Over leugen en waarheid

In het licht van een interview op de Vlaamse omroep met een populistisch figuur, schrijf ik graag een tekst over leugens en waarheden. Zo’n 2500 jaar geleden stelden filosofen van het intellectualisme dat ware kennis van het goede leidt tot handelen naar het goede. Elk slecht handelen, elke vorm van kwaad, kende haar oorzaak in de onwetendheid van de handelaar: indien iemand weet dat moorden fout is dan zou hij nooit van zijn leven moorden. Het enige wat nodig was: inzicht in het Goede.

Voortschrijdend op dit inzicht: 2500 jaar later, het geloof in het wetenschappelijke. De ongekende drift naar waarheid die onze tijd kenmerkt en ons kennisveld alsmaar verder uitbreidt. Niets laten we over aan het mysterie, dat is het barbaarse en haast onmenselijke uit het verleden. Het bewegen van de sterren, elke stapelwolk in de lucht, het paringsgedrag van de pauw en de dopamine die vrijkomt in onze hersenen als we lachen: alles moet verklaarbaar zijn. Maar onze toenemende kennis veroorzaakt in vele gevallen niet het gedrag dat het intellectualisme voorspelde. De opwarming van de aarde lijkt daarbij het meest in het oog springende geval.

Iedereen kent de voorspellingen over het stijgen van de zeespiegel, de toenemende klimaatrampen en het einde van de menselijke beschaving maar al te goed. En toch leidt deze kennis en de kennis van de oplossingen voor deze problemen niet tot het gewenste gedrag. Kennis van het goede leidt in dit geval dus overduidelijk niet tot handelen naar het goede. Ondanks dat wij weten wat goed is voor het klimaat kunnen wij ons er niet allemaal toe zetten om klimaatvriendelijk te leven. Menselijke drijfveren zijn dus breder dan enkel de drang naar het goede: de menselijke natuur lijkt niet van nature op het goede gericht.

Dus wil ik hier een lans breken voor de leugen, voor het 'Fake News', voor het zogenoemde onmenselijke. De leugen terug in balans brengen met de waarheid. Waar het intellectualisme de mens reduceert tot een waarheidlievend wezen, wil ik een realistischer mensbeeld voorstellen waarbij zowel de waarheid als de leugen in balans zijn. In onze post-truth era toont de extreme leugen zich als een argument tegen het intellectualisme.

Zo is het nut van de leugen voor iemand zoals Trump niet dat mensen de leugen geloven maar dat ze de radicaliteit van zijn persoon inzien. Achter de leugen schuilt een duidelijke boodschap: 'Ik sta radicaal achter mijn standpunt, en deins er niet voor terug om mijn waarheid te verkondigen'. De keuze van zijn tegenstander om hem op zijn leugens te betrappen, is dan ook een vergissing. Het overgrote deel van Trumps kiezers gelooft zijn leugens niet, maar gelooft wel in de radicaliteit waarmee hij deze verdedigt.

Sterker dan het intellectualisme wil ik dus stellen dat we soms, ondanks dat we de leugen doorzien, toch naar deze leugen handelen. Dit is wat onze tijd kenmerkt, het wegvallen van de claim naar absolute macht die de waarheid denkt te hebben. Iemand als Trump vertolkt op geniale wijze de frustraties die de man op straat heeft en plaatste deze recht tegenover het etablissement dat jarenlang de waarheid aan de mensen vertelde.

Deze column werd geschreven door Ruben van schrijverscollectief Kaf.