Anna, de leeuw, en verandering

Mensen zijn niet gemaakt voor verandering, en tegelijkertijd voor niets anders.

Zo was het ook voor Anna. Sinds dat ze vijf en driekwart was wilde ze al een leeuw. In de dierentuin had ze een leeuw gezien. Hij leek zo warm en zacht, met manen waar je in kon verdwijnen en slapen tot de zon weer op kwam. Ze wist het meteen. Sindsdien stond voor elke verjaardag bovenaan haar verlanglijstje: ‘leeuw’.

Nu was ze achtentwintig, drieëntwintig verlanglijstjes verder, en ze was nog steeds zonder haar leeuw. Dus besloot ze zelf een leeuw te zoeken. Ze vond een prachtig leeuwenwelpje, dat ze bij Circus Maximo kon ophalen. Het circus kon hem niet gebruiken omdat hij een kort staartje had. ‘Zo is niemand bang voor hem’ zei de dompteur, ‘neem hem mee en vertel hem af en toe over het circus’. En dat deed ze. Ze noemde hem Simbo, want volgens haar zijn namen die op een ‘a’ eindigen voor vrouwen, en dit was een echte leeuw, geen leeuwin.

Maar het leven met Simbo was niet zoals ze had gedacht. In de eerste maand was ze haar bank, vloerkleed, en kat kwijt. Sommige waren verslonden, andere verscheurd. Hierna werd het alleen maar zwaarder. Simbo leek niet te luisteren, hoe vaak ze ook uitlegde dat een nette leeuw niet alles in huis stuk maakt. In de maanden die volgden raakte ze nog meer kwijt: haar tweede kat, haar tv, mensen die vroeger op bezoek kwamen, en haar werk omdat ze Simbo niet alleen kon laten. Ze was moedeloos en wanhopig. Was dit nu wat ze altijd had gewild? En ze had nog niet eens één keer in zijn manen geslapen.

Als ze aan mensen vertelde hoe zwaar het leven met Simbo was leek niemand dit te begrijpen. ‘Elke verandering is zwaar’ zei haar overbuurman nuchter. Deze buurman had zelf ook een leeuw en voerde haar elke dag spekjes met een haak die op de plek zat waar vroeger zijn hand zat. ‘Na de negende maand wordt alles makkelijker. Hij is nu nog gewoon speels. Dat was jij vroeger ook’ vertelde haar moeder. Anna dacht terug aan de vorige keren dat haar moeder dit vertelde, alleen werd het volgens haar toen beter bij drie en zes maanden. Momenten die waren gekomen en gegaan, zonder dat Simbo zich beter ging gedragen. Toen ze dat aan haar zus Alida had verteld had die haar ‘Vergeten moet je leren’ toegebeten. Ze wist niet wat dat betekende, maar de bitse toon waarop het werd gezegd maakte dat ze niet verder had gevraagd. Langzaamaan begon ze te twijfelen waarom ze altijd een leeuw had gewild. De verandering die ze al zo lang wilde leek zoveel meer te veranderen.

Op een middag vond ze op de grond in de huiskamer een klein groen boekje. Het lag tussen de boeken die Simbo er vlak daarvoor uit had gegooid. De rug van het boekje zat vol rimpels en op de voor- en achterkant zaten tandafdrukken. Ze herkende het boekje niet en sloeg het open. Het eerste hoofdstuk is dit verhaal. Anna begon te lezen, maar stopte na de tweede zin. Met een glimlach legde ze het boekje weg, in het besef dat sommige dingen gelukkig nooit veranderen.

Dit item is geschreven door Benny van Kaf.