Gezond - Lotgenoten (0033)

Lotgenoten,

Gezondheid kun je kopen. Moet je wel naar de juiste supermarkt gaan en daar de juiste spullen kopen. Nog altijd heb ik zo'n abonnement op een groentepakket van de biologisch-dynamische boerderij, die een paar kilometer buiten ons zo majestueuze Apeldoorn is gesitueerd. Jarenlang was bij mij thuis een distributiepunt. Iedere vrijdagmorgen kwam er een vrachtwagen bij ons huis voorrijden die een stapel kratten onder onze carport achterliet. Abonnementhouders uit de buurt kwamen dan bij ons hun pakket ophalen. Sinds vier jaar is dat afhaalpunt elders. Ik heb het desbetreffende huis verkocht, vandaar. Op zich hadden we wel distributiepunt willen blijven, maar in een appartementencomplex op twee hoog in de binnenstad van het zo majestueuze Apeldoorn is dat niet zo handig. Nu wandel ik wekelijks naar een afhaalpunt bij mij in de buurt. Leuke wandeling, eveneens gezond. Maar waar was ik gebleven?

Ik liep op straat met in iedere hand een goed gevulde boodschappentas. In die boodschappentassen zaten levensmiddelen die niet alleen voedzaam zijn, maar ook nog eens gezond. Pure, zuivere producten, zonder toevoegingen als suiker en zout en zeker niet ultrabewerkt. Verse groenten en fruit van teelt die niet gebruik maakt van chemische bestrijdingsmiddelen, noten en zaden, stevig brood en weinig zuivel. Voeding en geen vulling. De biologische winkel had aan mij een goede en trouwe klant. Gezondheid kun je kopen, maar dat had ik al gezegd.

'Ken ik jou niet ergens van?' hoorde ik een stem ergens achter mij. 'Hallo! Ken ik jou niet ergens van?'
Ik liep door. Als je mij ergens niet van kent, waarom ga je dan naar me schreeuwen? Het was vast niet voor mij. Overigens zou het best kunnen dat de iemand mij wél ergens van zou kennen.
'Ben jij niet die schrijver?' vragen mensen mij soms, op straat of in die supermarkt.
'Nee,' zeg ik dan. 'Ik ben wél die schrijver,' wil ik er dan achteraan zeggen, maar dan zijn ze al doorgelopen. Altijd lastig: een vraag met een ontkenning er in. Waarom zou je iemand vragen of hij het niet is? Je kunt beter vragen of iemand het wél is. Maar goed. Ondertussen was ik alweer anderhalve straat verder.

En ja, ik weet het: biologisch is niet synoniem aan gezond. Er zijn samengestelde biologische producten die toch veel suikers of zout bevatten, toegevoegd of niet. In een gewone supermarkt zijn er hele paden die ik structureel oversla en dat is in deze biowinkel niet anders. Koeken, snoep, voorgemonteerde sauzen, veel kant-en-klaar-spul, pizza's en salades-in-bakjes: ik koop het niet, want ultrabewerkt. En moet je eens biologische ham kopen in de supermarkt en die vergelijken met de ham van mijn biologische slager. Dat scheelt liters water en kilo's zout. Biologisch sinaasappelsap bevat grote hoeveelheden suiker. Ook niet zo gezond. Sinaasappels moet je pellen en niet persen. Of gelijk na het persen in je eetgat gutsen, dan schijnt het mee te vallen met die suikers. In ieder geval moet je ze niet uit een pak gieten.

De winkel die ik twee keer in de week bezoek, ligt nog geen twintig minuten lopen bij mijn huis vandaan. Ook in het centrum van ons zo majestueuze Apeldoorn, dus. Sinds ik hier woon, gebruik ik mijn fiets niet of nauwelijks, want alles is op loopafstand: het station, de markt, het theater, de poptempel, alle cafés waar ik toch nooit kom én de supermarkt. Ik loop dus waarlijk veel. Daarnaast ren ik om de dag een ronde om het centrum van ons zo majestueuze Apeldoorn, het liefst 's morgens in alle vroegte. Als ik dan om zeven uur start met thuiswerken, heb ik mijn sportmoment er al ruimschoots op zitten. Daarnaast maak ik dagelijks na de lunch een wandeling van minimaal een half uur, liefst door parken en langs het kanaal of een van de vele beken en griften die Apeldoorn rijk is.
Piepende banden achter me. Ik schrok me rot. Een auto kwam naast me tot stilstand. Het was zo'n cabriolet, een convertable of hoe heet zo'n ding met een open dak. Volgens mij kende ik die wagen en was het die malloot die bij aardig weer iedere avond ik-weet-niet-hoe-veel keer met veel lawaai bij ons door de straat scheurt. Zeer dom, want hij rijdt zó snel dat we niet goed kunnen zien dat hij erin zit.
'Waar kan ik hier het beste parkeren?' brulde de malloot vanuit zijn auto.
Ik hield mijn pas in en draaide me naar links, in de richting van het voertuig.
De gast hing met een arm op het portier en boog over de bijrijdersstoel naar me toe.
'Excuus,' zei ik. 'Ik kon je niet verstaan door het lawaai dat je kar maakt. Wat zei je?'
'Waar kan ik hier het beste parkeren!' gilde de malloot boven lawaai van zijn draaiende motor uit.
Daar hoefde ik niet lang over na te denken. 'Buiten de bebouwde kom.'
Ik vervolgde mijn weg en mijn gedachtestroom.

Wat ik ook weet, is dat gezondheid niet alleen afhangt van wat je in je muil stopt. Er speelt ook nog iets als erfelijkheid, invloeden van buitenaf en domweg geluk. Of pech, als je de pech hebt dat je met een nare ziekte te maken krijgt buiten jouw eigen directe schuld om. We kennen allemaal het voorbeeld van die ene oom of buurman of vriend van de postbode van de schoonmaakster van de persoon in de kroeg die je net misliep omdat je een half uur later pas naar het café ging: hij had nooit gerookt, nooit gedronken, altijd gezond gegeten en op een dag pats boem dood hartstilstand. Topsport is ook niet gezond en helaas kan een Deense voetballer daar sinds enige tijd ook over meepraten. Maar een gezonde leefstijl – veel beweging, weinig stress, gezonde voeding – kan de kans op ziekte of aandoening wel verminderen. Bovendien: het maakt dat ik me lekker in mijn lijf voel. En als ik me lekker in mijn lijf voel, krijg ik ook weer zin om actief te zijn en te bewegen en daarvoor heb ik weer goede en gezonde voeding nodig en zo is de cirkel weer vicieus.

Ondertussen was ik aangekomen bij het appartementencomplex waarin zich mijn woning bevindt. Ik opende de deur naar het entree en liep naar binnen. Daar had ik de keus tussen de lift of de trap. Ik gebruik altijd de trap. Het is maar twee verdiepingen naar de galerij waarop ik woon en zo lang ik het kan, zal ik traplopen.
Ik was al bijna boven; nog maar een trede of acht. Op de galerij verscheen een man, die duidelijk van plan was om naar beneden te gaan. Met mijn volle boodschappentassen in mijn beide handen nam ik de gehele breedte van de traptreden in beslag.
Maar wat deed die vogel nou? In plaats van even wachten tot ik boven was, denderde hij driftig naar beneden en wrong die dikke pipo zich tegen de muur langs mij heen!
Van verbijstering wist ik even niet wat of ik moest doen of zeggen. Maar met dat hij mij opzij dwong, wist ik het weer wel. Mijn been schoot uit en haakte hem pootje, waardoor hij ongenuanceerd de trap af lazerde. Ik was inmiddels boven op de galerij aangekomen. Daar draaide ik mij om en ik keek naar beneden.
Die pief lag onder aan de trap te kermen. En nogal te bloeden, zo te zien. Ik glimlachte. Zo, die latente agressie had ik kortstondig manifest gemaakt en een ferme dosis dopamine overmeesterde mijn hersenen. Niet opkroppen, maar uiten. Wel zo gezond. Nu ging ik van grinniken naar luidop lachen. Ook gezond.

Wat een avonturen weer.

-
Apeldoorn, juni 2021