Kinderdrang

Ik wil geen kinderen. Als ik het voor en tegen lijstje in mijn hoofd maak blijft de ‘voor’ kolom angstvallig leeg. Ik zou gewoon niet weten waarom. Je vrijheid, je geld, een groot deel van je partner, de kans om rustig een gesprek te voeren, een stuk zorgeloosheid … alles de deur uit. En dat alles voor de belofte dat als het er eenmaal is je er écht zielsveel van gaat houden. En nog nooit zoveel om iets hebt gegeven. En dat, nu je een kind hebt, je echt een doel hebt. Maar wil ik dat wel?

In mijn nuchtere, kinderloze oren klinkt het als een behoorlijke opgave, een volledig nieuwe doelstelling in mijn leven. Wie zegt dat ik een nieuw doel nodig heb? Mijn huidige doel ‘zoveel mogelijk plezier hebben met zoveel mogelijk leuke mensen’ is eigenlijk nooit klaar, dus aan een nieuw doel beginnen lijkt nodeloos ambitieus. ‘Je gaat er zielsveel van houden! Daarvoor ruil je graag die vrijheden in!’ Maar hoe weet ik dat dat zo gaat zijn? Wat als mijn partner er een kindje uitpoept en ik onverschillig blijf? Dan word ik nacht na nacht wakker gejankt en onder gescheten door een mormel dat mijn leven, maar niet mijn hart heeft gestolen.

Maar goed, stel dat het waar is wat men zegt. Zodra ik het bebloede propje in de armen van mijn geliefde zie liggen worden direct de benodigde hormonen aangemaakt om de magische band der ouderliefde te creëren. Is dat dan niet ook een beetje Stockholm-syndroom? Je houdt er zielsveel van, natuurlijk, maar je moet ook wel. Je hebt alles opgegeven. Soms meen ik het even te zien in de ogen van ouders die je vraagt of ze het niet missen om uit te gaan, stille momenten te hebben, uit te slapen of gewoon plezierige dingen te doen. Dan turen ze glazig in het niets en mompelen ‘dat ze het soms wel eens missen ja’ en even zie je ze verlangend naar de ceiling fan kijken. Maar dan klikt het ‘het is een klein wondertje’ programma weer op z’n plaats en volgt er een uiteenzetting van hoe wonderlijk het is om het hummeltje te zien opgroeien, en hoe ze het voor de wereld niet zouden willen missen. Wellicht ben ik aan het projecteren.

En toch … ik ken veel mensen die blij zijn met hun kinderen. Echt blij. En ogenschijnlijk halen ze er ook daadwerkelijk het plezier uit dat ze zeggen dat ze doen. Voldoening, trots, vertedering, bewondering, liefde. Bij deze mensen leek het geen toegeven aan een simpele evolutionaire drang, enkel bedoeld om het ras voort te zetten. Het was een bewuste keuze met een positief resultaat. Wie weet zal ook ik ooit zwichten voor de kinderdrang. Wie weet krijg ik genoeg van het vrije leven en wil ik meer, meer doelen. Wie weet word ik minder bang om ondergebraakt te worden. Wie weet. Momenteel geniet ik nog even, in stilte, van een biertje op mijn vrije avond.

Deze column werd geschreven door Maarten van blogcollectief Kaf.