Maakt geld echt gelukkig?

Het is altijd prettig om voldoende geld op je bankrekening te hebben staan om van te leven. De vraag ‘maakt geld echt gelukkig,’ is lastig te beantwoorden. Geluk is een gevoel en komt van binnen uit, dus mijn antwoord is dan volmondig “NEEN.” Dit motto zou op een andere manier moeten worden gesteld namelijk ‘geld maakt niet gelukkig, maar het is wel fijn als je voldoende hebt.’

Veel geld brengt ook verantwoording met zich mee, zowel naar jezelf toe, als gebruiker van het geld, als naar de maatschappij. De bedoeling is dat geld moet rollen en dient als smeerolie voor de economie. Van oorsprong is geld beperkt aanwezig geweest, want de tegenwaarde is namelijk het zeldzame goud. Dus wanneer je veel geld of goud bezit dan heb je dus status en macht en dat wordt vaak gekoppeld aan geluk!

Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een inkomen van 58.000 euro per jaar het gelukkigste te zijn; het inkomen is ruim voldoende om van te leven, maar ze horen niet bij de rijken. Geluk moet je dus zoeken in de bovenste laag van de middenklasse. Naar mate het inkomen verslechtert, neemt het aantal zelfdodingen ook toe en dat is ook niet zo verwonderlijk, want de onzekerheid over hun financiën neemt toe.

In 2013 heeft ruim 1.850 mensen in Nederland zelfmoord gepleegd, een stijging van ongeveer 5,5% ten opzichte van het voorgaande jaar (bron: CBS). Deze trend loopt redelijk gelijk met mensen die in financiële problemen zijn gekomen. De eerste vraag die in mij op komt is “wat gebeurt er als een kwart van de Nederlandse bevolking onder de armoedegrens duikt? Neemt het aantal zelfdodingen naar verhouding toe of ontstaat er op een gegeven moment een trendbreuk?” Het is niet echt een prettig onderwerp, maar als financieel analist sta ik er wel eens bij stil.

Het is belangrijk om er voor te zorgen dat de minderbedeelden het weer goed krijgen in de samenleving. Een inkomen voor elk gezin van 58.000 euro is misschien iets te hoog gegrepen, maar het kan toch wel eerlijker worden verdeeld. Alle bijkomende effecten van diverse soorten verslavingen, criminaliteit en psychische problemen die een laag inkomen met zich meebrengen kunnen door een hoger inkomen grotendeels de kop in worden gedrukt. De kosten van verslaving zijn 250 miljoen, de kosten van criminaliteit zijn 26 miljard en de kosten van psychische zorg zijn 19,6 miljard. Totaal bijna 46 miljard euro per jaar. Wanneer we deze kosten met 20% (ruim 9 miljard) weten te verlagen is het mogelijk om grote groepen mensen te helpen.

Een basisinkomen zou een oplossing kunnen zijn. In 2008 is in Oeganda geëxperimenteerd met het basisinkomen. Een groep van 12.000 jongeren tussen de 16 en 35 jaar kregen maandelijks 400 euro om van te leven. De resultaten waren vier jaar later verbluffend. Ze waren eigen bedrijfjes begonnen en hun inkomen was met 50% gestegen. De kans op een baan in loondienst was zelfs 60% toegenomen. Alle experimenten die er tot nu toe zijn geweest tonen aan dat dit systeem werkt (bron: De correspondent).

In Nederland zijn nu verschillende politieke partijen die dit onderwerp op de agenda willen zetten. In de media wordt er nu volop aandacht aan geschonken, zoals in het programma ‘Tegenlicht’ en op een aantal lokale zenders. Er wordt nu veel over gesproken en het begint langzaam te leven, maar echte actie blijft uit. Waarom krijgt dit plan onvoldoende steun van de politiek? Wat is er mis mee om te gaan experimenteren op kleine schaal? Mocht hieruit blijken dat het basisinkomen in Nederland niet werkt dan is het jammer, einde oefening. Ik ben er zelf van overtuigd dat het werkt, de tekorten zullen verminderen (zie mijn column: de kracht van indirectheid). Op deze wijze kan geld toch een mens gelukkig maken; elke medaille heeft een keerzijde!