Brillenoorlog

Ze zeggen wel eens dat toeval niet bestaat, maar ik vraag me soms af of dat ook zo is. Zoals deze week. Ik had me weer eens zitten ergeren aan een reclame van Specsavers. Specsavers maakt wat mij betreft de meest irritante reclames. Er zit wel eens een leuke tussen, maar als je die iedere keer voorbij ziet komen als je de televisie aanzet, dan ben je er op een gegeven moment wel klaar mee. En ik erger me vooral aan de afzeikreclames van Specsavers. Dat is Amerikaans. De concurrent afzeiken door bijvoorbeeld aan te geven dat jij goedkoper bent.

Het is nog misleidend ook. Neem bijvoorbeeld de spot waarin een prijsvergelijking wordt gemaakt met Pearle. Daarin zegt de voice-over dat je voor de goedkoopste varifocale bril € 79,00 betaalt en bij Pearle € 109,00 of € 139,00. Dat is wel zo en het is dus niet gelogen, maar bij Pearle krijg je er wel zo'n tweede bril gratis bij en bij Specsavers niet. Toch werd de klacht daarover bij de reclamecommissie afgewezen, omdat alleen een vergelijking werd gemaakt met de eerste bril. Specsavers had het dus slim aangepakt, maar ik hou helemaal niet van dat soort Amerikaanse methodes.

En nu hebben ze weer een nieuwe reclame waarin een homo met een hondje voorkomt. Specsavers is goedkoper dan de concurrent waar de homo zijn bril heeft gekocht. Natuurlijk is ook dit weer een prijsvergelijking, maar er wordt nog iets anders gesuggereerd: als je bij de concurrent koopt, ben je een homo. Dat is net zoiets als wanneer ze bij voetbalwedstrijden zingen: wie niet springt is een homo. Dus als je niet bij Specsavers koopt, ben je een homo. Nou, ik ben geen homo, maar ik erger me aan zoiets. Ik vind het ook gek dat het COC nog niet heeft gereageerd op die reclame, maar misschien zijn ze te druk met de affaire Henk Krol?

Ik had me dus behoorlijk geërgerd aan die reclame en was daarom maar eens een flink eind gaan fietsen op de racefiets. Dat kon makkelijk, want het was nog steeds warm genoeg.
Na de fietstocht ging ik, zoals gewoonlijk, een biertje drinken in Delft. Vanuit Delft is het nog maar vijf kilometer naar mijn huis.
Tot mijn verbazing trof ik Adje op het terras. Adje kende ik van een fietstocht in 2000 door Maleisië. Mijn vrouw en ik waren van Kotha Baru naar Kuantan gefietst en waren van daaruit met een taxi en een bootje naar Taman Negara gegaan. Het grootste en oudste regenwoud van Maleisië. Je had daar een paar eenvoudige bungalows en een hotelletje. Dat hotelletje was de enige gelegenheid waar je bier kon kopen. Een biertje kostte negen gulden. De euro was er nog niet. In dat hotel was een gezelschap van de Boer en Wendel Reizen en daar hoorde Adje bij. Een echte Hagenees met een Haags accent. We kwamen onder andere over het bier te spreken in Maleisië en hij zei in onvervalst Haags: 'Ik ben godverdomme al duizend gulden kwèt an biâh.' Na Maleisië had ik hem nooit meer gezien, maar nu zat hij daar.

We dronken een biertje en haalden wat herinneringen op en ik vroeg hoe het met hem ging.
'Op zich goed, maar ik heb behoorlijk de tering in.' Hij trok een vies gezicht, dus ik vroeg hoe dat dan kwam en was perplex van zijn antwoord. 'Ik kom net van de Specsavers. Wat een shitlui zijn dat!' Specsavers! Daar had je ze weer. Maar nu was het niet de reclame. Nu was het echt. Ik vroeg dus snel verder door, want ik was behoorlijk nieuwsgierig geworden.
'Nâh, ik moest verleden week een nieuwe bril kopen en omdat Specsavers lekkah dichtbè was, ben ik daarheen gegaan. Daar heb ik spèt van gehad, zeg. Thuis bleek dat het montuur niet goed was. Ik had het bij het passen nog niet gemerkt, maar na een tèdje met dat ding op m'n neus voelde ik het wel. Het was iets te klèn en te smal. Bovendien was het van metaal en dat knelt eerder dan kunststof. Dus ik terug naar die winkel met dat ding. Ging dat mokkel dat me had geholpen naar achteren met dat ding, kwam een tèdje later weer terug en zè dat het in orde was gemaakt. Maar het was dezelfde bril met hetzelfde montuur. Ze had alleen maar wat aan dat montuur zitten klootviolen. Ik heb hem effe geprobeerd, maar het was nog steeds klote van de bok. Dus ik pikte dat niet en zè dat ik een andere bril wilde. Eentje die wel paste. Ging ze de baas erbij halen.' Adje nam even een slok van zijn biertje. Ik vond het tot nu toe wel een gek verhaal. Als een bril niet goed is en je hebt de bon nog, moet je hem toch gewoon kunnen ruilen, leek me. Maar ik heb geen ervaring met brillen.

'Die baas wilde geen ander montuur geven. Hè zè dat ik het bègestelde montuur eerst maar een tèdje moest proberen. Het kwam wel vaker voor dat je aan een montuur moest wennen. Ik kon hoog en laag springen, maar de lul bleef bè die oplossing. Dus ik dach bij m'n ègen dat ik het beste maar effe het hoofdkantoor van de Specsavers kon gaan bellen. Ik liep kwaad de zaak uit en zè nog wel ff dat ik het een rotzaak vond. Komt die man kwaad achter me aan en zè dat hè het niet pikte dat ik hem klootzak noemde. Ik was effe zo verbaasd dat ik niets kon zeggen, maar toen begreep ik het. Hè had het verkeerd verstaan. Dus ik zè dat hè maar eens die gratis gehoortest van hunnie zelf moest gaan proberen. Toen kwamen helemaal de vlammen uit zijn oren.' Adje dronk zijn glas leeg en omdat het mijne ook leeg was en ik de rest van het verhaal wilde horen, bestelde ik nog twee biertjes.

'Nâh, ik had dus thuis dat hoofdkantoor gebeld en die zèden dat ik gewoon een ander montuur uit kon gaan zoeken. Dus ik weer terug naar die winkel. Zè die baas dat ik dan maar snel dat montuur uit moest gaan zoeken en dat het dan meteen goed moest zèn, want hè wilde geen gezèk meer.' Adje raakt er nog opgewonden van. 'Hè zè echt gezèk. Dat zeg je toch niet tegen je klanten?' vervolgde hij. Ik was het met hem eens.

'Maar goed. Ik ben dan toch maar een ander montuur gaan proberen en kreeg een testbril mee naar huis. Maar èguhnlèk was ik der helemaal klaar mee. Ik heb dus toch nog maar een keer het hoofdkantoor gebeld en die zèden dat ik maar terug moest gaan. Dan zou ik het geld terug krègen. Dus ik weer terug naar die lui. Dat was vandaag. Wilde die zak dat geld niet terug geven. Nou, Jan, ik ken lui die die zaak al lang verbouwd hadden. Ik dus ter plekke het hoofdkantoor gebeld. Wilden ze die man effe spreken. Hè naar achteren. Komt ie terug en kon ik ineens wel het geld terug krègen. Maar toen begon die lul over de kosten die hè had gemaakt om die bril in orde te maken. Ik zeg: krèg nou de neuk. Ik krèg een bril die niet deugt en dan moet ik zeker zelf de kosten voor het in orde maken van die bril voor m'n rekening nemen? Dus ik drègde weer het hoofdkantoor te bellen en toen schreeuwde hè dat hè het wel ging doen, omdat hè gek werd van dat gezeur en dat hè m'n kop nooit meer in zijn winkel wilde zien. Lekkah klantvriendelijk zeg. Nâh, voor mè geen grote brillenzaken meer, hoor. Ze vechten mekaar op televisie iedere dag de tent uit, maar een beetje klantvriendelijkhèd is ver te zoeken. Ik dach nog: was ik nou maar niet naar Specsavers gegaan. Ik ga voortaan wel naar een pachticuliere brillenzaak.'

Ik was het helemaal met Adje eens. Ik ben zeventig en heb gelukkig alleen nog maar af en toe een leesbrilletje nodig, maar als ik ooit een echte bril nodig heb, dan ga ik zeker niet naar Specsavers.

(Met dank aan Cindy)