De avonturen van Robby, de kleine Teddybeer

Bas (Tha_BlonT)
In het grote teddyberenbos woonden een stuk of 10.000 beertjes, Teddy's genaamd. Ze waren wat beige van kleur en hadden olijke zwarte oogjes. Hun leven bestond voornamelijk uit hard werken en feestjes. 's Avonds, als ze genoeg eten hadden verzameld, kwamen ze allemaal bij één en dan werd het kampvuur ontstoken. Liederen werden gezongen en meestal, als het teddyberenhoning rijkelijk gevloeid had, ontaarde het feestje in een grote knuffelpartij. Dan lagen alle vrouwtjes en mannetjesbeertjes door elkaar heen te knuffelen en te strelen. Het gebrom dat hiermee gepaard ging was vaak ver in de omtrek te horen. Niet dat er iemand op afkwam. Het teddyberenbos was namelijk diep verscholen in het hooggebergte, omringd door hoge steile rotsen. De teddybeertjes dachten niet dat daar achter nog iets kon liggen, zij waren de enige in het bos, en het bos was de wereld. Daarnaast hadden de meeste teddybeertjes ook niet echt behoefte om te weten of er nog andere beertjes waren, ze waren wel gelukkig zo.

Eén teddybeertje zat bij deze feestjes meestal sip langs de kant. Er moest toch meer zijn dan werken en knuffelen dacht hij vaak. Er moeten andere beertjes zijn, er moet een reden zijn dat wij teddybeertjes in dit bos wonen. Weemoedig keek hij voor zich uit. Hij was het zat, dat geknuffel bracht toch niets goeds met zich mee. Tijdelijk genot was het, en een afleiding van dat wat echt belangrijk was. Niet dat hij nooit knuffelde natuurlijk, want een Teddy had ook zijn behoeftes.

De andere teddybeertjes begrepen hem niet echt. Altijd als er wat leuks was, deed Robby niet mee. Vaak probeerde hij ook nog hun plezier te vergallen door steeds op plezierige momenten lastige vragen te stellen. Waarom leven we hier? Zijn er geen andere beren? Eerst hadden ze hem nog willen overtuigen dat feest maken ook leuk was, maar de laatste tijd lieten ze hem maar gewoon links liggen. En dat pijnigde Robby. Hij zou bewijzen dat hij gelijk had en ze laten zien dat feesten niet alles was. De teddybeertjes hadden een hoger doel en hij zou het gaan vinden.

Een teddy is gelukkig
Een teddy is tevree
Geef me een knuffel
En zing gezellig mee.


Het was tijd geworden voor het Teddylied. Dit was voor vele Teddy's het hoogtepunt van de avond. Tevens het sein dat er vooral naar partners gezocht moest worden om de nacht mee door te komen. Robby was het nu echt goed zat en stond op om naar huis te gaan. Net toen hij weg wilde lopen hoorde hij zijn naam.
'He Robby, puntoor, ga je er al weer vandoor?' Het waren een stel andere Teddy's uit zijn klas die er meestal prat op gingen om hem te pesten. Hij probeerde door te lopen maar ze versperden hem de weg. De honinglucht uit hun monden was duidelijk te ruiken.
'Oeeee, Robby voelt zich te goed voor ons, Robby wil lezen.'
'Ooeeeee ik weet wel waarom Robby nooit meedoet hoor,' zei een ander.
'Robby schaamt zich voor zijn kleine Berenknotsje.'
Dat ging Robby te ver, en zijn klauw schoot uit naar de eerste de beste Teddy die hij kon raken. Een groot gapend gat was te zien onder het oog van Bolke, de grootste van de groep. Het zaagsel stroomde eruit.
'Dat komt je duur te staan, vuile Furby.' En Bolke haalde uit naar Robby's oor, een Teddy's zwakste plek.
De andere Teddy's schoten hun kameraad te hulp en al snel kon Robby niks anders doen dan zijn poten voor zijn gezicht houden en hopen dat ze hem niet aan stukken zouden scheuren. Net toen hij dacht dat hij het bewustzijn ging verliezen stond daar Winnie. De aanblik van Winnie was al genoeg om de aanvallers te verjagen. Langzaam krabbelde Robby op. Hij durfde de oude wijze Teddy nauwelijks in de ogen aan te kijken.
'Bedankt Wijze Winnie,' zei hij bedremmeld. Winnie keek hem aan met een blik die meelij maar tegelijk ook boosheid verried.
'Voor het slaan van een medeteddy zul je drie dagen in de honingfabriek moeten werken. Daarna meld je je bij mij, en gaan we bespreken waarom jij denkt dat je altijd in de problemen komt.'

Robby knikte en liep met gebogen hoofd naar huis, eenmaal in zijn hangmat nam hij nog snel een likje honing en ging slapen. In de verte klonk het honinggelach. Hij werd in slaap gewiegd door het gezoem van de bijen. Altijd aan het werk in de fabriek naast zijn hut. Morgen zou hij tussen diezelfde bijen staan. De grootste straf die een Teddybeer kon krijgen.

Dit was deel 1. Volgende week komt Robby erachter wat het is om een bij te zijn in Robby en de bijenfabriek.