Toen paarden stalen monsters werden

Ergens begin jaren tweeduizend was het dat ik een gevoel ervaarde nooit eerder ervaren. Twee dagen ervoor was de exaamperiode gestart met een tweedaags durend examen wiskunde, waarna een dag biologie en daarop volgend een dag fysica enzovoort. Neuzend in mijn boeken en notities biologie en toch enigszins geïntrigeerd geraakt, leerde ik hoe ons lichaam alles kon maken vanuit een x-aantal aminozuren, laat het er nu 23 zijn. Samen met de nodige mineralen en vitamimen binnengekregen met alles wat je eet, slaagt je lichaam erin alles wat het nodig heeft te bouwen. En zolang je niet enkel op koffie en chocolade leeft, maar een beetje variatie in je eetgewoonte brengt, blijft alles zeer stabiel in je lichaam, zonder moeite. Ik leerde dat ons lichaam, onze cellen hun energie haalde uit enkelvoudige suikers, laat het nu glucose heten. En glucose zit uiteindelijk in alles wat je eet. Uit glucose maakt je lichaam die 23 aminozuren en uit die aminozuren wordt alles in je lichaam gemaakt. Simpel, het werd de Krepscyclus genoemd en daar gebeurde een klein wonder.  

Uit de kennis over de Krepscyclus tezamen met de kennis vanuit een oprechte interesse in chemie en alle andere vakken ontstond een soort wetenschappelijke denkwereld, een persoonlijk kleurboek als het ware. Vooral chemie was een fantastische wereld, je erin verplaatsen en met haar formules goochelen deed je anders nadenken over alles. Mijn jong geestje leerde enerzijds de formules kennen die energie opleveren in onze cellen en anderzijds de formules over fotosynthese die lieten zien hoe plantencellen in staat waren, met zonlicht als katalysator, water en CO2 om te zetten in glucose, de suikers, de energie die wij nodig hebben.

Aan CO2 , het broeikasgas bij uitstek, werd achteraf gezien, te weinig tot geen aandacht besteed. Er werd niet afgeweken van de opgelegde basis kennis wetenschappen, aan actuele, wetenschappelijk te benaderen problematiek werd weinig tot geen aandacht besteed. In mijn chemische beleving was COdan ook altijd een gas en dat is het heden ten dage steeds, in het nieuws, in de krant, meestal doelt men op gas. Pas later maakte een ontbrekende stukje kennis een cirkeltje rond in mijn denken, CO2 is ook vast en niet alleen een gas. Mijn chemisch geweten bleek niet ontcijferd te hebben dat CO2 eigenlijk het geraamte vormt van al het leven en als het leven sterft het COals afvalstof achterlaat. Alles wat leeft, bestaat ongeveer voor 90 procent uit water, de overige 10 procent zijn quasi allen COrestanten, aangevuld met een paar zware metalen en enkele vervlogen gassen. Planten zijn de CO2 bommen die nu uit de aarde zouden moeten schieten om het teveel aan CO2-gas in de lucht om te zetten in vaste CO2, in plantmateriaal, welk kan zorgen voor langdurige CO2 opslag. (als het niet in de verbrandingsoven terecht komt tenminste) Bamboe is zo’n CO2 bom, omdat het heel snel heel groot groeit, maar evengoed tal val andere planten die net hetzelfde doen.

Het is maar een klein cirkeltje, planten ‘eten’ CO2 en hebben O2, zuurstof, als afvalstof. Zuurstof komt letterlijk uit de bladeren en CO2 wordt door de bladeren geabsorbeerd. De andere halve cirkel bestaat uit alles waar vlees aanhangt of inzit, namelijk heel het dierenrijk. Dieren ‘eten’ of ademen O2 en hebben CO2, koolstofdioxide als afvalstof, die ze onder andere uitademen. Zo word een heel simpel cirkeltje in de natuur rondgemaakt. Een cirkeltje waarin evenwicht troef is. Ik leerde deze cyclus van het leven kennen tot in het kleinste detail uit de leerstof gekregen op school. Ik leerde daardoor ook iets totaal tegenovergesteld, iets wat ze jou niet leren op school. Ik leerde een verhaal kennen van onrechtvaardigheid, doorgedreven selectieve ontkenning en onwetendheid. 

Vanaf we enigszins iets kunnen onthouden en begrijpen, worden geloven opgelegd die opgevolgd dienen te worden. Vanaf de moment we eindelijk opgegroeid en vrij zijn, zijn we zo doordrongen van deze geloven, dat ervan afwijken iets onmogelijks blijkt. Al geluk dat niets onmogelijk is en dat schijn bedreigt, al geluk dat afwijken je laat zien dat alles opgelegd je weerhoudt meer te ontdekken dan ooit geleerd op school. En kortgezegd, toen hout beton werd en glas plastiek, werden paarden stalen monsters en scholen een werkfabriek.