Gezeul met asielzoekers

Wanneer het gaat om de acceptatie van asielzoekers in Nederland onderken ik drie groepen binnen onze samenleving met een redelijk sterke mening. De eerste groep is de groep die zich behoorlijk bedreigd voelt door deze gelukszoekers. Ze denken dat onze zorg en ons hele sociale vangnet naar de klote geholpen worden door de onbeheerste instroom van vluchtelingen en of gelukszoekers. Zij hebben een sterk punt.

De tweede groep is de groep van ‘eigenlijk geen mening’. “Ja het zijn ook mensen he, ze zullen het daar wel zwaar gehad hebben, wat mij betreft mogen ze wel blijven hoor”. Op de vraag of ze ons sociale stelsel en onze woningmarkt te veel gaan belasten antwoorden zij: “Dat weet ik niet hoor, ik leef toch wel gewoon verder”. Het is de groep die het minste met correcte informatie heeft en zich baseert op wat er in de vele talkshows en sociale media geroeptoeterd wordt. Ze hebben zelden een sterk en te verdedigen punt.

De derde groep is van mening dat alle inwoners van de wereld het recht hebben daar te wonen en te leven waar zij willen. Wij moeten ons aanpassen en deze nieuwe inwoners alle kansen geven zich te ontwikkelen. Een zeer sociaal en te verdedigen houding, maar in deze wereld geen realistische.

Wie de boeken van Neal Walsch gelezen heeft kent de vraag van Neal aan zijn ‘denkbeeldige’ God: “Zijn er veel planeten waar leven is? Iets wat op ons soort lijkt?” Het antwoord is “Ja, en ze doen het veelal beter dan jullie op jullie planeet. Ze zorgen voor elkaar in de breedste zin van ‘zorgen’. En ‘hij’ definieert dan hoe ze dat dan doen en dat ziekte en dood overwonnen zijn mede door de collectiviteit van de soort.

Wie denkt dat het asielprobleem zichzelf oplost is niet alleen naïef maar ook dom. Grote groepen mensen zullen zich blijven verplaatsen op deze aarde. Het alternatief is niet alleen onaantrekkelijk voor een mens maar ook dodelijk in veel gevallen. Het westen wil steeds meer van alles: geld, grondstoffen enz. Het individu doet er steeds minder toe. Ik lees voor het slapen het stuk van Neal Walsch nog een keer en probeer nog een keer de droom te vangen van hoe het zou kunnen zijn maar ik weet dat het dat altijd zal blijven; een droom.