De waarde van literatuur

De meeste literatuur (als in: literaire boeken geschreven door ‘schrijvers’) valt in de categorie ‘verhaal’.
Het is in ieder geval meestal een verhalende beschrijving van iets dat daadwerkelijk gebeurd zou kunnen zijn. Vrijwel altijd de ervaringen die mensen doorgemaakt zouden kunnen hebben. Dat laatste is logisch, want bijvoorbeeld de levenservaring van een boom zou totaal oninteressant en onrelateerbaar zijn voor een mens. Zowel voor de lezer als voor de schrijver.

Een tweede aspect van literatuur is dat het doorgaans een bepaalde educatieve waarde bevat. Je zou kunnen tegenwerpen dat het daar helemaal niet om gaat bij een literair boek. Dat het gewoon een uitlaatklep was voor de schrijver en niet meer dan een fijne verpozing voor de lezer. Maar literatuur is beslist niet alleen vermaak. Anders zou bij de beoordeling van literatuur alleen het mentale genot leidend zijn en bijvoorbeeld kasteelromannetjes heel hoog scoren op literaire schaal.

Literatuur is dus meer dan alleen een leuk of spannend boek. Het verschaft inzicht of zet je tenminste aan tot denken. Met andere woorden: het leert je iets. Dat aspect is ook de kern van vrijwel elke beschouwing van literair werk. Door het lezen van literatuur zou je dus de werkelijkheid beter moeten begrijpen en daarmee zou literatuur beslist van groot nut zijn.
Het probleem daarbij is echter dat alleen beschrijvingen die stroken met de werkelijkheid kennisverhogend werken. Als er feitelijke onjuistheden worden overgedragen zal het zelfs kennis- en inzichtverlagend werken. Door verdringing danwel door foutieve uitbreiding van werkelijkheidsgetrouwe kennis. Echter toetsing aan bestaande kennis waarvan reeds aangetoond dat deze correct is, danwel controle door middel van experiment, vindt bij het schrijven van literatuur vrijwel nooit plaats. Het is simpelweg geen onderdeel van de productie van literatuur. Literaire schrijvers zijn doorgaans ook geen wetenschappers. Het gevolg hiervan is dat de kennis en het inzicht dat literatuur je poogt over te brengen totale onzin kan zijn. Door persoonlijke en culturele kleuring en sociale wenselijkheid zal een groot deel van de over te dragen ‘informatie’ eerder fout dan juist zijn. Lees: niet stroken met de werkelijkheid.
Er is dus geen enkele rem of beperking op het onjuist beschrijven van de werkelijkheid. Zelfs dat de meeste boeken X zeggen over fenomeen Y zegt helemaal niets. Het lezen en overnemen van die kennis heeft dan ook helemaal geen waarde. Op zich allemaal geen probleem, ware het niet dat het vergroten van je inzicht en kennis van de werkelijkheid wel degelijk de crux is van literatuur.

Dus wat is dan nog het punt van het lezen van literatuur!?
Voor mij persoonlijk is literatuur in ieder geval niets meer dan het iets prikkelendere en iets minder oppervlakkige broertje van de kasteelroman. Het is mijns inziens zeer zeker niet de steen der wijzen zoals het door velen wordt gezien.

PS. Dat de lezer kan schiften in de boeken en de kennis die hij voor juist aanneemt is zeker waar. Echter voor die beoordeling moet hij vooraf weten wat waar is en die kennis kan hij of zij niet uit literatuur halen, want er is geen enkele garantie dat een beschrijving in een literair boek conform de werkelijkheid is. En kennis wat waar is en wat niet heeft de lezer wèl nodig als hij wil schiften tussen wat hij voor juist aanneemt en wat hij verwerpt.
Voor de duidelijkheid: ik ben beslist geen aanhanger van de ideeën van onze Grote Lavendelprins. Dat kunst, literatuur en zelfs de wetenschap gezuiverd zou moeten worden van ‘entartete’ aspecten. Ook ben ik me bewust dat de kwalificatie ‘waar’ besmet is. Bijna verboden. Het is zeker een moeilijk begrip en ook zeker niet ‘keihard’, echter mijns inziens bestaat er wel degelijk een onderscheid tussen nonsens en iets dat toch wel een redelijke interpretatie van de werkelijkheid is. Dat ‘werkelijkheid’ ook weer niet keihard is doet daar weinig aan af.