Tong's voetbalverhalen #59

Dirk Kuijt verdiende een mooi afscheid. Als Ajacied hoopte ik dat ie het mooie afscheid een jaartje zou uitstellen. Geen stilist. Maar een onbedwingbare honger naar succes en erkenning. Niet de meest verfijnde speler en niet de meest getalenteerde. Als je dan in je laatste wedstrijd, met een hattrick, Feyenoord het landskampioenschap kan bezorgen mag je spreken van de kers op de taart.

Johan Derksen zaagt heel zijn leven voetballers af, maakt en kraakt voetballers, breekt soms hun loopbaan. Denk aan Ton Blanker, die hij de nieuwe Cruijff noemde. Die betiteling natuurlijk nooit kon waarmaken. Bij enig weerwoord komt ie niet meer in een TV-programma. Zelf kan ie niet tegen kritiek. Dan drukt ie zijn snor en pocht met zijn muziekkennis over duizend doodsaaie bluesmuzikanten.

Hij verwijt zelfs Dirk Kuijt zijn voetbalcarriere en zijn saaie teksten. Terwijl ie praatjesmakers ook met de grond gelijk maakt. Net zoals ie als verdediger deed. Er nog trots op is ook. Wees blij dat er in de Kuip weer een cultheld was. Iemand die niet raaskalde. Dat deed Dennis Bergkamp ook niet. Iemand die zijn voeten liet spreken. Een speler waar Derksen als voetballer niet aan had kunnen tippen. Een topscorer in de Eredivisie met 29 doelpunten voor Feyenoord in het seizoen 2003/2004.

Een voetballer die zes seizoenen voor Liverpool heeft gespeeld. Er zelfs de Champions League finale mee haalde. Liverpool verloor. Dirk uit Katwijk scoorde die wedstrijd wel. Kattik zeggen ze plaatselijk. Daar wordt ie op handen gedragen. Net zoals in Rotterdam en Liverpool. Derksen wordt pas bij zijn begrafenis op handen gedragen. Dan gaat ie als sigarenroker de pijp uit. En kijkt die dekselse Dirk uit Katwijk toe.