Zaterdagavond om een uur of zeven

Zaterdagmiddag twaalf uur tweeëntwintig, de zon schijnt buiten tussen een paar wolkjes door en de oven kondigt met drievoudige dubbele piep aan dat mijn drie mini baguettes van een lichtbruin kleurtje voorzien zijn na twaalf minuten op hete lucht. De drie andere gaan in mooi dicht geplooide originele verpakking terug de ijskast in. Naïef genoeg om nog steeds in mezelf te geloven en na honderden keren de ovendeur open te trekken blijft het spannend om de kleur van mijn mini baguettes te ontdekken, afhankelijk van verschillende variabelen. Soms hebben mijn baguettes met de grillfunctie aan twaalf minuten doorstaan, soms hoor ik de drievoudige dubbele piep niet en toch heel vaak ben ik slechts een paar minuten te laat. Maar te laat is te laat en steeds met een donker crunchy einde.

Er wringt iets en ik weet niet wat. Er staat iets te gebeuren, maar kan niet zeggen dit of dat. Ik maak me zorgen en ik weet niet waarover. Mijn anders helder gedestilleerde intuïtie, die voortkomt uit een mash van feiten, exacte informatie, ervaring, een vleugje geluk en een paar goede filters, ziet er de laatste tijd troebel uit. Iets waar ik naar kan kijken door een klein wazig kijkgaatje met een troebel zicht, zo voelt het aan.  Er staat iets te gebeuren, maar of het goed of kwaad zal zijn, valt niet te bespeuren. Het zal groots en onverwacht zijn. Mijn ratio spreekt over iets controleerbaars, gekoppeld aan een welbepaalde keuze. Ik denk niet aan oorlog of geweld of waterstof en atoombommen. Richting kwaad gaat het niet gaan. Het wordt iets goed, is wat ik vermoed. Zouden ze de elite haar kapitaal royaal gaan belasten? Trekken de Allies zich misschien terug uit “The war on drugs” en wordt heel de hogere sfeer legaal gemaakt? Misschien gaan er de komende jaren exponentieel meer ogen open en groeit zo een waardevoller slimmer collectief? Wat voor groter goed maakt van ieders een beter zieltje? Overvloed? 

Zaterdagavond met nog twintig minuten op de klok voor het bedtijd is. Blaze mag nog even op lichtsnelheid gaan en Paw Patrol leert mij hoe ik gaspedalen moet loskrijgen. Het bier van de Aldi ligt op mijn maag en stel me de vraag of die knagende koppijn van afgelopen twee dagen komt van het Hopvil brouwsel en acht de kans reëel. Een lekker groen nederkruidje steeds in mijn bezit verzacht al geluk de pijn veroorzaakt door mijn quality biertje. Reeds tweeëntwintig jaar lang combineer ik quasi vierentwintig zeven alles met een blowtje en al tweeëntwintig jaar lang ben ik een raszuivere stoner. ‘Stoner to the Bone’ sierde vanaf deze doorbraak standaard elke nieuwe pennenzak met ernaast het niet te vergeten weedblad. Bij velen die mee in het stonede leven stonden ten tijde onze late tienerjaren, is de blowperiode gedaan nu en dat om verschillende redenen. Bij mij was er nooit een reden om te stoppen met mijn gewoonte. Mijn gewoonte heeft me wel doen stoppen met één ding, waar ik me ook bij heb neergelegd. Wij gaan niet het verkeer in.

De eerste keer deze jongeheer echt stoned was en in een soort van tijdelijke oncontroleerbare waaier aan paranoïde gedachten terechtkwam, tezamen met gevoelens van euforie en gelatenheid waar alles me gestolen kon worden en ik zou dit gevoel, dit geloof de rest van mijn leven bij mij willen houden. Tot op heden op een paar maanden na kan ik zeggen dat ik mij aan deze belofte of toezegging, soms tot spijt van anderen gehouden heb en ondertussen waarschijnlijk reeds in de buurt kom van het record Bob Marley op zijn naam heeft staan met zeven keer zijn lichaamsgewicht op de weegschaal? Een gebruik werd een gewoonte en een gewoonte werd een geloof. Ik heb mij meer dan eens een Rastafari genoemd, maar ik ben een stoner waar je het niet aan ziet. Een geloof draag je met je mee en met je geloof ben je normaal gezien niet in strijd. Het heeft me al veel geleerd, stoner zijn. In mijn ogen sta je gemiddeld gelukkiger in het leven indien je geen probleemgebruiker bent, je leert bijvoorbeeld hoe mini baguettes eruit zien na twintig minuten in de oven ipv twaalf minuten, maar ook die van negentien, achttien, zeventien minuten enzovoort mag je geregeld aanschouwen. Stoner zijn maakt alleszins mijn leven minder saai en meer draaglijker doorheen de niet wegdenkbare sleur, het neemt de nodige stress weg, je wordt minder tot nooit meer ziek, en soms vergeet je iets, de draad in een verhaal of een degelijk einde, maar als stoner zijnde trek je jezelf daar iets minder van aan.