Tong's voetbal-anekdote #3

Niet iedere speler grijpt zijn tweede kans met beiden armen aan. Laat staan benen. De in 1983 geboren Franck Ribéry wel.

Een jeugd op straat met sigaretjes, alcohol en af en toe een vechtpartijtje. Ondanks zijn dribbels en goede spel werd ie bij Lille in 1999 weggestuurd wegens onhandelbaar. Bij twee kleinere clubs werd ie ook weggezonden. Einde carrière. In 2003 stopte ie zelfs als voetballer. Hij ging gaten boren en leidingen aanleggen als loodgieter.

Het straatschoffie leek verloren voor de voetballerij. Hij kwam echter op zijn schreden terug. Het bestaan in de bouw vond ie zo zwaar dat ie toch zijn kicksen weer aantrok. Hij meldde zich bij de kleine club Stade Brest. Het begin van een unieke revanche op zichzelf. FC Metz klopte aan, vervolgens ging het gestaag via Galatasaray en Olympique Marseille naar de hoogste top.

Bij Bayern München werd ie de ster die hij altijd wilde worden. Op het hoogste plafond werd het straatschoffie een man van de wereld. Hier en daar nog schoonheidsfoutjes. Wippen met een minderjarig hoertje bijvoorbeeld. Maar de herinnering blijft aan een grandioze voetballer. Hij is en was niet de knapste, maar de schoonheidsfoutjes zijn hem allang vergeven. De film Scarface blijft ook tot in lengte van dagen geweldig. Ook zonder happy end.