Bezoek voor Hatem

Michel (methodmich)
Vrijdagavond, iets na achten. Hatem Trabelsi zit op de bank en leest “Pitch Fever” van Nick Hornby. Zijn vrouw kijkt naar een soap en ziet ineens een man het pad oplopen. “Hatem, bezoek. Je trainer komt er aan,” zegt ze. Hatem staat op en opent de deur. Breed glimlachend zegt hij: “Ah, mister Koeman!” Koeman groet terug, hangt zijn jas op, loopt de kamer in en groet mevrouw Trabelsi.

Ze praten wat bij, over het beginnende buikje van Hatem, over de seizoensstart van Ajax, over de sfeervolle inrichting van Hatems huis en nippen aan de thee, die mevrouw Trabelsi snel heeft gezet. Zo draaien ze een tijdje om de zaak heen. Dan zegt Koeman ineens: “Hatem, wat denk je nou van een terugkeer? Dat is voor jouw loopbaan goed en voor Ajax ook. Een beetje water bij de wijn van beide kanten en dan weer opnieuw doorgaan?” Hatem glimlacht weer eens, zegt dat moslims geen wijn drinken, maar vraagt vervolgens toch hoe Koeman die terugkeer ziet.

“Kijk Hatem,” begint Koeman, “jij hebt de defensie ook gezien. Veel te veel tegengoals. Vooral Europees kan ik dat niet gebruiken. Ik zal eerlijk zijn met je. Voor de competitie hebben we je niet direct nodig. Natuurlijk heb ik je er dan ook graag bij, maar Grygera kan dat nog wel aan. Maar de Champions League is een ander verhaal. Als jij daar net zo speelt als toen tegen Lyon, Valencia, Milan en noem ze maar op, dan is je kostje gekocht. Dan kunnen wij presteren en kom jij weer in de belangstelling van topclubs.” De ogen van Hatem beginnen te glimmen als hij terugdenkt aan die Europese campagne, twee seizoenen terug. “Ik moet even bellen!” zegt hij ineens vrolijk.

Hatem loopt naar de gang en zoekt in zijn adressenlijst. Ah, daar is ie al. “Big Money”. Hatem belt en hoort hoe er opgenomen wordt. “Hatem, jongen, met Franklin,” klinkt het aan de andere kant. Het Surinaamse accent van zaakwaarnemer Franlin Sedoc herkent Hatem uit duizenden. Kort schetst hij de situatie. “Dus,” herhaalt Sedoc, “je krijgt een beter contract, onder de toen afgesproken voorwaarden. Probeer een transfergarantie volgende zomer te regelen, zal moeilijk worden, maar zou goed zijn!” Met deze stalorders loopt Hatem terug naar de kamer, waarop ook Koeman gaat bellen.

Koeman zoekt in zijn GSM naar “Dichtpiet” en kiest het nummer. “Met de beste technisch directeur van Eindhoven, Rotterdam, Amsterdam en ’s-Gravenhage,” hoort Koeman. Kort legt hij aan Van Gaal, want die is het, uit wat Trabelsi wil. Direct begint Van Gaal te briesen in de hoorn en Koeman begrijpt dat onderhandelen niet mogelijk is. Bij terugkomst in de kamer zit Trabelsi al te glimlachen. “Louis boos, stemverheffing,” zegt de Tunesische vleugelverdediger. Koeman knikt lachend terug. “Maar wat doe je nu?”

Hatem steekt zijn duim op: “Ik kom terug. Is beter voor mij en voor Ajax.” Opgelucht haalt Koeman adem en beiden drinken nog een bakje thee. Koeman legt uit wat de volgende stappen zullen zijn. “We maken er een mooie persconferentie van, Arie erbij, Louis erbij, ik erbij, je advocaat erbij. Jij zegt dat je blij bent dat je weer voor Ajax kan spelen, wij zeggen dat we het verleden vergeten, je snapt het wel. Een mooi verhaaltje, beetje lachen, iedereen tevreden.”

Hatem knikt. Hij snapt het maar al te goed. De rest van het seizoen weer even presteren en dan komt die transfer heus wel. Dan is hij over die norm van 75 % qua interlands heen en kan hij naar Engeland. Mocht Engeland niet meer willen, dan toch Spanje of Italië. “Zeg,” begint Koeman ineens, “als ik naar Barcelona ga, neem ik je mee. Maar dan moet je dat nu niet in de pers gaan roepen. Dat was niet zo slim vorige keer natuurlijk, dat begrijp je.” Opnieuw knikt Hatem, nu breed lachend. Die Koeman is zo gek nog niet.

Als Trabelsi Koeman uitlaat, omhelst hij hem eens stevig. Mevrouw Trabelsi krijgt ook nog drie klapzoenen van Ronald en begrijpt dat de koffers voorlopig weer uitgepakt kunnen worden. Beleefd zwaait ze met Hatem mee, als Koeman weg rijdt. Hoofdschuddend loopt ze naar binnen, een beetje teleurgesteld dat ze haar soap niet heeft kunnen kijken. Haar man loopt achter haar aan en kan haar gedachten raden. “Schatje, jij hebt een heuse soap meegemaakt, daarnet.” Ze glimlacht flauwtjes, maar moet het beamen. Geen soap zo echt als de voetbalwereld.