Shoarma-zaak Ramses

De buitenkant van Ramses zag er vrolijk en kleurrijk uit. Alles in de nationale kleuren van Egypte. Een lokkertje om klanten te trekken. Mooie, fel-oranje neonlichten en een knipper lichtend bordje op de deur dat duidelijk maakte dat ze open waren. Mooie service. Voor hetzelfde geld is de zaak gesloten, sta je als Jan met de korte achternaam aan een dichte deur te trekken. Dat is hetzelfde als het alarm bij het verlaten van de HEMA. Je zal zeggen dat zal me worst wezen, maar je gaat toch blozen als een gestolen aardbei.

Bij binnenkomst een grapje maken kan het ijs breken dacht ik. 'Wat Shaffie vandaag, Ramses ?' werd echter niet begrepen. 'Ik Ali.' Daar sta je dan met je mond vol tanden. Maar goed, die tanden zou ik nog hard nodig hebben. Ik wachtte rustig mijn beurt af, er was immers nog een klant vóór me. Die klant bleek echter Gekke Fritsie te zijn. Een soort mascotte van de zaak. Fritsie bestelde nooit iets, zat op een kruk in de hoek en vertelde al 10 jaar dezelfde grap aan de klanten. Iets met gehakt maken van Egyptenaren. Ik begreep er niks van. Lachte voor Fritsie toch hardop. Fritsie was weer tevreden. Fritsie zorgde voor de vrolijke noot in de zaak. En werd getolereerd door Ali. Daar scoorde Ali, die zowel eigenaar als kok bleek te zijn, gelijk punten mee. Dat toonde zijn gastvrijheid.

Ali was al even vriendelijk als Gekke Fritsie. Heel anders dan je van een Egyptenaar zou verwachten de laatste tijd. Ik voelde me onmiddellijk op m'n gemak. Ik bestelde een shoarmaschotel en een flesje Cola. De bestelling werd netjes genoteerd, opdat er niks mis zou gaan. Het zijn kleine details, dat maakt nu juist het onderscheid. Ik ging aan een tafeltje zitten met mooie plastic bloemen en een bakje water. Je weet immers nooit wie er met zijn handen gaat eten, er zijn zoveel buitenlanders in Zaltbommel momenteel. Het was brandschoon. Dat had ik in andere zaken wel eens anders meegemaakt. Ik zag aan de muur een diploma hangen. Dacht dat het een hygiëne-certificaat was, bleek 't het strikdiploma van zijn dochtertje te zijn. Vond ik zo lief en sympathiek. Ging me steeds meer op m'n gemak voelen bij Ali.

Ali kwam persoonlijk de shoarmaschotel serveren. Met een glimlach werd ik bediend. 'Eet uw smakelijks meneer, dat uw het maar lekker zalt vinden.' Waar vind je die beleefdheid tegenwoordig nog ? De eerste hap is het belangrijkst, die was heerlijk. De champignon was heerlijk op smaak en knisperig, het shoarmavlees perfect op temperatuur en goed gekruid. De saus maakte het af. Dat kan niet meer misgaan dacht ik. De kleine garnituurtjes deden ook hun werk. Dit kon me niet lang genoeg duren, het leken wel perfecte partituren. Mijn smaakpapillen werden gestreeld alsof André Riéu de maaltijd er per strijkstok in walste. Het cruciale moest nog komen, de patates-frietates. Die kunnen zo'n schotel verpesten. Een echte test voor Ali. Te slap, te hard, te koud, te flauw, alles is mogelijk.

De meeste Egyptenaren in Nederland kunnen wel overweg met een schotel. Ik was dan ook opgelucht dat de patatjes ook echte patatjes waren. Je zou ze bijna op z'n Belgisch frietjes gaan noemen. Patatjes klinkt echter internationaler, heeft meer allure. Bij frietjes denk je al snel aan 'Frietkot Kees Kroket' Deze zaak had internationale allure. Alles klopte. Vanaf de binnenkomst tot het afrekenen. 'Heeft het uw gesmaakt meneer ? Wilt u misschien ook nog een pepermunnetje voor bij de frisse adem ?' Nou ja zeg, dat kon er nog wel bij. Ali was oprecht bang dat ik uit m'n muil zou stinken. Weer zo lief. Het afrekenen ging ook in een aimabele sfeer. 'Tot uw volgenste keer meneer.' Die volgende keer komt er zeker. Ali verdient een kwaliteits-diploma, naast die van zijn dochter.

En Fritsie ? Fritsie was in afwachting van de volgende klant, zijn repertoire is wat dat betreft onbeperkt.