Tinder

'Hoi, ik ben Renske.'
'Jonathan.'
Roel stelt zijn vriendin voor aan de groep. 0

We zijn op een verjaardag en hebben ons met een man of zes verzameld rond een van de statafels in de achtertuin. Terwijl Renske bezig wordt gehouden door Roel, praten de anderen verder over werk, wonen en kinderen. Ik luister even, maar laat al gauw mijn gedachten afdwalen. Is mijn glas nu alweer leeg? Snel loop ik naar de tafel waar alle flessen drank staan en grijp naar de cola.
Ineens staat Roel naast me.

'En, wat vind je van Renske?'
0Ik denk dat hij wil dat ik iets zeg over haar uiterlijk, aangezien ik nauwelijks een woord met haar heb gesproken. 'Ja, leuk. Toch? Kom, we gaan even roken.'
We verruilen de achtertuin voor de oprit, wat me even de tijd geeft om een aantal standaardvragen en antwoorden te bedenken.
'Hoe heb je haar leren kennen,' vraag ik.
Roels houding verandert een beetje. 'Tinder.'
Hoewel ik liever kritisch zou antwoorden op deze moderne vorm van quasi romantiek, slik ik mijn minachtende woorden over dit medium in en vervolg het gesprek. 'Dat hoor je vaak de laatste tijd. Niks mis mee. Hoe lang ken je haar ondertussen?'
'Het is nu driekwart jaar aan aan de gang.' Aldus Roel.
'Mooi man, en komt ze uit de buurt?'
'Nee, ze komt uit Brabant. Ze studeert verloskunde hier.'
'O, dan is ze vast heel zorgzaam,' aldus mijn mannelijke logica.
'Ja, ik ben dat niet gewend joh. Ze ruimt op en maakt koffie. Erg prettig.'
'Dat ben je niet gewend? Dat is misschien maar goed ook.' Ik gooi mijn peuk de straat op.
Roel ziet zijn kans schoon.

'En hoe zit het met jou, geen nieuwe liefde?'
Na al die jaren weet ik nog steeds niet hoe ik hierop moet antwoorden. Ik doe het altijd maar af met een geintje. Lachen is tenslotte het beste medicijn voor een slecht gespreksonderwerp. 'Nou, mensen zeggen altijd tegen me dat je niet moet zoeken, dat je die liefde dan vanzelf tegenkomt. Ik zoek nu al jaren niet meer, maar het lijkt niet te werken.'