Armtaligheid

‘Ik ben dus echt fucking dom geweest, want mijn vorige filmpje is dus helemaal niet opgeslagen.’

‘Dat vind ik dan wel weer kut.’

‘Ik hoop dat ik [naam] tegenkom, dan kan ik hem uitschelden en zeggen dat hij op moet rotten.’

Zomaar een greep uit een aantal YouTube-filmpjes die door een leerling uit mijn klas op internet zijn gezet. Ze behalen hooguit 90 views, dus het is geen grote speler op de vlog-/livestream-/unboxmarkt, maar het staat wel mooi online. Twaalf jaar wordt de goede man binnenkort. Hij heeft al een mooi track record als het om grof taalgebruik gaat. Het gemak waarmee we (oud én jong) tegenwoordig steeds platter en armer taalgebruik bezigen vind ik toch wel alarmerend.

In de popcultuur is het al decennialang normaal om lompe, grove taal te gebruiken. En in bepaalde sociale kringen drukt men zich al eeuwen in niet mis te verstane bewoordingen uit over zaken en mensen waar men zo zijn bedenkingen bij heeft. Niks nieuws onder de zon. Ik bemerk echter wel dat kinderen steeds sneller de woorden die wij op school afkeuren op het puntje van hun tong hebben liggen. Daarnaast grossieren ze vaak in incorrect taalgebruik. ‘Hun’ als onderwerp van een zin bijvoorbeeld. Ze schrijven ‘Omdat ik ben cool’ als antwoord op een vraag in een werkboek en leveren dit zonder blikken of blozen in. Opstellen, waar ik al eerder over sprak: er klopt vaak helemaal niets van de taal. Waar komt deze armoede vandaan?

Ik vermoed dat dit deels van alle tijden is, zoals ik al eerder zei. Maar feit is ook dat kinderen tegenwoordig op compleet andere manieren met taal te maken krijgen dan vroeger. Als ik naar mijn eigen jeugd kijk, hoorde en las ik vooral teksten die werden gemaakt en uitgegeven door professionals. De Taptoe, Nederland 1, 2 en 3, biebboeken, de Autoweek. Hierbij hoorde destijds het ABN. Als ik kijk waar kinderen nú hun taal vandaan halen, dan is dat YouTube, WhatsApp,  Insta, RUMAG. De makers van de media zijn… de kinderen en jongeren zélf! Er is geen redactie, geen controle op de uitingen van mensen in de media die zij gebruiken. Kinderboeken hebben ook een duikvlucht genomen als het gaat om tekstniveau. Maar ook qua hoeveelheid taal. Sla een willekeurige ‘Leven van een loser’ of  ‘De waanzinnige boomhut met (getal uit de tafel van 13) verdiepingen’ open en zie dat de pagina's gevuld zijn met plaatjes in plaats van woorden. Kinderen komen steeds minder in aanraking met taalgebruik dat boven dat van hen staat. Ook op school schotelen we ze steeds meer ‘multimediale’ lessen voor. De hoeveelheid tekst wordt minder en minder. Terwijl het nu juist zo hard nodig is dat we kinderen hierin scholen. Ergens is dus een kentering nodig, want we schuiven steeds meer op richting tekstarm onderwijs. En da's vet skeer, jongûh!

Bedankt voor het lezen!

Dit item is geschreven door Bas van schrijverscollectief Kaf.