Dodelijk verleden 34

Cinthia boog direct over haar heen om haar te reanimeren.
‘Ik heb een operatietafel nodig, mam, ze leeft nog.’ Ze keek mij aan alsof dit onmogelijk was.
‘Die hebben we, kom op!’ Ik tilde de kleine vrouw op, ze woog een kilo of vijftig. Er stond een beveiliger tegenover ons terwijl wij naar de operatiekamer renden.
‘Meekomen jullie, eerst Pablo!’ schreeuwde hij.
‘Ik denk het niet, deze vrouw heeft nu hulp nodig!’ schreeuwde ik terug. Hij trok het wapen uit een holster op zijn heup, laadde het door en schoot de vrouw door haar hoofd. Ik voelde de energie van de kogel in mijn armen en zag een deel van haar hersens op de grond vallen. Het lichaam verslapte direct. Cinthia was deze beelden niet gewend en liet zich op haar knieën vallen met haar beide handen voor haar mond. Ze wilde gillen, maar er kwam geen geluid uit haar mond. Ik keek de beveiliger aan en zou hem niet vergeten. Ik legde de onbekende vrouw voorzichtig op de grond.
‘Waar is hij dan, klootzak?’ schreeuwde ik hem toe.
‘Waar jullie met haar naartoe wilden’, zei hij terwijl hij naar de vrouw keek die hij net doodgeschoten had. Ik dacht een glimlach bij hem waar te nemen. Mijn bloed kookte in mijn aderen.

Pablo lag kermend van de pijn op de tafel. Hij keek mij aan.
‘Maak me dicht, ik bloed als een rund!’
‘Ik ben geen chirurg, dat is mijn dochter, maar als zij jou gaat helpen, wil ik wel wat voorwaarden van jou.’ Cinthia kwam nu ook binnen. Haar ogen waren bloeddoorlopen. Ze wilde direct aan hem beginnen, ik hield haar tegen en duwde haar naar achteren, van de operatietafel weg.
‘Godverdomme Martha!Wat doe je!’
‘Voorwaarden!’
‘Mam, zijn been moet afgebonden worden!’
‘Voorwaarden!’ schreeuwde ik weer.
‘Wat dan?’ riep hij.
‘Zij kan iedere maand bij mij komen. Ik wil mijn zoon ook zien.’
‘Is goed, trut! Is goed! Help mij nu!’ Ik liet Cinthia zijn been verbinden. Hij had binnen een paar minuten doodgebloed. Ik had nog meer voorwaarden maar het was nu te laat.
‘Het is een schot hagel geweest, mam. Ik tel zo al zes inslagen in benen en onderbuik. Hij heeft bloed nodig en ik moet hem opereren. Hebben we alles hier voor zo’n operatie?’ Ik wist dat alles er was.
‘Ja, maar gaat hij het redden?’ vroeg ik.
‘Het zal er om spannen, ik weet niet wat er geraakt is in zijn onderbuik. Een darmperforatie is al snel dodelijk mam, maar dat weet jij ook.’ Pablo pakte Cinthia’s hand en keek haar strak in de ogen.
‘Mam, pak de injectieanesthesie.’
‘Wacht, wacht’, zei Pablo zwakker wordend. ‘Als het je lukt maak ik je rijker dan je je in je dromen kunt voorstellen.’
‘Je laat mijn moeder vrij, dat doe je’, zei ze koel.
‘Dat kan ik niet zeggen, dat bepaal ik niet alleen. Maar ik beloof je dat ik mij tot het uiterste zal inspannen.’
‘Waarom verkrachtte je die vrouw klootzak, waarom?’ Ondertussen had ze het infuus al ingebracht en spoot de verdoving langzaam in zijn aderen. ‘De dokter in mij zegt dat ik je moet redden, de mens zegt ‘laat hem gaan!’ Snap je dat, klootzak?’ siste Cinthia. Het was het laatste wat hij hoorde.
‘Kan die zenuwlijder even uit de operatiekamer, mam?’ zei ze terwijl ze naar de beveiliger keek die achter haar stond.
‘Ik denk het niet’, zei hij rustig. Cinthia draaide zich om en keek hem in zijn ogen.
‘O nee? Dan opereer jij hem maar. Ik ga niet met een pistoolloop in mijn rug opereren.’
‘Dat doe je wel, trut!’ Hij richtte zijn wapen direct op mijn hoofd. Ik kende Cinthia en dan vooral haar vasthoudendheid. Ze maakte het tourniquet dat om zijn been gespannen was los. Het bloed van Pablo spoot eruit.
‘Gaan we het hard spelen? Wedden dat ik win?’ zei ze rustig. Ik stond versteld van haar koelbloedigheid. Ik besefte nu dat dit geen gewone beveiliger was. Wat en wie hij wel was, wist ik nog niet. Wat hij niet gezien had, was dat Cinthia de injectiespuit met nog genoeg verdoving er in, in haar hand had. Haar hand flitste naar zijn hals, de naald schoot het zachte vlees van zijn nek in. Ze leegde direct de hele inhoud in zijn hals.
‘Wat doe je nou verdomde, trut!’ Hij begon ongecontroleerd om zich heen te slaan. Cinthia sloeg het wapen uit zijn hand en ontweek hem zeer behendig, als een slangenmens. Zijn bewegingen werden snel ongecontroleerder en slomer. Ze wist dat de verdoving langzamer zijn werk deed omdat het niet direct in zijn aderen gespoten was. Ik had de tourniquet weer strak gedaan anders was Pablo alsnog doodgebloed. De beveiliger viel nu neer en bewoog niet meer.
‘Zo, die slaapt even. In mijn operatiekamer bepaal ik alleen wat er gebeurt, niemand anders’, zei ze weer rustig. Ze begon met opereren. ‘Mam, wil je een nieuwe injectie pakken. Ik ben geen anesthesist, ik weet niet hoeveel hij nodig heeft. Gezien zijn lijf veel denk ik.

Cinthia opereerde Pablo en op haar instructies gaf ik hem zo af en toe een beetje verdoving erbij.
‘Gaat hij het redden?’ vroeg ik
‘Zijn darm is niet geperforeerd maar hij moet nog wel een keer opengemaakt worden. Ik moet een operatieassistent hebben en dat ben jij niet, mam. Wanneer ik bezig ben, moeten er aders worden afgeklemd en dat kan nu niet. Om kort te gaan: om deze operatie helemaal af te ronden heb ik vier handen nodig.’ 
Als een zachte zomerwind was hij binnen gekomen. Cinthia en ik hadden hem niet eens gezien. Een man van rond de veertig, een knappe man, was binnengekomen. Hij leek al vroeg grijze haren tussen zijn achterovergekamde zwarte bos haar te hebben. Zijn zachte zoetgevooisde stem leek door merg en been te gaan. Waarom wist ik nog niet. En terwijl Cinthia Pablo nog aan het dichtmaken was, sprak ze tegen de onbekende.
‘En jij bent?’ vroeg ze terwijl ze haar hoofd even snel naar hem toe draaide. Ik deed een paar stappen achteruit toen ik zag dat hij dichter naar Cinthia kwam. De man gaf mij de kriebels, ik voelde een soort angst of afkeer en ik wist niet waarom. Was het die stem, de gladdigheid? Hij had gewone vrijetijdskleding aan. Een spijkerbroek en een spierwit overhemd dat zo dun was dat je zijn strakke, gebruinde lichaam er doorheen zag. Hij droeg geen wapens en rook ook heel bijzonder, een heerlijke geur tussen al het bloed en zweet.
‘En ik hoop dat u dit wilt doen op het vasteland.’
‘Wat wil doen?’ vroeg Cinthia. Hij was nu in haar gezichtsveld gaan staan en zo af en toe keek ze naar hem op en zocht zijn hardbruine ogen.
‘Die vier handen om hem goed te opereren.’
‘O, en jij denkt dat ik dit stuk onmens nog een keer ga opereren? Luister eens, het feit dat ik mijn moeder op mocht zoeken, betekent nog niet dat ik nu een van jullie clan word.’ Ik voelde van mijn kruin tot mijn teennagels dat deze man vele malen gevaarlijker was dan alle mannen die ik tegen was gekomen tijdens mijn gevangenschap.
‘Ik smeek het u. Het spijt mij ook dat ik het moet vragen. Maar u, u weet nu waar de overgebleven loodresten zitten in zijn lichaam.’
‘Tja, wel eens van een röntgenfoto gehoord?’ Ik smeekte met mijn ogen naar Cinthia, toen ze mij even aankeek, of ze voorzichtiger met deze man wilde zijn. ‘Geef mij eens een reden waarom ik dit zou doen?’
‘Omdat u een dokter bent? Zijn dokter? Omdat u levens redt en niet neemt.’ ‘Verdomme!’ dacht ik. ‘Hij bespeelt haar gewoon, wat een geslepen klootzak!’ Ik wist dat deze man misschien wel de topman van de hele clan was, de absolute Capo di tutti capi. Ik wilde nog niet ingrijpen, ik had het gevoel dat het nu niets zou toevoegen. Ik vertrouwde Cinthia volledig.

‘Oké, maar…’, zei Cinthia.
‘Maar?’ zei hij zacht.
‘Je laat mijn moeder vrij en je geeft haar, haar oude leven weer terug. Inclusief haar zaak, huis en geld.’