Twee croissantjes bij de politierechter

Hè, gezellig, even een ochtendje naar de politierechter. Het verbaast me dat het niet vol zit met studenten en breiende bejaarden, want voor iedereen zonder slecht geweten zou de politierechter in de top tien van gratis entertainment moeten staan. Live televisie is er niets bij! Ieder kwartier komt een nieuwe zaak aan bod, waarbij oog is voor de achtergrond van de terechtgestelde, met showadvocaten en soms met een emotioneel tegenverhaal van een slachtoffer. En je hoeft nooit te wachten tot na de reclame; de uitspraak volgt vaak direct.

Om 9 uur komt de eerste verdachte binnen. Hij heeft het typische hoofd van iemand waar het woord ‘schuldig’ al op staat geschreven: een glimmende biljartbal met aanleg voor een speknek. Op zijn klompen sjort hij zijn stevige postuur naar de eenzame stoel vooraan. Daar laat hij zijn schouders hangen. Wat zou hij hebben gedaan? Het raadspel begint: zou hij meutes voetbalsupporters in de kraag hebben gegrepen? Een agent uitgescholden? Een hond aan een boom vastgebonden en mishandeld? Uiteindelijk viel het mee: hij had zijn ex-vrouw in een dronken bui bezocht terwijl ze bij haar broer was, en iemand met een dweilstok een hechting in het hoofd hebben geslagen.

Zijn weerwoord klonk als een typetje van Jeroen van Koningsbrugge: “Ik ghewha haar in nen zolemulerder hek op te musselpererselie man gewan en toen murre moeilijk tin gejang hubbedan.” De rechter vatte het samen als: “U geeft toe dat te hebben gedaan.” Waarvoor mijn diepste respect. Voor de rechter dan he, dat hij dát eruit kon halen. Gelukkig was de man verder erg goed verstaanbaar, omdat hij alleen maar antwoordde met “ja” en “nee”, zodat het publiek ook mee kon genieten. De rechter vond het niet zo verstandig dat hij de confrontatie had opgezocht, zeker omdat hij toch nog contact moet onderhouden vanwege de kinderen. Maar omdat het verleden van de boerenbiljartbal alleen uit verkeersboetes bestond en verrassend genoeg geen geweld, kwam hij er met 40 uur taakstraf van af. “U heeft toch geen werk, dus dan lijkt me dit wel gepast”. Uit het luide protest van een vrouw met een afgeleefd gezicht bleek dat zijn ex ook in de zaal zat. Na de zitting stormde ze verontwaardigd naar buiten. Veertig uur voor huiselijk geweld, hoe leg je dat uit?

Nadat drie Georgiërs bij verstek waren veroordeeld van hun proletarisch winkelreisje door Nederland, kwam een meisje aan bod dat haar eigen halfbroer aanklaagde wegens bedreiging via Facebook. Deze zaak was niet zozeer interessant door de familie-affaire, of door het feit dat haar half-allochtoonse broer haar zei te gaan verkrachten, noch door de advocaat van de halfbroer die voor tien minuten uit Amsterdam was overgekomen om een flamboyant showtje weg te geven en met foldertjes van een behandelcentrum te wapperen. De zaak was interessant omdat het meisje als slachtoffer haar rede mocht voorlezen. Ze studeert rechten, dus ze wist vast wel wat ze deed en ze werd ook in het gelijk gesteld. Maar de zaak was vooral interessant omdat ze in haar betoog steeds vertelde over ‘sychische schade’, dat hij meer rekening moest houden met haar ‘sychische’ situatie omdat ze depressief is etcetera. Het enige wat ik die hele zaak door hoorde was sychisch, sychisch, sychisch. Gek kind.

Tot slot werd er een jongeman van twintig veroordeeld tot 3 maanden voorwaardelijk wegens het stelen van twee croissantjes bij de lokale supermarkt. Twee croissantjes. Wat zou dat zijn, €1,29 voor vier stuks? Toch kreeg hij voorwaardelijk cel, omdat hij er meerdere achtereenvolgende dagen een winkelverbod opgelegd had gekregen en op dit moment al vastzit voor andere feiten. Daarbij zei hij definitief te willen afkicken van de drugs en daarvoor in behandeling te willen gaan. De geloofwaardigheid van deze jonge gast hielp hem niet mee: hij zat met zijn armen gekruist achter zijn hoofd, hield een vaag verhaal waarin hij liet merken het wel oké te vinden, hij streek door zijn rechtopstaande haar. Nog twee maanden en hij was vrij, zolang hij zich verder goed zou gedragen. De rechter keek naar hem, en besloot ook hierin een uitspraak te doen om de verdachte te helpen: hij zou zich niet alleen vrijwillig, maar nu ook verplicht laten behandelen. En die croissantjes? Dat moet hij maar niet meer doen.