Het socialisme is moreel verwerpelijk

Afgelopen week, tijdens de G20-top, demonstreerden duizenden in Hamburg tegen en voor een heleboel onderwerpen. Daarbij hoorde ook het kapitalisme. In de naam van gelijkheid en klassenstrijd, propageerden deze demonstranten een socialistisch wereldbeeld. Een beeld dat zij zien als moreel verheven boven het kapitalisme. Dit is schadelijk voor de maatschappij en persoonlijke vrijheid.

De waarheid is dat het socialisme een verwerpelijke ideologie is. De essentie van socialisme is “ik ben hier, ik adem, dus ik moet iets krijgen”. Dit geldt voor geld, gezondheidszorg, huisvesting en wat er ook maar ineens als “recht” beschouwd wordt. Nee, je hebt hier geen recht op, tenzij je daar iets gelijkwaardigs op terug te bieden hebt.

Dit betekent niet dat burgers geen rechten hebben. In de basis heeft elke burger dezelfde rechten: dat je ongehinderd door anderen mag leven. De negatieve rechten dus. Recht op leven, vrijheid van geloof, geweld en religie, eigendomsrechten.

De immorele kant van het socialisme uit zich in de positieve rechten. Dit plaatst een last op anderen. Het recht op gezondheidszorg zorgt ervoor dat anderen verplicht voor jou moeten betalen. Het recht op huisvesting zou betekenen dat ik voor jouw huis moet betalen. Ik en jij moeten hierdoor voor anderen betalen.

Deze rechten staan haaks op de negatieve rechten. Er kan geen recht op huisvesting zijn, zonder dat je daarop het eigendomsrecht van anderen inperkt. Hoe kom je anders onbetaald aan een huis, zonder dat iemand dit vrijwillig aanbiedt?

De SP probeerde dit tijdens de G20-protesten te rechtvaardigen door eigendomsrechten als inherent onrechtvaardig te redeneren. “De rijkste acht mensen bezitten nu evenveel als de helft van de wereldbevolking”, is op hun website te lezen. Alsof dit het afnemen van hun rechtmatig eigendom rechtvaardigt!

De socialisten willen dit vermogensverschil oplossen door een “solidair belastingstelsel”. Ze nemen die rijken als zondebok, die blijkbaar gestraft moet worden omdat ze meer goederen dan anderen hebben. Het argument dat rijken soms oneerlijk aan hun geld komen, gaat niet op. Dat is immers een ongefundeerde aanname.

Socialisme is simpelweg diefstal en inperking van de individuele vrijheden. Het Robin Hood-principe, stelen van de rijken en geven aan de armen, is moreel verwerpelijk. Als een entrepreneur zijn bloed, zweet en tranen in zijn bedrijf steekt, dan is de vrucht van die arbeid rechtmatig van hem. Ongeacht of hij een van die 8 rijkste mensen ter wereld is. Ook als die 8 rijkste mensen hun goederen door middel van overerving verkregen hebben, is dit niet onrechtmatig. Het collectief heeft immers geen enkel recht op het geld van de overledene. De meesten zullen dit intuïtief begrijpen. Het verplicht afstaan van rechtmatig verkregen goederen, ten behoeve van de positieve rechten van anderen, is simpelweg diefstal.

In moreel perspectief hoort de vraag dus niet te zijn of socialisme, op welk gebied dan ook, toegepast moet worden, maar of er andere manieren zijn om de benodigdheden van de niet-bezittende mensen tegemoet te komen.