Verlammend conservatisme

Het klimaatakkoord werd geen succes. Dat is een symptoom van een breder probleem: we houden vast aan de status quo en zien veranderingen al snel als risico. Dat maakt onze samenleving in de kern conservatief.

Vlak voor kerst werd het klimaatakkoord bekend gemaakt. De resultaten van de vijf tafels waaraan is overlegd vielen voor velen nogal tegen. Dat was zeker het geval voor de milieuorganisaties en de FNV, die voor de presentatie van het akkoord uit het overleg stapten. Grootste breekpunt was de vraag hoeveel het bedrijfsleven moet gaan betalen voor de uitstoot van broeikasgassen. Een serieuze beprijzing van CO2 kwam er bij het bedrijfsleven niet door. In plaats daarvan worden subsidies beschikbaar gesteld, en bedrijven die slecht presteren kunnen een boete krijgen. Hoogleraar Rick van der Ploeg betoogde vrijdag al dat dit systeem duur is en veel te weinig duidelijke prikkels geeft aan de vervuilende bedrijven.

Het falen van het klimaatakkoord kan zich laten lezen als een overleg dat werd gekaapt door individuele bedrijfsbelangen. Je kunt het ook lezen als een symptoom van een veel breder fenomeen: de steeds sterkere onwil van Westerse landen om te veranderen. Het klimaatakkoord en de aanpassingen die nodig zijn om de doelstellingen van Parijs te halen worden vaak vergeleken met de Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Het verschil met destijds is echter dat wij totaal niet meer in staat zijn tot een maatschappijbrede verandering als de Wederopbouw: we willen de status quo behouden en zijn gericht op het uitbannen van risico’s. En grote veranderingen zijn al snel een risico. Zo kan het uitfaseren van fossiele brandstoffen de werkgelegenheid in die sector aantasten: risico. Elke maatregel die onze levensstandaard merkbaar aantast is zo bijna gedoemd om te falen.

Ons conservatisme is niet onlogisch. We hebben de afgelopen decennia de wereld zo prettig voor onszelf ingericht dat het vreemd zou zijn als we niet conservatief zouden worden. En dat conservatisme komt van meerdere kanten. De VS zijn daarin nog het beste voorbeeld: Trump werd verkozen door de rechtsconservatieve achterban die bang was dat de wereld te sterk veranderde. Tegelijkertijd staan de liberals angstig toe te kijken hoe Trump aan de stoelpoten zaagt van het liberale vrijemarktsysteem waar de VS zo groot mee zijn geworden. Zo zijn beide kanten van het politieke spectrum bang voor elkaar door hun angst voor verandering. Anders dan bijvoorbeeld een eeuw geleden is het geen clash tussen grote ideologieën als het communisme of het fascisme. In de postmoderne Westerse wereld heeft het geloof in zogenaamde grand narratives plaatsgemaakt voor één allesoverstemmend belang: alles bij het oude houden.

Ons conservatisme is in wezen goed nieuws: we hebben het goed en we zijn tevreden. Op zich fijn als er geen grote maatschappelijke veranderingen nodig zijn om gelukkig te worden. Ons huidige probleem ontstaat als ons conservatisme ons ervan weerhoudt om maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om nóg grotere risico’s te ondervangen. Zoals klimaatverandering.

Deze column werd geschreven door Yourai van schrijverscollectief KAF.