De blinde man....
Dark days,
With the vision of a blind person.
There isn’t any shade.
I try to fly,
In the world behind my eyes,
But I always tend to cry,
When I find out,
The world isn’t mine.
De man komt van zijn sprekers blok, en kijkt de groep van luisteraars door. Zijn vreemde blik valt op mijn vragende ogen. Het is net alsof hij niet kijkt maar gewoon ‘bij’mij is. De mensen uit de groep lopen verder, de spreker heeft zijn verhaal verteld. Ik kwam te laat om het hele verhaal te horen, alleen het laatste stuk. Nu staat hij voor mij. Ik weet niet wat ik tegen hem zeggen moet, zal ik hem vragen om ergens wat te gaan drinken? “ja lekker koffie, vertel ik je alles nog wel es.” Antwoord de man. Terwijl ik niet eens wat had gevraagd. Uit zijn binnenzak haalt hij een donkere zonnebril en zet hem op.
We lopen met elkaar naar een koffiehuis aan de pier. Nu snap ik waarom hij zo vreemd naar mij keek. Hij is blind. ‘In’ mijn ontdekking blijf ik staan. “ja, ik ben blind, maar zie waarschijnlijk meer dan menig ander mens.” Merkt de man op, je mag vragen wat je wilt, want je zoekt iets waarbij ik je een stukje kan helpen.
“Als een blinde geen ogen heeft,
En dus zijn doel niet aan ziet komen,
Hoe weet je dan waar je bent?
Als de wereld alsmaar donker is,
En het licht,
Nooit meer door de wolk breekt.
Wat is er dan nog?”
Vroeg ik aan de blinde man die ik, nog geen 10 minuten geleden had ontmoet op de boulevard, en waarvan ik nu al wist dat hij mij weer een stukje verder zou brengen.
“haha, prachtig! Mooi gezegd, mooi gevraagd. Dit is wat ik bezit.” En maakte van zijn handen een kom. “en dit is wat ik heb.” En langzaam bracht hij zijn handen naar zijn slapen, en tikte zachtjes. “mijn wereld, is wat ik heb. Grenzeloos, eindeloos, allesomvattend.” Een glimlach, het leek net even of hij van de lentezon genoot, die warm naar binnen scheen. “Ik zie de wereld via jouw ogen, en door de ogen van al die andere mensen. De wereld, is emotie, en emotie heeft geen beeld nodig. Dus als ik bij mensen ben voel ik hun, en dus leef ik een deel van hun wereld. Ogen heb je om een vertekend beeld van een emotie weer te geven. Iets is en word oprecht als er niets aan word verbonden.” Stomverbaasd, door de wijsheid die deze oude, blinde man mij vertelde. Hij heeft geen stok, geen hond niets. De rustige, stille ogen, zeggen genoeg. Hij keek mij diep aan, maar is zo blind als blind kan zijn. “zullen we naar de pier?” vraagt hij aan mij, “oke, goed.” Hij zet zijn zonnebril op en staat op, ik zal hem bij zijn arm pakken om hem te helpen, maar op het moment dat ik aanstalten maak zegt hij “Niet doen, ik red mij zelf perfect.” Verbaasd bemerk ik met welk gemak hij zich door het koffiehuis baant richting de deur. Ik sta verbouwereerd naar hem te kijken, hij stopt draait zich om en roept “Kom je nog, straks is het al vloed, en dan is er niets meer aan.”
We staan met ons beiden in de wind, en proeven de zilte lucht van de zee. “vertel mij eens wat je ziet.” Vraagt de blinde man. “euh ik zie, de zee, de ondergaande zon, een grote boot aan de horizon en het olieboorplatform. Verder niets, maar waarom vraag je dat?” hij staart richting de horizon, neemt een diepe teug zeelucht, en zegt “ik wil graag weten wat je ziet, je mist de energie, je ziet niet de liefde in deze schepping. Je ziet de energie van de zee niet. Je ziet wat je aankan. Probeer te kijken zonder iets te zien. Elk moment, elke dag, probeer nu maar.” Ik bemerk een opkomend gevoel van rust. Ik zie alles, zonder echt iets te zien, ik kijk met mijn gevoel, alles word in eens zó prachtig! De man, ik ga hem bedanken, ik kijk weer naar rechts waar hij naast mij stond, maar hij is weg.
Maar hij is weg…. Ik kijk, nee, voel de wereld om mij heen, alles is nog steeds prachtig. Het was goed, maar ik wil de meneer nog zoveel vragen. Ik wandel langs de opkomende zee. Neurie zachtjes,
I’ve come al long way”
Het is een prachtig nummer.
Touched by the hand of his god.
Ik bemerk dat ik eigenlijk niets meer te vragen heb. Als ik goed om mij heen kijk, voel ik dat alles oke is. Voel ik de antwoorden. De man, heeft geen afscheid genomen. Hij zal altijd aanwezig zijn. Ik heb een stukje van ‘hem’ gekregen zonder dat hij iets mist. Zonder dat hij niet meer de persoon kan zijn die hij is, heeft hij mij een stap verder gebracht. De geboorte voelt als een gelaten stemming van de ontdekking dat dood zijn er niet meer toe doet. Het licht, de energie, voel ik. Mijn ogen brengen geen beelden meer, ze sturen de ‘warme kloppende gloed’van deze prachtige schepping direct door naar het kristal van mijn wezen. Ik voelde mij voor vandaag vaak, wild, en niet thuis. Nu, voel ik mij als een kalme zee, zachtjes zwevend.
Ik loop het wandelpad op, wat leid naar de boulevard. Als ik op de rand van de boulevard sta en nog eens over de zee kijk, begrijp ik, nee, voel ik wat de man mij gaf. Ik ben er.
Ik loop verder over de boulevard, het is net of ik alles vanuit een ander perspectief bekijk. Het is net alsof mijn zicht niet meer bestaat, en ik boven mijn fysieke lichaam alles opneem. Net in die 4de dimensie. Langzaam loop ik de boulevard af. En zie verder op een groepje mensen staan. Ik benader ze maar hoor vanaf een kleine afstand al waar ze naar staan te luisteren. Het is de oude blinde man. Ik krijg geen drang om naar hem toe te rennen. Ik wandel rustig op de groep toe. Eenmaal aangekomen weet ik dat hij mij heeft gevoeld. Ik bemerk vanuit mijn nieuwe perspectief dat hij mooier is, dan ik had gezien, anders is dan ik had gezien. Ik zie dat hij, vanuit mijn, nee onze dimensie, de god is, die iedereen zoekt maar nooit vind omdat hun zoektocht word voorafgegaan door de wereld die ze zien, en niet die wereld die ze voelen.
tdw