en na, maar ik kan mijzelf niet bevestigen.
Terwijl ik vanavond maar weer eens zon lekkere kameel uit het zandkleurige doosje trek, zie ik op het Journaal een huppelende Rudi Carrell. Op het moment dat ik de eerste trek uitblaas zie ik in de blauwe wolk het uitgemergelde lijf staan zwaaien met een beker. Tjeemig. Toch maar uitmaken? Misschien wel nuttig.